HEADLINES
- kroonjuweel zelfbeschikking sector lijkt voorlopig veilig
- overheid toetst privaatrechtelijke normering alleen formeel juridisch
- sector moet uiterlijk 1 januari concrete plannen inleveren
- zwaardere overheidsrol (Cie. De Jong) afgeserveerd; brede werking wel gehonoreerd
- Belastingdienst alleen voor globaal toezicht, maar wel met stok achter de deur
- draagvlak voorstel in Tweede Kamer nog onzeker
- lobby kerken voor uitzonderingspositie houdt stand
Lees de volledige tekst van de brief: klik hier.
KERNBEGRIPPEN
Validatiestelsel: een samenhangend stelsel voor een gedragscode, keurmerk en inforportaal voor de gehele filantropiesector
Doel validatiestelsel: meer transparantie en beter toezicht
Hoofdrolspelers:
1. sector, vertegenwoordigd door Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (VFI, IF, FIN en kerken);
2. overheid: ministerie van Veiligheid en Justitie, ministerie van Financiën;
3. Werkgroep Publieksbelang = werkgroep van overheid en diverse vertegenwoordigers uit de sector die toetsingskader voor het nieuwe systeem heeft ontwikkeld
4. Commissie de Jong: onafhankelijke commissie die op verzoek van Teeven een advies heeft uitgebracht hoe het validatiestelsel verplichtend kan zijn voor alle anbi’s en wie hierop moet toezien.
DE BRIEF VAN TEEVEN IN 10 HOOFDPUNTEN:
1.Consensus
Er is in de sector overeenstemming over de gedragscode met principes en normen voor goed bestuur.
2.Normstelling door zelfregulering
De sector moet zelf de normen aandragen middels ‘een private instelling’ (in lijn met het voorstel van de Cie. De Jong voor de vorming van een privaatrechtelijke ‘multistakeholders’-stichting).
3.Algemeen verbindendverklaring
De normen uit het nieuwe validatiestelsel worden door de overheid algemeen verbindend verklaard als de overheid de normen ‘PASSEND’ vindt.
Teeven gaat ervan uit dat ‘het kabinet dit (de normering van het nieuwe stelsel, red.) terughoudend zal toetsen’.
Teevens ministerie wordt ‘systeemverantwoordelijk’ vanuit de overheid.
Navraag van de hoofdredactie van Filanthropium leert dat het kabinet heeft toegezegd de privaatrechtelijke normering alleen te zullen toetsen op strijdigheid met bestaande wet- en regelgeving, en niet ook nog inhoudelijk te amenderen. Hierdoor blijft het principe van zelfregulering intact.
4. SBF neemt regie over uitwerking
SBF gaat namens de sector verder werken aan het inrichten van het toezicht met respect voor de drie ‘bloedgroepen’: fondsenwervende instellingen, vermogensfondsen en kerken. De sector moet zelf met concrete voorstellen komen. Teeven noemt daarbij nadrukkelijk de ‘bouwstenen’ die door CBF deze zomer zijn aangedragen.
Voor 1 januari moet het nieuwe validatiestelsel op hoofdlijnen vaststaan: WIE is verantwoordelijk voor BEHEER GEDRAGSCODE? WIE voor NORMEN van TOEZICHT? WIE voor UITVOERING van TOEZICHT?
5. Fondsenwervende instellingen
Er komt een nieuw keurmerkstelsel voor fondsenwervende instellingen, de kerken uitgezonderd.
Voor kleinere instellingen komt een aparte regeling.
6. Vermogensfondsen
De gedragscode geldt niet alleen voor fondsenwervende instellingen, maar ook voor vermogensfondsen.
7.Kerken
De kerken behouden hun ‘eigenstandige positie’ op basis van art. 2:2 BW en geven op basis van de onderliggende normen in de sector een eigen invulling.
8.Informatieportaal is Kennisbank Filantropie
Vooralsnog wordt de Kennisbank Filantropie ingericht als het Centraal Informatiepunt Filantropie voor het publiek.
9.Belastingdienst beperkt zich tot ‘meta-toezicht’
Een half jaar na invoering van het nieuwe stelsel komt de Belastingdienst met een zogenoemde compliance-verkenning: hoe werkt het interne stelsel?
Op basis van deze verkenning komt er wel/niet een toezichtsarrangement: hierdoor kan de Belastingdienst zich bezighouden met metatoezicht, zoals nu ook al in andere sectoren gebeurt. Het directe toezicht wordt aan de sector zelf overgelaten. De Belastingdienst verliest echter niet haar autonome bevoegdheid in te grijpen en een instelling de anbi-status te ontnemen bij gebleken onrechtmatigheden.
