In Amerika is het de normaalste zaak van de wereld: wie miljoenen verdient, moet ook iets terugdoen. Nu Jack Ma (foto) na de beursgang van zijn bedrijf Alibaba te boek komt te staan als miljardair, is ook hij aan de beurt. Hij heeft inmiddels aangekondigd fondsen te willen oprichten ter waarde van drie miljard dollar, meldt The Economist.
Cynici roepen meteen dat het om een schijntje gaat, in relatie tot de waarde van de beursgang voor het bedrijf (geschat op 150 miljard dollar), maar het zou wel eens een opmerkelijk effect kunnen hebben op andere rijken in China en op de overheid. China heeft 358 miljardairs. Toch tekende niet één daarvan de Giving Pledge. Angst is daarvoor de belangrijkste reden, omdat de meesten hun geld hebben verdiend in een socialistisch land. Ma zal dus voorlopig nog een uitzondering blijven, al zullen zijn stichtingen zorgen voor meer druk op andere Chinese vermogenden.
Meer vrijheid voor ngo’s nodig
Daarnaast geeft het president Xi wellicht een zetje om de civil society meer te promoten. Wat dat betreft is er genoeg te doen: op het platteland barst het van de kinderen die geen onderwijs genieten en er is een groot tekort aan gezondheidszorg. Het Chinese regime zal daarom ngo’s meer vrijheid moeten geven en ze een grotere, onafhankelijkere rol moeten laten spelen. En daaruit volgt meteen het eerste dilemma: de partij is nogal bang om grote onafhankelijke groepen te laten groeien
Een eerste stap
De vraag is nu hoe ver Jack Ma zal willen gaan om het regime in de juiste richting te duwen. Zelf geeft hij aan met de overheid te willen samenwerken en het niet te willen confronteren. Maar ondertussen begeeft hij zich op de terreinen die in China het meest zullen profiteren van een nieuwe civil society: onderwijs, het milieu en gezondheidszorg. Het is in ieder geval een eerste stap.
Filantropen