Ongemakkelijke vragen voor filantropie

De kritische blik van de hoofdredacteur van Alliance

Gezaghebbend filantropiemagazine. 
Gezaghebbend filantropiemagazine. 
7 september 2023
Interview | | Filantropiestrategie

Alliance magazine stimuleert al meer dan vijfentwintig jaar wereldwijd het debat over filantropie. Hoofdredacteur en ‘kritische vriend van de sector’ Charles Keidan schuwt daarbij het stellen van scherpe vragen of het innemen van duidelijke standpunten niet. Een gesprek over klimaatverandering als kans voor de sector, een verplichte pay-out rate voor vermogensfondsen, en de vraag of een vrouwenquotum voor stichtingsbesturen opgenomen wordt in het Europese Manifest Filantropie.



FotoCharlesKeidon[43] copy.png
(Foto: Alliance)

Charles Keidan heeft zo’n beetje alle disciplines in de filantropische sector doorlopen; van fondsdirecteur tot activist van academicus tot journalist. Zo was Keidan bijna een decennium directeur van de Pears Foundation en gaf hij vervolgens les in filantropie en non-profitorganisaties aan Stanford University. In zijn huidige functie als hoofdredacteur van Alliance magazine, een tijdschrift dat bericht over filantropie en sociale investeringen wereldwijd, beschouwt de voormalig insider zich nu als ‘kritische vriend’ van de sector. ‘Vanaf de oprichting heeft Alliance een kritische blik op het veld, maar is tevens geworteld in de wens dat filantropie en civil society goed gedijen’, zegt Keidan via een Teams-verbinding vanuit Londen.

Was het door uw langjarige ervaring in de sector bij uw aantreden als hoofdredacteur lastiger om objectief te zijn?
‘Juist door mijn ervaringen in de sector was ik eraan toe om moeilijke vragen te stellen - en ik wist natuurlijk goed welke vragen dat moesten zijn. Toen ik in 2016 aantrad was mijn grootste uitdaging de omgeving van schaarste waarin ik terechtkwam. Bij een vermogensfonds zijn er altijd voldoende middelen, wat zorgt voor een mentaliteit van overvloed. Maar Alliance was destijds een relatief kleine non-profit publicatie met mij als enige voltijd redactielid. Gelukkig is er inmiddels meer waardering voor de waarde van de infrastructuur en ook de communicatiestructuur van filantropie. Rien van Gendt, al ver voor mijn tijd medeoprichter van Alliance Publishing Trust, was een pionier die hieraan veel heeft bijgedragen.’

Alliance is een ‘kritische vriend’ van de filantropische sector…
‘Als we filantropie simpelweg toejuichen en slechts ruimte geven aan mensen om hun werk te promoten, dan doen we ons werk niet goed. Dus we zijn bereid kritisch te zijn op spelers in het veld die het beter kunnen doen.’

Wat zijn in uw ogen de hete hangijzers voor de sector?
‘In 2023 schreven we in ons jubileumnummer over de uitdagingen voor de volgende 25 jaar. Er zijn grote problemen die aangepakt moeten worden: de klimaatverandering, maar ook de groeiende welvaartsongelijkheid en de diversiteit van fondsbesturen.'

‘Wat de klimaatcrisis en klimaatverandering betreft heeft de filantropische sector echt een kans. De sector heeft al een sterkere aanwezigheid in internationale fora. En internationale organisaties buiten de filantropie komen nu ook veel bewuster naar filantropische fora. Dit bevestigt dat filantropie een belangrijk onderdeel is van het gesprek met overheden en bedrijven over de reacties op klimaatverandering.'

Fondsbestuurders en filantropen zien klimaatverandering in toenemende mate als iets dat hen aangaat, ongeacht de missie van het fonds.
‘Zeker. En de volgende stap is dat we niet meer alleen bepaalde donoren bestempelen als ‘klimaatfondsen’, maar ernaar streven dat alle donoren een ‘klimaatlens’ hanteren bij hun financiering. Dit betekent het hanteren van zowel een klimaatperspectief als een klimaatrechtvaardigheidsperspectief met betrekking tot de effecten van klimaatverandering op mensen die er het minst aan hebben bijgedragen. Alliance heeft zich gecommitteerd aan wekelijkse berichtgeving over klimaatfilantropie als onderdeel van onze eigen toewijding om het onderwerp meer zichtbaarheid te geven.’