10. Eind 2014 komt er een vervolgconvenant
WAT DOET TEEVEN MET HET ADVIES VAN CIE. DE JONG?
Overgenomen
- een brede regeling voor borging van het publieksbelang
- privaatrechtelijke normstelling door een multi-stakeholder-stichting
Afgeschoten
- een nieuw online register voor anbi’s
- beheer en uitvoer toezicht door de overheid
- een verwijzingsregeling
EERSTE REACTIES
Steven van Eijck (voorzitter SBF)
SBF-voorzitter Steven van Eijck is zeer tevreden over het kabinetsvoorstel, dat hij als ‘strategisch uitzonderlijk slim’ kwalificeert: ‘Cruciaal in het publieke toezicht is de algemeen verbindendverklaring van de overheid. Die is noodzakelijk als je voor alle 65.000 anbi’s iets wilt regelen, en je het kaf van het koren wilt scheiden. Dan is dit een mooie oplossing: laat de sector de ‘voorwas’ doen. Op het moment dat wij er als sector niet uitkomen, dan kunnen wij naar de overheid verwijzen via Veiligheid & Justitie en de Belastingdienst. Die laatste behoudt volledig haar eigenstandige taak om in geval van onrechtmatigheden sancties op te leggen. Tegelijkertijd organiseren we voor de instellingen die zich keurig aan codes en normen houden een vorm van horizontaal toezicht, waarbij de Belastingdienst op afstand blijft en op basis van vertrouwen en transparantie vooral metatoezicht uitoefent. Overigens ook weer met behoud van dezelfde autonomie: wie het vertrouwen schaadt, is dubbel aan de beurt natuurlijk. Dat laatste kun je nooit helemaal uitsluitend: filantropie is en blijft mensenwerk, maar het gaat feitelijk toch om incidenten. Ik ga daarom helemaal niet mee in het verhaal dat het nieuwe validatiesysteem zou bijdragen aan herstel van vertrouwen. Dat is hype-denken: het gaat om behoud van vertrouwen, want de Nederlanders geven nog steeds gul en warm aan goede doelen.’
Van Eijck heeft er desgevraagd het volste vertrouwen in dat de volksvertegenwoordigers het huidige kabinetsvoorstel zullen ondersteunen: ‘Alle fractievoorzitters die hierin een sleutelrol spelen, hoef ik niet meer te overtuigen van de belangrijke functie die onze sector vervult in de participatiesamenleving.’
Van Eijck is ervan overtuigd dat de kabinetsplannen voortkomen uit wederzijds begrip: ‘De sleutel tot succes is empathie. De bewindslieden hebben onze sector in de afgelopen periode veel beter leren kennen, en wij hebben geprobeerd ons in te leven in het politieke speelveld en de uitdagingen waarvoor de terugtredende overheid zich gesteld ziet. En nu, nu moeten we het als sector echt laten zien: de architectuur is afgerond; het inrichten en stofferen van het validatiehuis gaat nu echt beginnen.’
Jan Jaap de Graeff (voorzitter VFI)
VFI is op hoofdlijnen positief over de brief van Teeven, meldt haar voorzitter Jan Jaap de Graeff – tevens SBF-bestuurslid - vanaf zijn vakantieadres: ‘Onze wens om in eigen huis de zaken zelf goed te regelen is gehonoreerd. Daar zijn we blij mee. Tegelijkertijd is door de brede werking ook een achtervang gecreëerd voor de niet aangesloten instellingen. De bal is nu nadrukkelijk weer bij de sector gelegd en dat betekent dat we nu met goede en concrete voorstellen moeten afkomen. De bouwstenen voor een modernere vorm van toezicht die het CBF deze zomer heeft verzameld, kunnen daarbij een goede hulp zijn.’
Over de ontvangst van Teevens voorstellen door de volksvertegenwoordiging zegt De Graeff: ‘Het is in elk geval duidelijk dat er grenzen zijn aan wat de overheid vermag in termen van kennis, capaciteit en toezicht. Laten we echter niet vergeten dat in het huidige voorstel de overheid, de Belastingdienst, nog steeds een autonome bevoegdheid heeft om de anbi-status in geval van onregelmatigheid af te nemen.’
