Kerkbalans lange tijd zeer succesvol
De 5 kerken die zijn aangesloten bij Kerkbalans zijn het RK kerkgenootschap Nederland, de Protestantse Kerk Nederland, de Alg. Doopsgezinde Sociëteit, de Remonstrantse Broederschap en de Oud-Katholieke Kerk Nederland.
Deze 5 kerkgenootschappen houden elk jaar in januari de fondsenwervingsactie Kerkbalans. Kerkbalans wordt centraal georganiseerd, maar uitgevoerd door de locale kerken met de inzet van vrijwilligers. Elk kerklid krijgt standaard een brief en envelop die korte tijd later door een vrijwilliger gevuld weer wordt opgehaald. Deze methode is vele jaren lang zeer effectief geweest: de kerkleden waren betrokken bij hun locale gemeenschap, en kenden de vrijwilliger persoonlijk. Grote kostenpost voor alle kerken (vooral de Rooms-Katholieke): het onderhoud van monumentale kerken. Elk jaar bij de presentatie van de Kerkbalans-campagne, klagen de voormannen van de kerken daarover opnieuw hun nood. Kerken hebben veel functies, maar de allerkostbaarste is toch wel die van monumentbeheerder. De overheid laat de zorg voor kerkgebouwen vrijwel helemaal over aan de kerken. Triest voorbeeld: de teloorgang van de magistrale St.Jans kathedraal in Den Bosch.
Minder mensen geven méér
Deze vijf kerken tellen samen 6,4 miljoen leden, dat is 39% van de Nederlandse bevolking. Een steeds groter deel daarvan is ‘slapend' lid (bijv. dooplid) en voelt zich nog maar zijdelings betrokken bij de kerk. Ze komen er bijvoorbeeld weinig en missen dus ook het gevoel voor het belang van de kerk. Onderzoek laat zien dat de kerk bij veel ‘randkerkelijken' nog wél een belangrijke rol speelt op cruciale momenten van geboorte, huwelijk en dood. Ook de cultuurhistorische rol van de kerk wordt zeer waardevol geacht.
De Kerkbalans-kerken zijn samen de grootste fondsenwerver van Nederland. In 2005 bracht Kerkbalans 384,5 miljoen euro op. Een piepklein beetje meer dan in 2004. Niet genoeg om de inflatie te dekken. Kortom: steeds minder mensen geven relatief meer. En die gevers worden dan ook nog eens steeds ouder.
De Kerken hebben besloten Gods water niet over Gods akker te laten lopen en zijn voorzichtig bezig nieuwe wegen in te slaan. Revolutionair is het allemaal niet, voor ervaren fondsenwervers, maar de eerste resultaten lijken zéér hoopvol.
Verbreden en verdiepen
Twee jaar geleden startte de Interkerkelijke Commissie Geldwerving met het ontwikkelen van een nieuwe geldwervingsstrategie. Motto: verbreden (de randkerkelijken en slapende leden activeren) en verdiepen (relatie met trouwe gevers intensiveren).
Pilot-projecten laten zien dat er op beide fronten nog veel te halen valt. Bij de presentatie van Kerkbalans 2006 drs. E. Duijsens, econoom van het bisdom Haarlem, de prognose uit dat de nieuwe aanpak kan leiden tot een groei van 23 miljoen euro per jaar. Een prognose die overigens niet meteen dit jaar gehaald zal worden: de kerken denken er tot ongeveer 2010 voor nodig te hebben.
Dirk Bijl, voorzitter Interkerkelijke Commissie Geldwerving: "Inmiddels zijn ruim 100 parochies en gemeenten aan de slag met Kerkbalans Nieuwe Stijl." Zonder slag of stoot gaat het niet: onderzoek laat zien dat ruim de helft van de Protestantse predikanten Kerkbalans onvoldoende ondersteunt. En dat zou wel eens hetzelfde kunnen zijn in RK-parochies.
Flinke stap vooruit in 2006
Het afgelopen jaar hebben de kerken, samen met WWAV, Hogeschool Windesheim/VU en onderzoeksbureau KASKI ) een flinke stap vooruit gezet. Straatinterviews, onderzoek, voorlichtingen voor plaatselijke kerkfunctionarissen, nieuwe teksten en vormgevingsideeën, etc. etc. Opmerkelijk is dat geen van de methoden zeer opmerkelijk is. Blijkbaar zijn aloude communicatie- en fondsenwervingswetten (differentiëren in stijl, positief communiceren, transparantie, telefonisch nabellen, etc.) voor de kerkelijke fondsenwerving totaal nieuw.
De Kerkbalans-kerken zijn optimistisch gestemd over de eerste resultaten, óók omdat contacten met kerkleden (actief of slapend) vaak zorgden voor een hernieuwd pastoraal contact. Het ging, kortom, niet alléén maar over geld. En dat is uiteraard welkom voor de kerken, die op allerlei fronten te maken hebben met een groeiende verantwoordelijkheid, zoals bij de uitvoering van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Waarom duur implementatie zo lang?
Het materiaal dat gebruikt wordt voor Kerkbalans 2007 (motto: Een kerk is van blijvende waarde) ziet er inderdaad prima uit. De diverse tekstuele varianten zijn een verademing vergeleken met de oubollige standaardaanpak van een paar jaar geleden. Het gekozen beeld is sterk: een kerkraam met daarin nu eens niet heiligen en bijbelse voorstellingen, maar glas-in-lood gezichten van heel gewone mensen.
Daaraan zal het beslist niet liggen. Toch waarschuwt Bijl, voorzitter Interkerkelijke Commissie Geldwerving, voor euforie. "We hebben veel geleerd van alle proeftrajecten het afgelopen jaar. Maar er zijn vraagtekens. Waarom duurt de implementatie van nieuwe ideeën voor geldwerving in kerkelijke structuren zo lang? Is er te weinig overtuigingskracht? Wie trapt toch op de rem? Wij willen de obstakels in het uitvoeringstraject verder analyseren en oplossingsmethoden ontwikkelen."
Kleine zelfstandigen
Het antwoord laat zich raden: kerkelijke gemeenschappen (allereerst de Protestantse) zijn van oudsher ook gewend als kleine zelfstandige te opereren en het hoofd boven water te houden. te vinden. Bemoeienis van andere experts en vernieuwing is niet altijd meteen welkom. Typerend in dit verband: deze week werden ook de Kerkbalans Awards uitgereikt aan vrijwilligers die zich bijzonder hebben ingezet voor locale geldwerving. Een van de genomineerden was de Doopsgezinde Sociëteit, maar die liet weten geen prijs te stellen op de nominatie, omdat ‘structuur en werkwijze anders is dan in RK en Prot. Kerken. En daar past geen Award-uitreiking in.'
Winnaar werd mevrouw Jen van Gijssel van de Remonstrantse Gemeente Twente.