Tijdens het EFC-seminar The Shrinking Space for Civil Society spraken vier bestuurders van filantropische instellingen over hun ervaringen met de toenemende repressie. Ook gingen ze met het publiek in debat over de verantwoordelijkheid die fondsen kunnen nemen en mogelijke praktische oplossingen.
Dagvoorzitter Dharmendra Kanani opende het seminar met een schets van de huidige situatie. In meer dan honderd landen is de bewegingsvrijheid van ngo’s wettelijk middels de wet aan banden gelegd. Hiervoor zijn door de verschillende overheden allerlei redenen aangevoerd: terrorismebestrijding, het beperken van de influx van buitenlands kapitaal of de wens tot meer controle over het maatschappelijk middenveld. 'Als je een fonds bent dat belangengroepen (advocacy groups) ondersteunt, zul je dit zelf aan den lijve ondervonden hebben', zei de dagvoorzitter. 'Het is moeilijker om je geld het land binnen te krijgen, kantoren worden gedwongen gesloten en de ngo’s waarmee je samenwerkt komen steeds meer onder druk te staan.'
![](/assets/upload/images/49/20160606124040_atje-drexler.jpeg)
Na die korte introductie vroeg hij de panelleden, die allen voor internationaal opererende fondsen werken, naar hun ervaringen. 'Ik ervaar inderdaad die krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld', antwoordde Atje Drexler van de Duitse Robert Bosch Stiftung. 'Er heeft zich een enorme kanteling voorgedaan. Vroeger waren we overal welkom, nu worden we ervan verdacht dat we kwaad willen doen, onrust willen stoken en het regime willen afzetten. Er heeft een criminalisering van buitenlandse financiering plaatsgevonden en een marginalisering van diegenen die het ontvangen.'
Maria Chertok is actief in Rusland als directeur van de Charity Aid Foundation Russia. Ze beaamde dat het moeilijker is om geld van buitenlandse financiers te ontvangen. 'Maar', zei ze, 'de buitenlandse investeringen worden vervangen door binnenlandse financiering. Dat geld wordt ingezet voor een ander soort doelen en projecten worden op andere manieren uitgevoerd. Maar het geeft ons genoeg hoop om door te gaan.'
Bhekinkosi Moyo van Southern Africa Trust wees op het gebrek aan solidariteit. Toen in Ethiopië draconische maatregelen werden doorgevoerd keken de buurlanden weg, totdat ze zelf aan de beurt waren. Toen het maatschappelijke midden werd aangevallen, dacht de filantropiesector dat het haar niet aanging. Totdat ze zelf aan de beurt was. De verschillende groepen zouden samen moeten optrekken om de repressie tegen te gaan, aldus Moyo.
Zelfreflectie
Vanuit het publiek riep een spreker op tot meer zelfkritiek. 'Fondsen hebben een eurocentrische houding tegenover de donorlanden: 'wij zullen jullie wel vertellen wat jullie moeten doen'. Het gaat niet alleen om de 'ellendige regeringen' van China en Rusland. We moeten ook kijken naar wat we zelf doen.’
![](/assets/upload/images/49/20160606124135_Vinit-Rishi.jpg)