Rien van Gendt: overheid moet onafhankelijkheid fondsen respecteren

Rien van Gendt hield eerste naar hem vernoemde lezing in de Grote Kerk in Den Haag
Rien van Gendt hield eerste naar hem vernoemde lezing in de Grote Kerk in Den Haag
28 oktober 2016
Nieuws | | Vermogensfondsen

Hoewel de rol van private fondsen de laatste jaren onder invloed van allerlei factoren aanzienlijk is veranderd, zou één aspect juist niet mogen veranderen: hun onafhankelijkheid. Die moet worden bewaakt door de fondsen zelf, maar ook gerespecteerd door de overheid. Het afschaffen van de giftenaftrek is een voorbeeld van het aantasten van die onafhankelijkheid: 'de bijl aan de wortel van de civil society'. Deze heldere boodschap gaf Rien van Gendt in de eerste naar hem vernoemde lezing gisteren in de Grote Kerk Den Haag.
 
De 'Rien van Gendt-lezing' is een initiatief van het Haagse Fonds1818, waar Van Gendt negen jaar bestuurslid was en is bedoeld als eerbetoon aan de man die niet alleen in de Nederlandse, maar ook internationale filantropie een indrukwekkende reputatie heeft opgebouwd en daarvoor intussen ook al rijkelijk gelauwerd is. Het voorrecht voor de aftrap van een nieuwe traditie - de Rien van Gendt-lezing zal tweejaarlijks worden gehouden - werd uiteraard gegund aan 'mr. Philanthropy' zelf. Fonds1818 formuleerde de doelstelling van de lezingenreeks als volgt: 'Tijdens de Rien van Gendt-lezing wordt van de spreker verwacht dat hij of zij een verrassende blik laat schijnen over de filantropische wereld of een deel daarvan. Het curatorium, bestaande uit de voorzitter van Fonds 1818, de voorzitter van koepel FIN, de CEO van EFC en Rien van Gendt, bepaalt wie wordt uitgenodigd als sprekers in de toekomst.'
 
Schuivende panelen
In de Grote Kerk in Den Haag hield Van Gendt een betoog onder de titel 'Fondsen en samenleving: schuivende panelen.' Daarin nam hij zijn gehoor mee in de ontwikkelingen die private fondsen belangrijker hebben gemaakt voor de samenleving, maar ook ontwikkelingen die die rol juist beperken. Een betoog dat geen schokkende nieuwe inzichten bood - veel is bekend uit andere stukken en optredens van Van Gendt - maar dat zijn waarde juist ontleent aan het heldere verband waarin Van Gendt ze presenteerde. Inclusief een aardig intermezzo: anders dan vroeger worden veel fondsen opgericht tijdens het leven van de oprichter. Ongeveer de helft van de huidige fondsen! De oprichter is dus nadrukkelijker in beeld: 'Ze willen meer doen dan alleen geld inbrengen, ze willen de eigen expertise inbrengen, het eigen netwerk, en ze willen geëngageerd bezig zijn. Er is zelfs een woord voor: ‘venture philanthropy’.
 
Te simplistisch
Maar de optimistische ondernemersgeest die veel van die nieuwkomers in de filantropie meebrengen is Van Gendt te simplistisch. Van Gendt: ' Ze hebben het geld verdiend op een dynamische manier en ook nu, in deze voor hen nieuwe wereld van de filantropie, denken ze in termen van exits, met alle gevaren daaraan verbonden. Het verhaal gaat over venture capitalists dat ze achteruitlopend een kamer binnengaan. De reden daarvan, zo gaat het door mij verzonnen verhaal, dat venture capitalists altijd de exit willen zien voordat ze echt naar binnen gaan. Welnu, in de wereld van de filantropie kan dat niet. Het gaat bij het realiseren van maatschappelijke veranderingen vaak om organische groei in plaats van om ‘we fix it’.
 
Consensuscultuur
Ook signaleert Van Gendt een gebrek aan 'culturele sensitiviteit': de Nederlandse manier van fondsen besturen, ingebed in onze egalitaire consensuscultuur, kun je niet zomaar oppakken en ergens neerzetten. In Belgie snappen ze daar nauwelijks wat van, aldus Van Gendt, die de lachers op zijn hand had: 'Soms zeggen mensen zelfs dat consensus is voor Nederlanders wat seks is voor mensen uit andere landen.'
 
Van 'grantmaking' naar 'gamechanging'
Veel factoren die maken dat fondsen tegenwoordig - letterlijk - meer in beeld komen en transformatie markeren van 'grantmaking' naar 'gamechanging' zijn intussen bekend. De terugtrekkende overheid laat gaten vallen waarin fondsen niet zomaar kunnen of willen springen, maar dat levert ook dilemma's op. Stoer roepen dat je niet meedoet aan de substitutiereflex, kan betekenen dat je als fonds je eigen missie ook ziet verschrompelen.

