2013 was een bewogen jaar in de Nederlandse filantropie. ‘We’ kwamen het afgelopen jaar nadrukkelijker in de schijnwerpers te staan van de publieksmedia en niet altijd om glorieuze redenen: Argos, Alpe d’HuZes, KWF… Dit af te doen als ‘incidenten’ vinden wij een belediging van het gezonde verstand. Er is wel degelijk wat aan de hand. Misschien zouden we het wel de ‘perfect storm’ kunnen noemen. Het is de gelijktijdigheid van vele externe en interne factoren die maken dat het bestuurlijke schip in onze sector slagzij en water dreigt te maken. De hamvraag is: hebben wij kapiteins die de zaak weer op koers en in veiliger haven kunnen laten geraken?
Onze Top van oktober geeft er antwoord op. De 25 bestuurders die daar voor de camera’s van Filanthropium TV confereerden – op een enkele uitzondering na allemaal leden van ons forum - laten zien dat er voldoende zelfkritiek en scherp analytisch vermogen is. Er was een gevoel van urgentie en de overtuiging dat nu, meer dan ooit, een beroep wordt gedaan op persoonlijk leiderschap en persoonlijke moed.
Meer dan ooit is ons – de hoofdredactie - duidelijk geworden dat het heil niet gaat komen van overheid, branchekoepels, toezichthouders en andere bestuurlijke organen, die per definitie – met de beste bedoelingen - polderend achter de feiten aanlopen. Meer dan ooit is ons duidelijk geworden dat ook in de filantropie populisme geen antwoord kan zijn op structurele problemen die samenhangen met vertrouwen. Dat het behagen van donateurs, financiers, politici en beleidsmakers geen vruchtbare weg is. Dat angst voor verlies aan draagkracht de spreekwoordelijk slechte raadgever is.
Het zijn echte leiders die de poppenkast laten voor wat zij is. Die geen heil zien in schaamlappen die uiteindelijk zullen vallen. In zoethouders die uiteindelijk niet meer zoet houden. Er is lef voor nodig om nu tegen de stroom in aan de wereld uit te leggen dat goed goed doen geld kost. Dat goed goed doen heel wat duurder is dan de liefdewerk-oudpapier-mythe die zo angstvallig in stand wordt gehouden. Dat de tegenstelling tussen ‘goede’ en ‘foute’ kosten een bezopen idee is dat we zelf de wereld in hebben geholpen. Dat er geen pijpleidingen bestaan waardoor het geld rechtstreks bij de ijsberen en sloppenwijken als manna wordt afgestort.
Er is lef voor nodig om te zeggen dat de 25 procentnorm van het CBF een collectieve illusie voedt over controle en over absolute grenzen. Grenzen die alleen op papier bestaan en niet in de harde werkelijkheid van vechten tégen kanker of vóór gelijke rechten van vrouwen en meisjes.
Er is nood aan piraten en dromers, naast de vele rekenmeesters en veiligheidszoekers. Er is nood aan bestuurders die het weer over de eindbestemming hebben, en niet alleen over de ongetwijfeld kronkelige weg ernaartoe. Er is nood aan leiders die de bestuurlijke moed hebben om niet op een ceo of een minister te willen lijken.
2014 wordt een jaar van bestuurlijke waarheid. Het filantropisch jaaroverzicht over tien jaar zal de echte leiders feilloos kunnen aanwijzen. Wij hebben ze al gezien in oktober tijdens onze Top. Het vervult ons met hoop. No guts, no philanthropy.
Goede doelen