‘In de non-profitsector gaat het hierover: met het geld van anderen je bemoeien met anderen.’ Dat is een uitspraak van Peter Scholten en Marije van der Meij in hun prikkelende boek ‘Dan ga ik liever op vakantie…’ over het vergroten van efficiëntie en effectiviteit. Deze uitspraak geldt ook gedeeltelijk voor filantropie: de meeste goede doelen doen immers interventies met geld van donateurs. Voor vermogensfondsen ligt het iets anders: die interveniëren doorgaans met ‘eigen geld’ (ook al stamt het kapitaal soms wel van eeuwen terug). Maar voor zowel goede doelen als vermogenfondsen geldt dat ze zich beide ‘bemoeien met anderen’. Dat schept verplichtingen. Bijvoorbeeld om na te gaan of die interventies wel werken. Of sterker: de situatie in elk geval niet verergeren.
In de complexe praktijk van goed doen is onderzoek naar werking en effectiviteit helaas nog geen gemeengoed. De argumenten zijn bekend: het is te duur, het is te complex, het is te tijdrovend, het is onmogelijk (attributieprobleem) en – dit is een klassieker – je kunt filantropie niet in getallen vertalen.
Toch komt er, vooral uit wetenschappelijke hoek, steeds meer kennis over werking en effectiviteit van filantropische interventies en worden instrumenten bedacht om die te meten. Het Erasmus Centre for Strategic Philanthropy (ECSP) timmert op dit gebied al jaren aan de weg. Uit de ‘Rotterdamse school’ komt sinds vorige maand het ‘Learning Lab voor Sociale Experimenten’, opgericht in samenwerking met prof. dr. Dinand Webbink en de vakgroep Algemene Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Vermogensfondsen kunnen hier terecht met hun vragen over de effectiviteit van specifieke projecten of interventies en kunnen ondersteuning krijgen bij het opzetten en/of uitvoeren van sociale (quasi-)experimenten. Het Learning Lab heeft als doel om de praktische toepasbaarheid van sociale experimenten als onderzoekstechniek bekender te maken, wetenschappelijk kennis te leveren over de effecten van interventies, deze kennis te delen binnen de filantropische sector en daarmee een bijdrage te leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen.
Is dat Learning Lab nu de ‘killer app’ om effectiviteit van maatschappelijke interventies tot achter de komma in kaart te brengen? Natuurlijk niet. Maar het is wel een trend die kenmerkend is voor de evolutie van filantropie. Klassieke liefdadigheid zonder vragen stellen zal niet verdwijnen, maar de opkomst van vragenstellende filantropie 2.0 tekent zich onmiskenbaar af.
(Social) Impact