Wat we leren van tweelingen

Wat we leren van tweelingen
Wat we leren van tweelingen
20 november 2014
Nieuws | | Vrijwilligers

door Arjen de Wit

Buiten is het guur, binnen leggen we de laatste hand aan onze presentaties over het effect van de Geefwet en het prosociale gedrag van tweelingen. De maand november staat hier aan de Vrije Universiteit in het teken van het jaarlijkse bezoek aan de conferentie van ARNOVA, de grootste Amerikaanse organisatie voor onderzoekers op het gebied van de vrijwillige sector.
Ik vind het heerlijk, zo’n conferentie. Op kosten van de universiteit naar het buitenland om in mooie congreszaaltjes van gedachten te wisselen met de beste wetenschappers uit het veld. Voor mijzelf wordt dit de derde keer dat ik naar deze conferentie ga en ik ken al aardig wat mensen om samenwerkingen mee op te zetten of gewoon een biertje mee te drinken. Ik presenteer een artikel waarin ik bekijk hoe mensen hun donaties aan goede doelenorganisaties veranderen als die organisaties meer of minder overheidssubsidie hebben gekregen.
Voor collega en kenner van de culturele sector Saskia Franssen wordt dit de eerste keer ARNOVA. Zij presenteert de eerste resultaten van een onderzoek naar de effecten van de Geefwet voor culturele instellingen. Geven aan cultuur is goedkoper gemaakt, maar zijn mensen hierna meer gaan doneren? En zijn musea en muziekgezelschappen de afgelopen jaren meer moeite gaan doen om te fondsenwerven?
Ook Irma Borst, een collega van de afdeling Organisatiewetenschappen, gaat voor het eerst. Zij presenteert cijfers uit een groot onderzoek naar crowdfunding waar ook onze werkgroep bij betrokken is.
Directeur en professor René Bekkers spant de kroon. Hij bezoekt ARNOVA langer dan iedereen zich kan herinneren, is een bekend spreker en staat maar liefst zes keer op het programma met spraakmakend onderzoek waar hij alleen of met anderen aan werkt. Het mooiste praatje gaat over tweelingen. Eeneiige tweelingen zijn geweldig studiemateriaal omdat ze genetisch identiek zijn en gevonden gedragsverschillen dus altijd toe te schrijven zijn aan omgevingsfactoren gedurende het leven, niet aan biologische verschillen. Uit de studie blijkt dat verschillen tussen eeneiige tweelingen in geefgedrag en vrijwilligerswerk niet te verklaren zijn door een verschil in opleidingsniveau, maar wel deels door religie. De helft van een tweeling die gedurende het leven sterker religieus is geworden doet over het algemeen meer vrijwilligerswerk en doneert meer aan religieuze organisaties. Bovendien doneren mensen die vaker naar de kerk gaan meer aan religieuze organisaties dan hun tweelingbroer of -zus.
Wij zijn dus niet alleen ons brein, ook de sociale omgeving heeft een enorme invloed op prosociaal gedrag.