En hoe zit het met de groeiende welvaartsongelijkheid?
‘De groeiende welvaartsongelijkheid is ook deels een kans; juist omdat er meer rijkdom is, kan er meer herverdeeld worden en besteed aan algemeen nuttige doelen. En het maakt filantropie meer zichtbaar en ook beter gepositioneerd om samen te werken in publiek-private partnerschappen. Het creëert momentum voor filantropie.'

‘Maar de uitdaging is dat de groeiende ongelijkheid in rijkdom enkele serieuze sociale problemen laat zien en dat de perceptie soms is dat filantropie de ongelijkheid in de samenleving weerspiegelt. Dus in plaats dat filantropie een oplossing is voor sociale problemen, weerspiegelt het de problemen zelf en lost die eigenlijk niet op.’

En wat moet de sector hieraan doen?
‘Verschillende mensen hebben daar verschillende antwoorden op. Zo is er een groep die de ‘patriottische miljonairs’ wordt genoemd. Dit zijn miljonairs, waaronder veel filantropen, die zeggen dat ze meer belastbaar zouden moeten zijn; niet in plaats van hun filantropische activiteit, maar naast hun filantropische activiteit. Dat is op zichzelf een vorm van filantropie. Het debat over belasting en filantropie zal daar waar sprake is van grote ongelijkheid in rijkdom steeds vaker op de agenda verschijnen.' 

‘En bij het progressieve deel van de sector is een beweging gaande om de macht te verschuiven. De groei in vermogen leidt tot een groter verantwoordelijkheidsbesef, een bereidheid om rekening te houden met de opgebouwde middelen en na te denken over hoe die op grotere schaal en op een rechtvaardigere manier kunnen worden herverdeeld. Dit kan betekenen dat besturen en raden van toezicht worden gediversifieerd, dat er veel meer wordt gegeven, dat er macht wordt afgestaan, zoals de Amerikaanse schrijfster en filantroop MacKenzie Scott heeft beschreven, en dat er meer op vertrouwen gebaseerde modellen van filantropie ontstaan die proberen de machtsonevenwichtigheden tussen gever en ontvangers te verminderen.’


 



 


 



 

Waarop is vooruitgang geboekt?
‘De Covid-19 pandemie heeft het gesprek over duurzame financieringspraktijken echt vooruitgeholpen. Sommige fondsen probeerden financiering makkelijker beschikbaar, vrijer besteedbaar en flexibeler te maken. Ook brancheorganisaties en andere ondersteunende organisaties hebben eraan bijgedragen om dit proces te versnellen. De vraag is of dit zo doorgaat of dat financiers zullen terugkeren naar de tijden van voor de coronacrisis.'

‘Er is nog een ander aspect dat ik in dit verband wil noemen en waar ik in Groot-Brittannië ook over geschreven heb. De vermogens van fondsen zijn tot voor kort sterk gegroeid, vooral tijdens de pandemie. Dit leidt tot de vraag of fondsen ook voldoende geld uitkeren? Zo geldt in de VS, Australië en Canada de verplichting dat fondsen elk jaar minimaal 5 procent van hun vermogen uitgeven.'

‘Als die 5 procent-eis zou worden uitgebreid tot Britse stichtingen, dan zouden zij het afgelopen jaar 1,3 ​​miljard pond meer uitgeven hebben. Maar in Groot-Brittannië stuit een verplicht uitkeringspercentage op weerstand van stichtingen en ledenorganisaties. Wel is er inmiddels meer publiek debat over.’

Zal een verplicht uitkeringspercentage leiden tot meer publieksvertrouwen in de sector?
‘We hebben veel sociale problemen en dit roept de vraag op waarom enkele van de grootste Britse fondsen slechts 1 tot 2 procent van hun kapitaal uitgeven en niet 4 of 5 procent? Het antwoord is dat ze niets hoeven uit te geven. En daarom hebben ze volledige discretie over wat ze uitkeren. Als de spanningen stijgen over de concentratie van vermogen bij de rijksten en de manier waarop ze geven of het gebrek aan voldoende mate van geven, dan is een verplichte uitbetaling een beleidsmaatregel die overwogen kan worden.’

