Van een anbi met activiteiten van eenvoudige aard en beperkte omvang kan niet worden verlangd dat zij een administratie bijhield van alle liefdadigheidsprojecten. Het overleggen van de administratie van het goede doel waaruit bleek dat de beschikbare gelden nagenoeg waren besteed aan de projecten, was voldoende. Dat heeft de rechtbank Noord-Holland bepaald.
Een stichting die projecten financierde in Brazilië en Paraguay is aangemerkt als anbi. In april 2013 meldde de Belastingdienst dat de anbi-status met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 zou worden ingetrokken. De stichting was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter. Die meende dat de vraag of de intrekkingsbeschikking terecht was, uitsluitend moest worden beoordeeld op basis van de vereisen in de Uitvoeringsregeling. Of de stichting voldeed aan de administratieve verplichtingen in artikel 52 AWR en de statuten, was hierbij niet relevant.
Overlegde bescheiden voldoen
Dat de stichting geen nauwkeurige boekhouding bijhield van de bestedingen in Brazilië en Paraguay en de administratieve bescheiden toelichting nodig hadden, kon de ontzegging van de anbi-status volgens de rechtbank niet rechtvaardigen. De overlegde bescheiden van het goede doel en jaarstukken, voldeden als administratie zoals bedoeld in de uitvoeringsregeling. Aangezien hieruit bleek dat de beschikbare gelden nagenoeg waren besteed aan de liefdadigheidsprojecten, had de inspecteur de anbi-status ten onrechte ingetrokken volgens de rechtbank.
Klik hier voor het vonnis.
Tax & Legal