Rien van Gendt (voorzitter FIN)
Rien van Gendt, voorzitter van de koepel voor vermogensfondsen FIN en SBF-bestuurslid: ‘We zijn heel blij met de brief van het kabinet om een aantal redenen. De aanbeveling van de Commissie de Jong om één gedragscode uitgewerkt voor verschillende filantropische bloedgroepen privaatrechtelijk te regelen is overgenomen. Wat ik goed vind voor de toekomstige dynamiek ervan is dat die code dus dichtbij de sector blijft en er ruimte is voor normen die ook van meer reflectieve aard zijn – zoals het CBF recent heeft voorgesteld. Daarmee wordt het een stelsel van modern toezicht en niet een simpel afvinklijstje van ‘goed’ en ‘fout’. Zo blijft er ruimte voor een gesprek en een leercurve.’
Van Gendt is blij dat de overheid bij de algemeen verbindendverklaring van de normen, ontleend aan de gedragscode, alleen toetst op basis van strijdigheid met bestaande wet- en regelgeving en niet – zoals velen vooraf vreesden – zich inhoudelijk met de normen gaat bemoeien. Van Gendt: "Dat zou de bijl aan de wortel van de civil society zijn."
Binnen de FIN is men volop in discussie over de inrichting van het privaatrechtelijke toezicht. Daarbij doet zich de fundamentele vraag voor of er voor dat toezicht twee aparte instellingen moeten komen (één voor fondsenwervende fondsen en één voor vermogensfondsen) met optimale garanties voor behoud van eigen DNA – of – mede uit efficiencyoverwegingen één instelling met verschillende ‘kamers’. Van Gendt ziet overigens in het nieuwe stelsel ook weer mogelijkheden om niet-leden aan zijn koepel te verbinden: ‘We zouden niet-leden in het kader van de algemeen verbindendverklaring bijvoorbeeld een compliance assistence kunnen aanbieden.’
Hanneke Lenkens (directeur IF)
Het bestuur van koepel IF laat bij monde van haar directeur Hanneke Lenkens het volgende weten: ‘IF ziet het standpunt van het kabinet inzake het validatiestelsel en het rapport van de Commissie de Jong vol vertrouwen richting de Tweede Kamer gaan. We hebben lang met elkaar over de inrichting en afstemming van verantwoordelijkheden gesproken. De gedachte van enkelen dat het stelsel in deze vorm tot te veel overheidsbemoeienis zal leiden, is ongegrond: dit is juist een kans die we als sector moeten oppakken omdat we zoveel mogelijk zelf kunnen reguleren.
Bij de uitwerking is het belangrijk om aandacht te behouden voor de details die voor onze leden van belang zijn: toegankelijkheid, ontstapeling van regels - geen dubbel werk - en betaalbaarheid voor iedereen die wil deelnemen, zijn daarin altijd belangrijke uitgangspunten voor het IF geweest. De duidelijke samenhang met de bestaande anbi-regels en het instellen van een coulanceregeling voor nieuwe en kleine initiatieven worden daarbij in de uitwerking meegenomen.
Ten slotte is het van belang om op te merken dat het stelsel randvoorwaardelijk is: (publieks-) vertrouwen wordt voor een belangrijk deel bepaald door de goede doelen zelf. De rol van de overheid moet dan ook ondersteunend blijven: dat kan bijvoorbeeld door het verduurzamen van de giftenaftrek.’
Dedan Schmidt (interim-directeur CBF)
‘Wat ik sterk vind aan de brief van de staatssecretaris is zijn advies aan de sector ‘Regel het zelf goed. En als je dat gedaan hebt, ben ik bereid om het algemeen verbindend te verklaren’. ‘Ook goed dat hij daarbij de datum noemt van 1 januari 2015. Dat betekent dat de sector nu een besluit moet nemen. Daarmee legt Teeven de druk bij de sector, die er nu echt de spreekwoordelijke klap op moet en kan gaan geven.
Schmidt is blij met het feit dat in de kabinetsbrief de aanbevelingen van het CBF worden gekwalificeerd als ‘bouwstenen’ om het stelsel in te richten. Schmidt: ‘Uiterlijk begin november bieden wij SBF en overheid ons definitieve rapport aan. Daarmee wil het CBF-bestuur nadrukkelijk het sectorbelang dienen. Of en hoe het CBF later een rol kan spelen in beheer en uitvoering van het toezicht is nu even niet aan de orde. Natuurlijk zou het CBF het prettig vinden als zijn kennis wordt benut’
Op de vraag hoe hij de meningen van de volksvertegenwoordiging inschat, antwoordt Schmidt: ‘Wij hebben meer dan 2.000 donateurs om hun mening gevraagd. Zij zeggen: ‘Zorg dat toezicht vooraf, onafhankelijk en voor alle partijen is geregeld, maar niet door de overheid.’ Volgens mij zitten al deze elementen in de brief van Teeven’.