Overheid 'vleugellam'
De rol van de overheid wordt ook beperkt door de politieke fragmentatie. Volgens Van Gendt maakt zij de overheid zelf 'vleugellam': We kunnen constateren dat het vertrouwen in de representatieve democratie afneemt en dat het belang van de ‘doe-democratie’ op het lokale niveau toeneemt. Civil society en de fondsen incluis pakken die kans om zich te positioneren en dat wordt door de overheid zelfs gefaciliteerd (bijvoorbeeld The Charter in relatie tot implementatie Sustainable Development Goals).
 
Van doneren naar investeren
En last, but not least, is er de onmiskenbare ontwikkeling van doneren naar investeren: 'Fondsen zijn in toenemende mate bereid niet alleen te denken in termen van donaties, maar ook via leningen, participaties in maatschappelijk kapitaal en garanties ontwikkelingen mogelijk te maken en een partner te zijn in maatschappelijke investeringen.
 



Groot geworden door klein te blijven
Maar die 'groeifactoren' hebben ook een tegenhanger, betoogde Van Gendt. Wat te denken van de laagrentende omgeving (bestedingen onder druk) en de mondiale trend van de 'shrinking space of civil society'. En evident is de financiële slagkracht van private fondsen in vergelijking de publieke middelen van de overheid zeer beperkt. Maar 'klein' hoeft geen nadeel te zijn. Een beetje zoals de reclameslogan van een bank: 'Groot geworden door klein te blijven', zei Van Gendt: 'Fondsen kunnen de wildcard spelen, vernieuwend bezig zijn en maatschappelijke experimenten mogelijk maken, risico’s nemen. Wij kunnen juist die rol spelen van ‘social venturing’, omdat er een adequate overheid wordt verondersteld aanwezig te zijn. Eigenlijk kunnen wij, in mijn ogen, strategische, filantropie alleen maar realiseren bij de gratie van het bestaan van een publieke sector, en dankzij het feit dat wij niet te dominant zijn.'
 
Identiteitsverlies
Een te grote invloed van privaat geld - Van Gendt vermeed zelf het begrip - kan leiden tot 'philanthrocapitalism', een fenomeen dat vooral in de VS speelt, maar ook tot identiteitsverlies. Van Gendt: 'Als de rol van fondsen te groot zou worden, komen er mechanismen op gang die zouden veroorzaken dat wij de essentie van ons bestaan zouden verliezen, we zouden noodgedwongen moeten gaan lijken op de overheid. In feite zie je dan een zelfdestructie van privaat geld voor het publieke doel, een bezwijken onder onze eigen dominantie, wij zouden dan gedwongen worden om quasi-overheid te worden. Dit alles pleit ervoor de rol van fondsen als redelijk beperkt te blijven zien. Alleen dan kunnen zij bijdragen aan pluriformiteit en zich richten op zaken die vernieuwend zijn en riskant.'
 
Afschaffing giftenaftrek slechte zaak
Bij al die schuivende panelen is er natuurlijk een constante die Van Gendt benoemde aan het einde van zijn betoog. Een cri de coeur, ook in de richting van het Binnenhof, waar Van Gendt als SBF-bestuurder menig kopje koffie dronk met menig beleidsmaker en politicus: de onafhankelijkheid van de private fondsen. Hun recht om als luis in de pels te dienen. Een recht dat niet door de overheid zou moeten worden aangevreten, bijvoorbeeld door afschaffing van de giftenaftrek. Van Gendt: 'Omdat filantropie inhoudt dat privaat geld wordt besteed aan publieke doelen, is een essentieel kenmerk waar we voor moeten staan: onze onafhankelijkheid. Uiteraard moet dit worden gerespecteerd door de overheid. Het zou in dat verband een slechte zaak zijn, als de overheid – en niets valt uit te sluiten – de giftenaftrek (die volgens mij een wezenlijk onderdeel is van onze beschaving) zou afschaffen en dit fiscale voordeel voor het schenken van privaat geld voor publieke doelen bijvoorbeeld zou
inruilen door private donaties te gaan matchen met publiek geld. Vroeg of laat zou de overheid voorwaarden gaan stellen aan dergelijke matching grants. Het is daarom verwerpelijk en het is de bijl aan de wortel van de ‘civil society’.
 
To play the wild card
Van Gendt zou Van Gendt niet zijn als hij alleen de vinger naar de overheid zou wijzen. De grootste verantwoordelijkheid rust op de schouders van fondsen zelf: 'Niet alleen moet de overheid de onafhankelijkheid van fondsen respecteren, wij moeten het belang van onafhankelijkheid zelf ook agenderen en uitdragen... Onafhankelijkheid wil niet alleen zeggen dat we een kritische instelling hebben, maar ook dat we risico durven te nemen met wat we doen en hoe we het doen. We moeten bereid zijn ‘to play the wild card’. Bij schuivende panelen moet het nadenken over onze eigen legitimering een permanent punt zijn op onze agenda.'
 
►Foto's: Corien Bosch, Fonds1818
 
2/2