Het begon allemaal toen prins Willem Frederik van Oranje-Nassau in 1813 terugkeerde in zijn geboorteland dat gebukt ging onder een grote staatsschuld en schrijnende armoede. Twee jaar later werd hij gekroond tot koning Willem I en stond hij te springen om zijn land er weer bovenop te helpen. In de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen vond hij een belangrijke bondgenoot. Zij wilden het volk ontwikkelen door onderwijs en het verspreiden van kennis. Van meet af aan was het Nut daardoor een natuurlijke bondgenoot van de hervormingsgezinde koning.
Spaarbank
Het hoofdbestuur van het Nut vertelde de koning over hun experimenten met de spaarbank, waarmee de nodige ervaring was opgedaan in Schotland. De koning vroeg meteen of het Nut niet in al zijn afdelingen een spaarbank kon oprichten. Nog geen halfjaar later waren de spaarbanken een feit. Het aantal spaarbanken steeg in een hoog tempo. In 1819 hadden 48 van de 124 departementen van het Nut er één; in 1834 waren er al 71 Nutsspaarbanken.
Stichting VSB Fonds
Door de bijna twee eeuwen heen breidde de bank haar wekgebied steeds meer uit. Daardoor werd het uiteindelijk een zakelijke organisatie. Door de fusie met de VSB Bank, de latere Fortisbank, verdween de

van de Nutsspaarbank
Voor de regio
Tot op de dag van vandaag houdt Fonds 1818 de gedachte van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen levend. Stichtingen, verenigingen en groepjes mensen kunnen bij het fonds aankloppen voor financiering en hulp bij het realiseren van maatschappelijke projecten. Dit kunnen projecten zijn op het gebied van cultuur, onderwijs, kunst, milieu, natuur, sport, zorg en welzijn. Als het maar gericht is op het vooruit helpen van de inwoners van de regio.
Klik hier voor de jubileumwebsite.