Helaas zien we alle ingrediënten van onze poldercultuur verzwakken. Politieke partijen zijn versplinterd, en allemaal onzeker over hun voortbestaan. De arbeidsmarktstructuur is totaal veranderd en het ledenbestand van vakbonden slinkt. En terwijl de sociale zekerheid aanzienlijk is versoberd, is ook de kwaliteit van ondersteunende dienstverlening naar een bedenkelijk niveau gezakt. Tegelijkertijd nemen inkomens- en vermogensverschillen toe. Hierdoor is er nog weinig over van een krachtige samenleving die tot breed gedragen oplossingen voor de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd weet te komen.
Verval
Sinds de tweede helft van de vorige eeuw werd steeds meer oplossingskracht bij de overheid belegd. De Nederlandse publieke sector behoorde zelfs jarenlang tot de wereldtop. Helaas heeft ook hier het verval toegeslagen. De publieke uitvoering is op afstand van het beleid geplaatst en krijgt al decennialang weinig aandacht. Bij de start van kabinet Rutte IV werden veel middelen voor het oplossen van grote vraagstukken beloofd, maar de concrete invulling ervan verloopt uiterst traag en de middelen eroderen. Door de sterk toenemende zorglasten en vergrijzing komt de overheid de komende decennia waarschijnlijk zeer krap bij kas te zitten. Zó krap dat het niveau van maatschappelijk welbevinden zoals we dat gewend waren (en nog steeds verwachten) niet langer haalbaar is.
![]() |
![]() |