Op de beurzen is het laatste halfjaar veel waarde verloren gegaan. Sommige beleggers zijn uitgestapt en hebben hun belegging omgezet in een spaarrekening. Wat zal naar verwachting het netto effect van de beurskrach zijn voor de fondsen?
Bekkers: "Een licht negatief effect. Beleggingen renderen normaal gesproken meer dan spaartegoeden. Die leveren daardoor meer op voor de goede doelen. Vermogensfondsen die sterk afhankelijk waren van beleggingsfondsen of die te agressief belegd hebben kunnen de komende jaren minder uitkeren aan goede doelenorganisaties. Voor wat betreft de giften van huishoudens verwacht ik weinig negatieve effecten. Zowel de waarde van beleggingen als die van spaartegoeden vertoont een sterk positief verband met de inkomsten van goede doelenorganisaties. Mensen geven gemakkelijker geld weg als ze een sterker gevoel van financiële zekerheid hebben. Dat gevoel krijgen ze door het vermogen dat ze achter de hand hebben. Of dat vermogen bestaat uit beleggingen of uit spaartegoeden maakt dan niet zoveel uit."
Wat rol spelen de dalende huizenprijzen en de stijgende werkloosheid?
Bekkers: "Historisch gezien is er een sterk verband tussen de ontwikkeling van de huizenprijzen en giften aan goede doelen. Ik denk dat dit komt door de psychologische zekerheid die de waarde van een eigen huis geeft. Er zijn weinig mensen die daadwerkelijk de overwaarde op hun onroerend goed weggeven aan goede doelen. Het gaat om de zekerheid dat je altijd nog je huis hebt. Voor het eerst sinds de NVM cijfers bijhoudt (1985) zijn we aangeland in een periode waarin de huizenprijzen zijn gedaald. Ik verwacht dat dit zich zal vertalen in een afname van het gevoel van financiële zekerheid en daardoor in een afname van de giften. Sinds 1985 is het verband tussen de huizenprijzen en de inkomsten van goede doelenorganisaties bijna 1 op 1. Dat zou betekenen dat een afname van de huizenprijzen zich direct vertaalt in een evenredige afname van de giften. Werkloosheid heeft historisch gezien een minder sterk verband met giften. Het lijken vooral periodes van oplopende werkloosheid te zijn geweest die op een termijn van 1 tot 3 jaar samengingen met afnemende giften. Het maakt ook uit welke sectoren van de economie het hardste getroffen worden. In de sectoren waarin veel gulle gevers werkzaam zijn hakt werkloosheid er het hardste in."
In de jaren negentig was er een direct verband tussen geefgedrag en consumentenvertrouwen, tijdens de oliecrisisjaren en de crisis begin jaren tachtig niet. Hoe hard is het verband eigenlijk?
Bekkers: "Het verband is getemporiseerd. Ontwikkelingen in het consumentenvertrouwen lopen minstens vijf maanden vooruit op de ontwikkelingen in de reële economie. We hebben tijdens eerdere crises gezien dat het consumentenvertrouwen al gedaald was, maar de giften nog bleven doorstijgen. Dat is ook nu nog het geval. Het consumentenvertrouwen was al in het voorjaar van 2008 sterk aan het dalen. Pas in het najaar werd de crisis echt zichtbaar. Daar komt bij dat de meeste mensen pas als een van de laatste dingen bezuinigen op giften aan goede doelen. Dat betekent dat voor het grootste deel van de bevolking giften vrij crisisbestendig zijn."
Is er in cijfermatige zin iets te zeggen over de ontwikkeling van de inkomsten van de fondsen in 2009 en in 2010?
Bekkers: "Accountants hebben berekend dat de waarde van al het vermogen in Nederland met zo'n 13% is gedaald. Uit nog ongepubliceerd onderzoek, waar ik nu aan werk, blijkt dat een afname van 1% in het vermogen samen gaat met een afname van iets minder dan 0,5% in de giften. Een redelijke voorspelling is dus dat in 2009 de inkomsten van goede doelenorganisaties (de kerken buiten beschouwing gelaten) met zo'n 6% zullen dalen. Het is nog te vroeg om een voorspelling te doen voor 2010."