NGO’s en corporate foundations worden getest op hun veranderingsbereidheid en veranderbaarheid
Deze week staat in het teken van het World Economic Forum in het Zwitserse Davos. Klimaatproblematiek domineert de agenda, maar er spelen ook andere belangrijke en urgente kwesties zoals economische tegenwind (hoge energiekosten, koopkrachtverlies), de voorslepende oorlog in Oekraïne en andere geopolitieke spanningen. In het jongste Global Risks Report is zelfs sprake van een ‘polycrisis’ een woord dat nog niet in de Van Dale staat.
We leven weliswaar in een bezeten wereld, maar we moeten ook weer niet overdrijven. Niet alles gaat fout, het is niet overal een puinhoop. In die zin heeft de nuchtere VVD-adviseur en terrorismebestrijder Tjibbe Joustra een punt. Hij kiest liever voor enige relatiering. ‘Als je dagelijks de media ziet, lijkt het wel of er niets goed gaat’, zei hij onlangs in Het Financieele Dagblad. ‘We noemen veel te snel alles een crisis.’
Destabilisatie
Toch zullen NGO’s, corporate foundations en andere major donors zich contant moeten aanpassen aan de snel veranderende contexten en omstandigheden. Het Global Risks Report formuleert het aldus: ‘Op de rand van een tijdperk van weinig groei en weinig samenwerking dreigen moeizame afspraken de klimaatacties, menselijke ontwikkeling en toekomstige veerkracht uit te hollen.’ En transities brengen nu eenmaal destabilisatie en onzekerheid.
Major donors die daar verstandig mee om willen gaan hebben veranderingsbereidheid en veranderbaarheid nodig. Want de wereld waarin zij vanmorgen wakker werden ziet er anders uit dan die van gisteren. Dit besef kan helpen om tegemoet te komen aan fundamentele veranderingen die in de loop van de afgelopen decennia zijn ontstaan. Want juist de efficiënte organisatie met haar stabiliteit, investeringszekerheid en voorspelbaarheid vormt een barrière.
Op drift
Transitiemanagement is richting geven en gewenste verandering versnellen. Een ander perspectief terugvertalen in strategische acties (back-casting), zo blijkt uit gegevens van het Dutch Research Institute for Transition (Drift). Dat kan selectief, samen met koplopers die een transitieagenda delen, of adaptief: experimenterend langs verschillende paden en al doende lerend. Met systematische reflectie en monitoring, gericht op strategisch bijsturen.
Een les voor major donors: denk groot, begin klein. Awareness van het topmanagement is uiteraard een noodzakelijke voorwaarde. Evenals een visie op innovatie en transformatie. Wat moet anders? Wat kan worden opgebouwd? Waar kunnen we beter mee stoppen? Intussen kunnen kleine projecten op de werkvloer bijdragen aan de nieuwe visie en zorgen voor draagvlak. Zo ontstaat geleidelijk een nieuwe manier van denken, doen en werken.
nl
