Rob: Carsten, de Nederlandse overheid kent voor 2020 een overschot van 3,4 miljard euro en mocht ze geld willen lenen voor het fonds van Wopke Hoekstra dan krijgt de staat geld toe. Waar heb jij de filantropie eigenlijk voor nodig?
Carsten: ‘Onze doelen, bijvoorbeeld wat wij willen bereiken in het sociale domein, sluiten naadloos aan op de doelen van een fonds als FNO. Wij realiseren ons dat in de opgave waar we voor staan, samenwerking meer oplevert dan wanneer we het alleen doen. Dat komt onder meer doordat filantropische organisaties makkelijker risico's kunnen nemen. Bij het besteden van geld zijn wij uiteraard gebonden aan strakke regels. Door samen te werken met het maatschappelijk middenveld en filantropische organisaties, kunnen we met elkaar dingen doen die verder gaan dan wanneer we alleen werken vanuit de budgetten waar wij zelf over beschikken. Deze manier van werken en de doorbraak die daardoor kan komen, is veel waard.’
Ann: ‘Wat je zegt is heel herkenbaar. Net als de overheid voelen wij de maatschappelijke opgave. Maar als vermogensfonds hebben wij een bepaalde vrijheid die we ons ook kunnen veroorloven. Daar moeten we serieus mee omgaan. Omdat wij geen politieke kleur hebben en niet met politieke termijnen te maken hebben, kunnen we ons langdurig ergens druk over maken en hier meer lijn in vasthouden. Daardoor is de stip op de horizon misschien verder weg en minder snel te behalen, maar met de achterliggende verandertheorie kun je de stip wel afpellen naar korte termijn doelen. Wij zien dat deze doelen voor een overheid vaak minder makkelijk zijn om aan te werken.’
Carsten: ‘Dat zie ik ook. Jullie kunnen zeggen: ‘Wij steunen iets en nemen jaren de tijd om een resultaat in de samenleving als succes te bestempelen.’ Tegelijkertijd moet zich dat wel op een goede manier verhouden tot onze inzet. Anders is het zonde. Onze lange termijn doelen komen goed met elkaar overeen. Het is zaak dat we elkaar ook op de korte termijn vinden zodat we onze activiteiten laten zwaluwstaarten.’
Rob: Ann, zijn de overheid en filantropie dan een match made in heaven?
Ann: ‘Zoals Carsten al zegt: we hebben eigenlijk dezelfde doelen. Ieder op zijn eigen manier en binnen onze eigen kaders zetten we ons in voor mensen in kwetsbare situaties. We willen allebei dat iedereen volwaardig mee kan doen in de samenleving. Als je inhoudelijk kijkt naar alle maatschappelijke vraagstukken waar wij aan werken en programma’s op ontwikkelen, raken die de overheid op allerlei domeinen: wonen, werken, onderwijs, gezondheidszorg. Wij hebben de overheid daar gewoon bij nodig. Het zou raar zijn als wij denken dat we in een soort vacuüm allerlei mooie dingen kunnen doen. We moeten samen optrekken. En ja, soms zullen we in de samenwerking ook aansturen op een systeemverandering.’
Rob: SFNL ondersteunt op dit moment zowel FNO als het ministerie van SZW bij onderzoek naar de mogelijkheden van resultaatfinanciering om de publiek-private samenwerking aan te halen. Waarom zijn jullie zo geïnteresseerd in resultaatfinanciering?
Carsten: ‘Omdat het goed aansluit bij ons streven naar evidence based beleid. Als wij een interventie doen, willen we ook dat het effect heeft. De resultaatfinanciering die we in de samenwerking met fondsen en filantropische instellingen kunnen organiseren daagt ons op dat punt uit, omdat de focus echt op de resultaten komt te liggen. Door met elkaar te werken aan dezelfde resultaten kun je elkaar versterken. Bovendien maakt het de weg vrij om dingen uit te proberen en te experimenteren. Dat vind ik belangrijk, want resultaat behaal je niet altijd. Dat is zo mooi aan deze manier van samenwerken; dan kunnen we ook dingen proberen waarvan we van tevoren niet weten of het werkt. Maar ook daar leren we van.’
![](/assets/upload/images/60/20191030111432_Social-Finance---Ann-Kusters.jpg)