AMSTELVEEN (28 januari) - Goede doelen moeten zich meer op werknemers met een migratieachtergrond gaan richten. Het ontbreekt echter vaak aan beleid om allochtonen binnen te halen en binnen te houden.
Dat stelt de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF op basis van een onafhankelijk onderzoek onder veertig goede doelen, uitgevoerd door Ewa Szepietowska (MSc) onder leiding van professor Halleh Ghorashi van de Vrije Universiteit Amsterdam. Van de veertig organisaties hebben er tien formeel een diversiteitsbeleid. Het is voor het eerst dat de diversiteit onder Nederlandse ideële organisaties in kaart is gebracht.
Toegevoegde waarde migranten
Op zich onderkennen de meeste organisaties de toegevoegde waarde van personeel met een migratieachtergrond wel’, zo blijkt uit het rapport ‘Diversiteit is meer dan kleur in organisatie’. Van de onderzochte stichtingen en verenigingen geeft vijftien procent aan dat diversiteit een zeer belangrijke rol binnen de organisatie speelt. Van de goede doelen noemt 37,5 procent het onderwerp belangrijk en 27,5 procent stelt dat diversiteit een beetje belangrijk is. Opvallend is dat 17,5 procent van de onderzochte organisaties diversiteit helemaal niet als belangrijk ziet.
Allochtonen bij ideële organisaties
Voor dertig procent van de ideële organisaties is het percentage allochtonen onder het personeel tussen de vijf en vijftien procent. Verder heeft twintig procent tussen de vijftien en dertig procent allochtonen in dienst. Opvallend is dat in tachtig procent van de organisaties in de sector gezondheid geen mensen van buitenlandse komaf werken. Verder blijken allochtone werknemers vaak op de lagere niveaus in de organisatie te werken. Zo heeft bijna zestig procent van de onderzochte goede doelen geen leidinggevenden van buitenlandse afkomst in dienst. Verder heeft tachtig procent een geheel autochtone directie.
Verdeling naar sector
Organisaties in de sector welzijn en cultuur en in de internationale hulp blijken veel meer belang aan een gemengd personeelsbestand te hechten dan gezondheidsorganisaties en organisaties in de sector natuur en milieu. Zo zegt de helft van de organisaties in de laatstgenoemde sector dat diversiteit niet van belang is voor ze. Mede door het ontbreken van concreet beleid heeft tien procent van de onderzochte goede doelen geen allochtonen in dienst. Bij het grootste deel van de organisaties, namelijk bij 37,5 procent, is minder dan vijf procent van het personeel van buitenlandse komaf. Het gaat daarbij om westerse en niet-westerse allochtonen.
Weinig gekwalificeerde allochtonen
Als reden voor het lage aandeel allochtonen in de organisatie geeft twintig procent van de goede doelen aan dat er te weinig goed gekwalificeerde allochtonen zijn. Nog eens dertig procent van de onderzochte organisaties deelt dat oordeel enigszins. Volgens directeur Kees Bleichrodt van het UAF kent Nederland echter genoeg allochtoon talent, onder wie veel voormalige vluchtelingen.
Nadrukkelijker op de agenda
De stichting treedt met de VFI brancheorganisatie van goede doelen in overleg om het thema van diversiteit nadrukkelijker op de agenda te zetten om zo meer mensen met een migratieachtergrond bij ideële organisaties te laten instromen. De onderzoeksresultaten zijn tijdens een door de VFI georganiseerde bijeenkomst over diversiteit gepresenteerd.
Wetenschap & Onderzoek