Veel gemeenten snappen weinig van burgerparticipatie en schieten in de substitutiereflex: afgestoten taken moeten maar onbezoldigd door burgers overgenomen worden. Hoogste tijd voor lokale overheden om zich eens serieus in particulier initiatief te verdiepen, schrijft hoogleraar Filantropische Studies (VU) Theo Schuyt in Binnenlands Bestuur.
Nederland is het land van particulier initiatief. Als de boom achter het huis van Anne Frank omvalt, is er de volgende dag de Stichting ‘ter behoud van de boom achter het huis van Anne Frank’. Zo is het en zo was het. Geen land ter wereld kent zo veel stichtingen en verenigingen als ons kikkerlandje. In het buitenland wordt opgemerkt: ‘Zet drie Nederlanders bij elkaar en je hebt een stichting’. Het zit in het bloed. Daarom is het uitroepen door politiek Den Haag van ‘de participatiesamenleving’ een gotspe.
Onbetaalde gemeenteambtenaren
De kern van particulier initiatief is dat het eigen keuzen maakt, autonoom is en alleen particulier initiatief blijft als het zodanig wordt behandeld en wordt gerespecteerd. Daarom roept het Almere-beleid* om een reactie. Daaruit blijkt dat de lokale overheid - aangespoord om de beoogde participatiesamenleving ‘werkelijkheid’ te laten worden - haar verantwoordelijkheid over de schutting gooit. En vervolgens de klassieke fout maakt om te veronderstellen dat burgers die afgestoten taken dan maar overnemen. Anders gezegd: dat burgers bereid zijn als onbetaalde gemeenteambtenaren op te treden. Dan snap je als gemeentebestuur weinig van particulier initiatief.
Ik voeg twee andere voorbeelden toe. De laatste tijd krijg ik verzoeken van burgemeesters om te adviseren hoe vermogende particulieren in de gemeente te betrekken bij het oplossen van de gaten die ontstaan door de tekorten in de gemeentebegroting. Burgemeesters – en gemeentebesturen in het algemeen – realiseren zich hierbij niet dat die vermogenden in hun/haar gemeente vermogend zijn geworden omdat zij NOOIT hebben bijgedragen aan overheidstekorten en dat nooit zullen doen.
Een tweede voorbeeld. In Voorschoten hebben 80 vrijwilligers een Cirkelbus voor ouderen georganiseerd. Voor €10 per maand kunnen ouderen boodschappen doen, op familiebezoek, naar de bibliotheek, enz. De busjes zijn gesponsord; de chauffeurs worden gratis opgeleid door de lokale rijschoolhouders, het onderhoud wordt gedaan door lokale garagebedrijven. Belt de gemeente op met de vraag of de Cirkelbus – gezien de bezuinigingen op de zorg – ook de gehandicapten zou kunnen vervoeren.
Beleidsambtenaren weten het niet
Gemeenten hebben zich weinig verdiept in vrijwillige initiatieven. De activiteiten van lokale fondsen, serviceclubs, kerken, maatschappelijke organisaties, lokale goede doelenorganisaties en bedrijven zijn vaak niet bekend. Nog twee voorbeelden. Een hoge beleidsambtenaar van een middelgrote gemeente wist niet wat een serviceclub was. Op de PAO-cursus die de VU voor gemeenteambtenaren organiseert is de eerste opdracht aan de cursisten fondsen in de gemeente te noemen. De beleidsambtenaren blijven unaniem het antwoord schuldig; grote fondsen als Fonds 1818 uit Den Haag of de hele grote Bernard van Leer Group Foundation uit Amstelveen blijken voor lokale overheden onbekend, waarbij de laatste 45 jaar (!) in die stad gevestigd was.
Amsterdam is een positief voorbeeld
Particulier initiatief, de bereidheid om vrijwillig iets voor de samenleving te doen is groot. Aan gemeenten het advies zich eerst op de hoogte te stellen en kennis te maken. Overheden hebben hun eigen verantwoordelijkheid, gebaseerd op de politieke democratie. Particulier initiatief heeft eigen keuzen en voorkeuren, gebaseerd op sociale democratie. Soms kunnen ze elkaar versterken, soms elkaars tegenstander zijn. Het zijn twee werelden. Een positief voorbeeld is de Gemeente Amsterdam. Daar ondertekenden de gemeente en het Landelijk Fondsenoverleg 11 maart 2014 een convenant om bij maatschappelijke projecten de samenwerking te verstevigen en de inzet van subsidiemiddelen en de financiële steun van de vermogensfondsen beter op elkaar af te stemmen.
Ga eerst eens kennismaken
Op de Dag van de Filantropie 2014 heeft een groep wetenschappers aandacht gevraagd - middels een Manifest – voor de zelfstandigheid van particulier initiatief. Dit Manifest - ik citeer- ‘is opgesteld om uiting te geven aan een grote bezorgdheid dat aan particulier initiatief in Nederland geen recht wordt gedaan. De vele vrijwilligers worden gezien als onbetaalde arbeidsreserve voor een bezuinigende overheid. Filantropische fondsen op hun beurt worden geacht bij te dragen om gaten in overheidsbudgetten te dichten’. Het Manifest eindigt met de stelling: ‘Een stap is dat partijen elkaar kennen, ontmoeten en – waar mogelijk – elkaar versterken’.
(Bron: Binnenlands Bestuur, 12 september 2014)
* Schuyt reageert op een artikel in Binnenlands Bestuur: “De gemeente Almere draagt verantwoordelijkheden over aan buurten. De pers schenkt hier aandacht aan en doet verslag van problemen die ontstaan onder de kopjes: ‘Samen de buurt doen, nee dank u'…. De gemeente legt onderhoud bij de bewoners… Ruzie in de participatiesamenleving’.
Voor de tekst van het Manifest: klik hier.
Politiek en overheid