In het onderzoek Eigentijdse Ongelijkheid is nagegaan hoe volwassen Nederlanders onderling verschillen in vier 'kapitaalvormen': economisch, sociaal, cultureel en persoonlijk. De analyse leverde zeven sociale klassen op: de werkende bovenlaag (19,9%); de jongere kansrijken (8,6%); de rentenierende bovenlaag (12,2%); de werkende middengroep (24,9%); de laagopgeleide gepensioneerden (18,1%); de onzekere werkenden (10,0%) en het 'precariaat' (6,3%). Dat laatste is een samentrekking van precair en proletariaat.
Wetenschap & Onderzoek Nieuw onderzoek naar onderlinge sociale verschillen
SCP: eigentijdse ongelijkheid schrijnend
Nieuw onderzoek naar onderlinge sociale verschillen 9 maart 2023 Nieuws | Redactie DDB | Wetenschap & Onderzoek Nederland kent zeven sociale klassen met grote onderlinge verschillen. Daarbij is naast ‘wat je hebt’ (opleiding, beroep, inkomen en vermogen) ook gekeken naar ‘wie je kent’, ‘waar je bij past’, en ‘wie je bent’. Een op de zes Nederlanders heeft achterstand op deze vier terreinen. Deze structurele ongelijkheid is ‘hardnekkig’ en heeft ‘grote gevolgen’.
Aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau in een studie die deze week is verschenen. Het SCP heeft internationaal gezien een bijzondere positie. Het instituut fungeert als overheidsorganisatie én als onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksinstituut. Met zijn onderzoeksprogramma anticipeert het SCP op maatschappelijke vraagstukken die in de komende jaren spelen. Het bureau heeft grote impact op politiek-bestuurlijke besluit- en beleidsvorming.
In het onderzoek Eigentijdse Ongelijkheid is nagegaan hoe volwassen Nederlanders onderling verschillen in vier 'kapitaalvormen': economisch, sociaal, cultureel en persoonlijk. De analyse leverde zeven sociale klassen op: de werkende bovenlaag (19,9%); de jongere kansrijken (8,6%); de rentenierende bovenlaag (12,2%); de werkende middengroep (24,9%); de laagopgeleide gepensioneerden (18,1%); de onzekere werkenden (10,0%) en het 'precariaat' (6,3%). Dat laatste is een samentrekking van precair en proletariaat.
9 maart 2023
Nieuws | Redactie DDB | Wetenschap & Onderzoek
Nederland kent zeven sociale klassen met grote onderlinge verschillen. Daarbij is naast ‘wat je hebt’ (opleiding, beroep, inkomen en vermogen) ook gekeken naar ‘wie je kent’, ‘waar je bij past’, en ‘wie je bent’. Een op de zes Nederlanders heeft achterstand op deze vier terreinen. Deze structurele ongelijkheid is ‘hardnekkig’ en heeft ‘grote gevolgen’.
Aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau in een studie die deze week is verschenen. Het SCP heeft internationaal gezien een bijzondere positie. Het instituut fungeert als overheidsorganisatie én als onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksinstituut. Met zijn onderzoeksprogramma anticipeert het SCP op maatschappelijke vraagstukken die in de komende jaren spelen. Het bureau heeft grote impact op politiek-bestuurlijke besluit- en beleidsvorming.
In het onderzoek Eigentijdse Ongelijkheid is nagegaan hoe volwassen Nederlanders onderling verschillen in vier 'kapitaalvormen': economisch, sociaal, cultureel en persoonlijk. De analyse leverde zeven sociale klassen op: de werkende bovenlaag (19,9%); de jongere kansrijken (8,6%); de rentenierende bovenlaag (12,2%); de werkende middengroep (24,9%); de laagopgeleide gepensioneerden (18,1%); de onzekere werkenden (10,0%) en het 'precariaat' (6,3%). Dat laatste is een samentrekking van precair en proletariaat.
In het onderzoek Eigentijdse Ongelijkheid is nagegaan hoe volwassen Nederlanders onderling verschillen in vier 'kapitaalvormen': economisch, sociaal, cultureel en persoonlijk. De analyse leverde zeven sociale klassen op: de werkende bovenlaag (19,9%); de jongere kansrijken (8,6%); de rentenierende bovenlaag (12,2%); de werkende middengroep (24,9%); de laagopgeleide gepensioneerden (18,1%); de onzekere werkenden (10,0%) en het 'precariaat' (6,3%). Dat laatste is een samentrekking van precair en proletariaat.
Om iets aan deze structurele ongelijkheid te doen is alleen aan de economische knoppen draaien een te beperkte aanpak. Dat gaat namelijk alleen over ongelijkheid in onderwijs, arbeidsmarkt en geld. Andere kapitaalvormen, zoals het onderhouden van een sociaal netwerk, digitale vaardigheden en gezondheid blijven buiten beschouwing. Ook is het te makkelijk om de verantwoordelijkheid voor de eigen positie neer te leggen bij de individuele burger.
Het SCP ziet meer in het gericht aanvullen van de ‘kapitaaltekorten’. Een tweede optie is om te zorgen dat mensen geholpen worden als dat op cruciale momenten in hun leven nodig is. Ten slotte is het van belang dat er in beleid meer oog is voor het verband tussen ongelijkheid en sociale cohesie. Als de overheid en de politiek het lage vertrouwen van de bevolking in Den Haag willen terugwinnen is betrouwbaar zijn en luisteren naar burgers een eerste begin.
Het SCP ziet meer in het gericht aanvullen van de ‘kapitaaltekorten’. Een tweede optie is om te zorgen dat mensen geholpen worden als dat op cruciale momenten in hun leven nodig is. Ten slotte is het van belang dat er in beleid meer oog is voor het verband tussen ongelijkheid en sociale cohesie. Als de overheid en de politiek het lage vertrouwen van de bevolking in Den Haag willen terugwinnen is betrouwbaar zijn en luisteren naar burgers een eerste begin.
Twee pijlers
Als democratische rechtstaat steunt Nederland op twee pijlers. In de electorale pijler handelen politieke partijen, parlement en regering op basis van een kiezersmandaat. In de niet-electorale pijler – die allengs wint aan invloed – opereren de rechterlijke macht, de centrale bank en andere non elects zoals het SCP. Interessant om te zien hoe het SCP al vele decennia zijn onafhankelijkheid weet te borgen en tevens dienstbaar is aan overheden en academici.Tot slot: het SCP heeft in zijn jaarplan 2023 een aantal thema’s geselecteerd waaraan het extra aandacht zal besteden zoals brede welvaart, participatie, structurele ongelijkheid en sociale cohesie. Dit zijn stuk voor stuk thema’s die ook fondsen, foundations, goede doelen en NGO’s in het vizier hebben. Voor de filantropie is hier een belangrijke rol weggelegd, maar steeds aanvullend op (toegevoegde waarde biedend aan) het overheidsbeleid.