Twee nieuwe goede doelenloterijen zullen begin 2018 daadwerkelijk hun entree gaan maken op de Nederlandse gokmarkt: Lottovate en Fairshare. Beide directeuren gaven tijdens een door Gaming in Holland georganiseerde bijeenkomst onlangs een voorproefje van wat ons te wachten staat. Peter-Paul de Goeij mikt met zijn Lottovate vooral op het segment van 21-35 jaar: loten kun je uitsluitend met smartphone, tablet of pc kopen en de prijzen gaan vooral over het gezamenlijk winnen van bijvoorbeeld exotische vriendenreizen. Roelant Reizevoort van Fairshare zegt juist weer op een oudere en vooral vrouwelijke doelgroep te mikken. Spelers mogen daarbij zelf bepalen welk van de tienduizenden goede doelen zij willen steunen en Reizevoort claimt dat zijn aanbod zal afwijken van het bestaande.
Beide nieuwkomers hebben tot nu toe beweerd dat hun komst geen bedreiging hoeft te vormen voor de opbrengst van goede doelen, die wettelijk op vijftig procent van de inkomsten is bepaald: de markt zou groot genoeg zijn voor nieuwe spelers. Maar dat laatste wordt onder andere door de Goede Doelen Loterijen en haar beneficianten juist ernstig betwijfeld. Alleen al deze loterijen (waaronder de Postcode Loterij) halen jaarlijks tussen de 400 en 500 miljoen euro op voor goede doelen die beneficiant zijn. Door het openbreken van het restrictieve beleid legt de Kansspel Autoriteit (Ksa) volgens hen de bijl aan de wortel van een uniek systeem en zal de te verwachten concurrentieslag om de gunst van de gokkers slechts verliezers kennen. Zeker nu de signalen er zijn dat behalve Lottovate en Fairshare nog meer nieuwe aanbieders een vergunning gaan aanvragen.
Die slag op de goede doelengokmarkt gaat er volgens oud-Lotto-directeur Tjeerd Veenstra ook zeker komen. Tijdens de bijeenkomst van Gaming in Holland voorspelde hij dat ten minste twee (nieuwe?) aanbieders relatief snel het loodje zullen leggen. Veenstra baseert die bewering op ervaringen in andere Europese markten, waar loterijen elkaar door agressieve marketing uit de boot proberen te duwen. Veenstra gaat daarom een stap verder: om een race naar de bodem te voorkomen zou een terugkeer naar een meer restrictief beleid weer door de Ksa overwogen moeten worden. Een recent rapport over toekomstscenario’s voor de Nederlandse loterijmarkt werd door Veenstra naar de prullenbak verwezen als ‘losgezongen van de realiteit’. Van de vier opties in dit rapport is het volgens hem het allerbeste om het in Nederland gewoon bij het oude te laten. En daartoe biedt Europese wetgeving meer mogelijkheden dan de Ksa denkt, aldus Veenstra, die de juridische dossiers over de liberaliseringsstrijd binnen Europa door en door kent.
Anderen, zoals loterijjurist Alan Littler, denken dat die race al gelopen is. Littler ziet geen juridische ruimte in de Europese wetgeving en denkt, net als de Nederlandse beleidsmakers, dat een scenario met meerdere opties voor zowel aanbieders als consumenten onvermijdelijk is.
We gaan het vanaf begin volgend jaar allemaal meemaken. Het is spannend om te zien of de nieuwe aanbieders inderdaad nieuwe segmenten weten aan te boren en (voorlopig althans) niet kannibaliseren op de bestaande opbrengsten voor het goede doel. Het is ook spannend te zien hoe de huidige goede doelenloterijen zullen reageren op het nieuwe aanbod, met name voor de online-opties en – specifiek – voor het beneficiantenbeleid. Nieuwkomer Fairshare neemt bijvoorbeeld duidelijk afstand van de idee dat de aanbieder bepaalt uit welke selecte club van goede doelen een consument mag kiezen voor de afdracht van de helft van zijn lot.
Meer keuze kortom voor zowel aanbieders als consumenten. Of die multiple choice op termijn ook goed is voor de goede doelen in ons land blijft voorlopig een groot vraagteken. Of een loterij, zo u wilt.
Loterijen