Zou een verplichte pay-out van 5 procent niet tot vermogenskrimp leiden? Bij Nederlandse fondsen schrijven de statuten vaak voor dat het stamvermogen eeuwigdurend in stand gehouden moet worden.
‘Dat is een goede vraag. Amerikaanse stichtingen betwisten de uitbetalingsregel van 5 procent niet. Ik weet het niet. Ik denk dat het afhangt van de marktomstandigheden over een langere periode. Er bestaat in elk geval de redelijke verwachting dat, als onderdeel van het contract met de samenleving, de rijksten meer kunnen en moeten geven, en dat ook zichtbaar dienen te maken.'

'Dus meer transparantie over onder meer de hoogte van de schenkingen en de hoogte van de uitgaven per jaar. Dat zou een redelijke en interessante innovatie zijn die ervoor kan zorgen dat er veel meer geld naar de non-profitsector stroomt. Als sector kunnen we dan zeggen: dit is onderdeel van ons sociaal contract, onze license to operate. Zo kunnen we laten zien dat onze beslissingen op het gebied van beleggingen, bestedingen en communicatie weloverwogen en doelgericht zijn.’
 
Eerder noemde u ook het punt van diversificatie van besturen en raden van toezicht.
‘Dit onderwerp is de laatste jaren hoger op de agenda gekomen. In Amerikaanse filantropische kringen en in zekere mate ook in het Verenigd Koninkrijk is er sprake van toenemende bewustwording op dit vlak. Het kan toch niet juist zijn dat er niet evenveel vrouwen in de besturen van stichtingen zitten als mannen. En in leidinggevende posities. En hetzelfde geldt voor andere groepen en groepen die zijn gemarginaliseerd.'

‘Ik zou graag horen wat er elders gebeurt met betrekking tot raciale onrechtvaardigheid en de noodzaak voor filantropie om zowel dit probleem aan te pakken als ervoor te zorgen dat de samenstelling van het filantropische personeelsbestand veel diverser is dan tot nu toe het geval is. En dat op basis van de verzamelde bewijzen. Op veel plaatsen is er eenvoudigweg geen informatie over de samenstelling van filantropische besturen en raden van toezicht.

‘In ons septembernummer staat een artikel van Franse collega's die pleiten voor quota voor stichtingsbesturen en raden van toezicht om de vertegenwoordiging van vrouwen te vergroten. In Frankrijk is een wet ingevoerd die bepaalt dat de raden van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven voor 40 procent uit vrouwen moeten bestaan.'

‘Persoonlijk denk ik dat er sterke argumenten zijn voor  quota bij Franse bedrijven heeft deze maatregel echt geholpen, dus waarom zou het dan niet voor stichtingen werken? Hebben stichtingen juist niet meer vrijheid om voorop te lopen op het gebied van maatschappelijke vraagstukken? Waarom lopen we dan achter op dit gebied? Dus de vraag is of dit onderwerp opgenomen wordt in het Europese Manifest Filantropie .’
 
 

Alliance Magazine

Alliance magazine is een non-profit publicatie die bericht over filantropie, sociale investeringen en maatschappelijke initiatieven wereldwijd. Het progressieve tijdschrift was aanvankelijk een initiatief van Charities Aid Foundation (CAF) en later de NGO Allavida. Sinds 2007 wordt het tijdschrift uitgegeven door Alliance Publishing Trust. De financiering is afkomstig uit advertenties, steun van stichtingen en andere partijen, evenemen-ten en abonnees. 

Alliance’s mondiale focus is mede te danken aan hun Redactieraad met filantropievertegenwoordigers vanuit de hele wereld en de contacten met internationale filantropie-infrastructuurorganisaties. 

Er verschijnen vier gedrukte edities per jaar, de overige berichtgeving is digitaal. Alliance orga-niseert ook (digitale) evenementen en Webinars.  

 
2/2