Onder het motto ‘Het vermogen om verder te kijken dan jezelf’ vaart ING Private Banking recentelijk een nieuwe koers. Het ambitieniveau is opgeschroefd: een stap verder zetten dan anderen en blijven groeien met dubbele cijfers. Onder meer door een combinatie van persoonlijke service en innovatieve oplossingen. De voorkeursbank zijn van ondernemende mensen, dat is het streven. Het vlaggenschip zijn onder de private banks en voorop varen.
De afdeling Stichtingen & Instellingen richt zich op vermogensfondsen, kerkelijke instellingen, non-profit organisaties en goede doelen en wil de impact van deze organisaties helpen vergroten. Tot de brede dienstverlening behoren kredietverlening, vermogensbeheer, duurzaam beleggen en betaalinnovaties. De clientèle – controllers, directieleden, soms hele besturen tegelijk– wordt regelmatig geïnformeerd en geïnspireerd met nieuws, achtergronden en opinie. Vijf vragen:
1 U bent geverseerd in bancaire zaken. Hoe ervaart u het ‘onboarden’ bij ING?
Vens: ‘Ik werkte een groot deel van mijn professionele leven bij ABN AMRO waar ik diverse rollen vervulde in de zakelijke hoek. Kredieten, sparen, verzekeren, beleggen en dan voornamelijk aan de kant van de cliënt, vrijwel geen staffuncties. Je doorziet op basis van kennis en ervaring bepaalde patronen, gedrag van mensen, de problematiek van ondernemers en particulieren, meestal over de financiële huishouding.’
‘Toen ik de functiebeschrijving van relatiemanager bij ING las, herkende ik alle woorden en zinnen. Ik had daar telkens een verhaal bij waarmee ik precies kon vertalen wat zij nodig hadden. Het taalgebruik bij ING, de heldere manier waarop zaken verwoord worden, de laagdrempeligheid spreken mij zeer aan. Eerder spreektaal dan formele schrijftaal. To the point. Dat merk je ook bij de collega’s. Er heerst een prettige, informele werksfeer.’
2 Wat is de purpose bij Stichtingen & Instellingen, wat zijn ontwikkelingen?
‘Het Stichtingen & Instellingen team van ING Private Banking adviseert de grotere, beleggende cliënten: vermogensfondsen, kerkelijke instellingen, goede doelen en non-profitorganisaties. We zien vele hybride vormen. De vermogensfondsen en kerkelijke instellingen zijn in de meerderheid. Bij de vermogensfondsen zie je dat de druk, onder meer door de overheid, groter wordt om transparanter te zijn. Deze fondsen zijn een belangrijke kracht, ze vormen de smeerolie van de samenleving.’
‘Bij de kerkelijke instellingen, met hun traditie van caritas een andere belangrijke bron, zien we al jaren een lichte krimp in de markt. Er worden daar stappen gezet om meer samen te werken. Een kwestie van belangenbehartiging. Dat is nodig omdat er een tendens is steeds meer greep te krijgen op de civil society. In die zin verricht het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken – met 26 christelijke kerken en twee joodse gemeenschappen – goede werken.’
‘Goede doelen zijn minder geneigd om op grote schaal te beleggen. ING doet wel veel betalingsverkeer voor goede doelen. Anders dan vermogensfondsen en kerkelijke instellingen ligt op goede doelen een zwaardere claim om zich te verantwoorden tegenover hun donateurs en de samenleving. Vaak krijgen ze de vraag uit het publiek: ‘Waarom hebben jullie zoveel geld op de bank?’
‘Echter: goede doelen hebben vaak projecten die een lange doorlooptijd hebben. Dat vraagt vanuit financieel perspectief continuïteit. Ze hebben het gevoel dat als ze hun vermogen beleggen ze meer uit te leggen hebben dan wanneer het geld op een spaarrekening staat. Dat maakt dat goede doelen minder beleggen dan ze kunnen, en soms zouden willen. Terwijl je in een aantal situaties momenteel beter staatsleningen kunt hebben dan miljoenen op de bank.’
3 Hoe is filantropie ingebed bij private banking?
‘We hebben geen aparte Filantropie Desk. Filantropie is net als duurzaamheid en digitalisering een vast gespreksonderwerp in onze advisering. We hanteren een holistische aanpak. Wat zijn drijfveren? Waar zitten zorgen? Welke risico’s wil de cliënt beheersen? En als dit alles op orde is, wat zou hij/zij meer willen?’
‘Bij een stichting of instelling heb je met verschillende stakeholders te maken. Je ervaart als relatiemanager aan tafel soms enige frictie omdat bestuurders ook wel eens wat anders willen en het dan onderling oneens zijn over de beste route. Dat vraagt enige tact en diplomatie. Vaak hebben onze klanten zelf al uitgebreid onderzoek gedaan. Wij komen dan in beeld bij het inrichten van de structuur die het beste past.’
4 Hoe bent u betrokken bij de governance van Stichtingen & Instellingen?
‘Ik volgde de opleiding voor gecertificeerd commissaris aan de Governance Academy in Doorn, ben toezichthouder in de Raad van Toezicht van de Stichting Artsenlaboratorium en Trombosedienst en daarnaast penningmeester in het bestuur van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Als ervaringsdeskundige weet ik hoe belangrijk het is om de governance op orde hebben. Daar is in onze sector nog het nodige te verbeteren. Mijn ervaring helpt daarbij. En ook de stichting Intern Toezicht Goede Doelen vervult hier een belangrijke rol.’
‘Je hebt te maken met de doelstelling van een instelling, denk aan de statuten, maar je doet ook zaken met privépersonen die ergens iets van vinden, een opinie hebben. Voor ons is het uitdagend om terug te gaan naar de kern. Wat is de doelstelling van de stichting? Hoeveel speelruimte is er? Wat zijn voor- en nadelen? Dus de puzzel is niet alleen technisch – hoe richt je het in – maar ook: waar is de instelling het meest mee gediend?’
‘Een eindverantwoordelijke relatiemanager moet niet alleen diplomatiek zijn, maar ook in scenario’s kunnen denken. Zeker waar giften de hoofdmoot vormen van de inkomsten. Wat als die bron droogvalt? Is er dan een buffer? En wat doe je als de markt even tegenzit. Naast diplomatie en strategisch inzicht is empathie vereist. Niet alleen kijken naar de mens tegenover je, maar je ook realiseren waar de organisatie die de cliënt vertegenwoordigt voor staat.’
5 Waar zijn efficiencyvoordelen te behalen?
‘Het zou verstandig zijn om doelen soms te integreren door stichtingen samen te voegen. De sector is te versplinterd. Met als gevolg dat de kwaliteit die je in een bestuur wilt hebben bijna niet meer te krijgen is. Waarom niet meer samenvoegen? Bijvoorbeeld bij onderzoeks- en gezondheidsfondsen. Bundeling leidt tot betere besturen. Besturen die wat meer lef tonen, zich wat flexibeler en opener opstellen.'