Johan van de Gronden (1963) is sinds 2018 directievoorzitter van KWF Kankerbestrijding. Daarvoor was hij onder meer directeur van PUM Netherlands senior experts, het Wereld Natuur Fonds en ontwikkelingsorganisatie SNV. Hij werkte voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties en woonde jaren in Suriname, Zuid-Afrika en Denemarken.
Van de Gronden is actief in een waaier van maatschappelijke functies: hij is tevens voorzitter van de Raad van Toezicht van de Organisatie Oude Muziek, één van de voorzitters van het Adviesorgaan Fysieke Leefomgeving, lid van de Board van het Amazon Conservation Team in de VS, lid van de Raad van Advies van DOB Ecology, lid van de Raad van Toezicht van het Oncode Instituut en lid van de Raad van Toezicht van de Samenwerkende non-profit Loterijen.
Johan van de Gronden is ook een goed gelezen auteur. Hij publiceerde in 2015 “Wijsgeer in het wild. Essays over mens en natuur” bij Athenaeum – Polak & Van Gennep. Een nieuwe bundel essays is in voorbereiding (verschijnt najaar ’21).
Johan van de Gronden, filosoof en voormalig directeur van het Wereld Natuur Fonds, verkent het schemergebied tussen wijsbegeerte en natuurbescherming. Een tocht met een taoïstisch meester voert langs heilige bergen en eeuwenoude natuurgebieden in China. Een nachtelijke sterrenhemel in de Sahara leidt ons naar Immanuel Kant en de bronnen van de westerse natuurbeweging. Van de Gronden bezoekt het geboortedorp van wildernisprofeet Henry David Thoreau en speurt aan de oevers van de Hudson naar de inspiratie van diens tijdgenoot, de landschapsschilder Thomas Cole. Hij verkent de wonderlijke en amper begrepen relatie tussen levende talen en biologische diversiteit. In Suriname gaat hij op zoek naar de overwoekerde plantage waar Maria Sibylla Merian ruim driehonderd jaar geleden als eerste westerlinge systematisch studie maakte van het verborgen leven van tropische vlinders. Op de achtergrond in deze essays speelt de vraag naar de morele dimensie van natuurbehoud. Wat hebben moraal en landschap met elkaar te maken? En als er bijna geen plukje ongerepte wildernis meer over is, wat houdt natuurbescherming dan nog in?
►Bijdragen van Johan van de Gronden voor De Dikke Blauwe en berichten over hem zullen verschijnen op zijn speciale pagina op deze website: klik hier.Van de Gronden is actief in een waaier van maatschappelijke functies: hij is tevens voorzitter van de Raad van Toezicht van de Organisatie Oude Muziek, één van de voorzitters van het Adviesorgaan Fysieke Leefomgeving, lid van de Board van het Amazon Conservation Team in de VS, lid van de Raad van Advies van DOB Ecology, lid van de Raad van Toezicht van het Oncode Instituut en lid van de Raad van Toezicht van de Samenwerkende non-profit Loterijen.
Johan van de Gronden is ook een goed gelezen auteur. Hij publiceerde in 2015 “Wijsgeer in het wild. Essays over mens en natuur” bij Athenaeum – Polak & Van Gennep. Een nieuwe bundel essays is in voorbereiding (verschijnt najaar ’21).
Johan van de Gronden, filosoof en voormalig directeur van het Wereld Natuur Fonds, verkent het schemergebied tussen wijsbegeerte en natuurbescherming. Een tocht met een taoïstisch meester voert langs heilige bergen en eeuwenoude natuurgebieden in China. Een nachtelijke sterrenhemel in de Sahara leidt ons naar Immanuel Kant en de bronnen van de westerse natuurbeweging. Van de Gronden bezoekt het geboortedorp van wildernisprofeet Henry David Thoreau en speurt aan de oevers van de Hudson naar de inspiratie van diens tijdgenoot, de landschapsschilder Thomas Cole. Hij verkent de wonderlijke en amper begrepen relatie tussen levende talen en biologische diversiteit. In Suriname gaat hij op zoek naar de overwoekerde plantage waar Maria Sibylla Merian ruim driehonderd jaar geleden als eerste westerlinge systematisch studie maakte van het verborgen leven van tropische vlinders. Op de achtergrond in deze essays speelt de vraag naar de morele dimensie van natuurbehoud. Wat hebben moraal en landschap met elkaar te maken? En als er bijna geen plukje ongerepte wildernis meer over is, wat houdt natuurbescherming dan nog in?