Het is een hilarisch baldadige en ontnuchterende inkijk geworden in onze filantropiesector in de periode 2006-2020, want de ingenieur heeft een bloedhekel aan mooi- en dikdoenerij, haantjesgedrag, plucheklevers, moraalridders, eendagsvliegen en napraters in Het Land van Goed Doen. De 165 columns in Schuringa Totaal Los zetten onze filantropie een gezonde lachspiegel voor. De cultstatus onder Schuringa’s nog immer fanatieke aanhang is niet alleen gebouwd op diens raillerende persoonlijkheid, maar ook op zijn barok-scabreuze schrijfstijl die door kenners wordt gekarakteriseerd als “de verbale aanrandingen van een begenadigd stilist en geboren oproerkraaier.”
In deze editie van DDB Journaal geven we u vast een voorproefje.
Op de goede plek (2015)
Een achteloos berichtje onlangs in Filanthropium Journaal:
“De helft van de Nederlanders doneert liever geld aan een bekende (familielid, vriend of kennis) uit hun eigen omgeving die zich inzet voor een crowdfundingproject dan aan een landelijk bekend goed doel. Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders dit vooral doen omdat zij het thema van het project aansprekend vinden en omdat het geld rechtstreeks naar het specifieke project gaat.”
Wat staat hier eigenlijk? Nou?
Hier staat: “Ik geef liever honderd euro aan mijn tante Jo die een weeshuis wil bouwen in Sri Lanka dan aan een goed doel dat al decennia in de ontwikkelingssamenwerking opereert.”
Hoewel mijn tante Jo niet uitblinkt door kennis van de lokale cultuur; geen lokale contacten heeft; nog nooit meer geld heeft beheerd dan de kaartenpot van de buurtvereniging; geen ervaring heeft met bouwprojecten groter dan het vogelhuisje op haar balkon; geen Engels beheerst, noch in woord, laat staan in schrift; denkt dat ANBI een tweegeslachtelijke seksuele voorkeur is; nul ervaring heeft met het aanvragen van vergunningen, inklaringsbewijzen en bouwbestekken; en ook nog eens slecht tegen de warmte kan… ondanks al die minpuntjes, geef ik toch liever mijn honderd euro aan tante Jo dan aan zo’n groot goed doel. Want bij tante Jo blijft gegarandeerd niets aan de strijkstok hangen. Bij die goede doelen wel. Die hebben allemaal mensen in dienst die zorgen dat mijn gift uiteindelijk goed besteed wordt terwijl het ook rechtstreeks kan. Ik ga daar de salarissen van al die mensen lopen spekken: ik ben gekke Henkie niet! Bij tante Jo weet ik dat zij het hart op de goede plek heeft (en die snor op een verkeerde, maar kom op jongens). Ik ken haar: zij heeft passie. Zij doet ‘t niet om het geld.
Nadeel is wel dat mijn honderd euro bij tante Jo gewoon integraal verdwijnt. Gaat geen cent van naar Sri Lanka. Tante: “Ik denk dat ik het heb meegewassen met mijn schort.”
Ok, een tegenvallertje, maar aan de strijkstok? Nee!
Daar zouden die grote goede doelen met al hun overhead wat van kunnen leren. Dus.
Wilt u meer weten over Schuringa en over zijn nieuwste pracht boek? Klik hier.