Wel de slag. Niet de oorlog.

In de Van Eeghenstraat en bij de vele beneficiënten van goede doelenloterijen kan de vlag uit, nu de plannen voor de nieuwe gokmarkt door staatssecretaris Teeven zijn bekendgemaakt. De lobby van de Goede Doelen Loterijen, maar ook van de beneficiënten zelf, blijkt op een aantal essentiële punten de hoofdprijs te hebben binnengesleept. Zo komt er financiële ruimte en tijd (tot 2017) voor het zo gewenste ‘level playing field’ en lijkt de jaarlijkse afdracht aan de samenleving (nu jaarlijks zo’n driekwart miljard euro) voorlopig veilig gesteld. Daarvoor lijkt een felicitatie zeker op zijn plaats.
‘Watchers’ van het al meer dan een decennium slepende gokdossier weten echter dat hier eerder een slag is gewonnen, dan de oorlog. Wat de liberalisering van de gokmarkt op langere termijn gaat betekenen voor de afdracht van de vergunninghouders aan de samenleving blijft nog hoogst onzeker. De effecten van verhevigde concurrentie met internationale gokreuzen, die beschikken over schier eindeloos diepe zakken, waarop de huidige goede doelenloterijen zich nu wat langer en met meer financiële armslag kunnen voorbereiden, zijn zeer ongewis. Daarbij is een verplichte afdracht van de nieuwe aanbieders aan Nederlandse goede doelen en maatschappelijke organisaties nog slecht een punt van studie, geen goudgerande garantie. Het advies aan de beneficiënten van de Nederlandse goede doelenloterijen blijft daarom onverkort: zorg voor een goede spreiding van uw inkomsten en leg niet te veel eieren in één mandje.