Het interview met ondergetekende over de grootste taboes in ‘het land van Goed Doen’ dat Trouw afgelopen vrijdag in haar goede doelenbijlage publiceerde, leidde tot een kortstondige, maar heftige file in mijn (voice)mailbox. Daarmee werd mijn punt – dat het zelfkritisch vermogen in de jonge filantropiesector nog zwak ontwikkeld is – eigenlijk extra onderstreept. In de categorie ‘heetgebakerd’ viel vooral het verwijt op ‘dat men niet het eigen nest bevuilt’. Fijn dat ik daar nog even iets heel duidelijks over kan zeggen, voordat ik mijn mouwen nog even extra opstroop.
De sector is niet ‘mijn nest’, ook al is het filantropisch territorium mij het afgelopen decennium dierbaar geworden. Veel sleutelspelers heb ik persoonlijk leren kennen en voor de meesten heb ik een bijzonder groot respect. Maar respect mag niet verward worden met kritiekloze aanbidding. Elke sector creëert van lieverlede zijn eigen mythes en het is de rol van de (vak)journalist om daar – met kracht van goede argumenten - doorheen te prikken voordat ze voor waarheid worden gehouden.
Op de Filanthropium Top begin oktober – waar enkele prominenten uit het brede maatschappelijk middenveld spraken over het particuliere initiatief - zei PvdA-voorvrouw Jetta Klijnsma hierover iets ongemeen raaks: “Gepassioneerde overgave, je inzetten voor de ander of voor de samenleving, is geen monopolie van de filantropie. Die is er ook in het openbaar bestuur.” En in vele andere sectoren van de samenleving, kan ik eraan toevoegen. En zo is het. Het maakt de mensen die vrijwillig of professioneel werken in de filantropie niet beter, maar natuurlijk ook zeker niet slechter dan in andere sectoren. Wie deze observatie ziet als een ‘bevuiling’ lijdt met zekerheid aan het Moeder Theresa-complex.
Voor velen is deze non de belichaming van het goede in de mens en van eindeloze barmhartigheid en is zij boven elke twijfel of kritiek verheven. Maar voor anderen – een minderheid - is zij de rooms-katholieke fundamentalist Agnes Gonxha Bojaxhiu die met haar opvattingen over geboortenbeperking, haar gevaarlijk gebrekkige medische kennis en haar cultivering van de armoede ook onnoemlijk menselijk leed heeft aangericht. Is er één visie ‘waar’?
De werkelijkheid heeft vele gezichten. Die te tonen, is een hele klus. Maar ook gewoon werk.
Filantropie