nl
De door de VFI gepubliceerde reactie laat aan duidelijkheid niets te wensen over. De VFI erkent de behoefte van kleine en/of lokale doelen, die moeite hebben met de zware toets van het CBF-Keur, aan een lichter keurmerk. Volgens de VFI is er in de sector echter geen behoefte aan twee keurmerken. De VFI wijst voorts op het feit dat de keurmerkcriteria in het nieuwe keurmerk lichter zijn dan die van het CBF en dat het nieuwe keur qua toetsing van de effectiviteit van goede doelen niet verder lijkt te gaan dan het CBF. Kortom: de VFI ziet geen toegevoegde waarde.
Niet bediend
VFI-voorzitter Peter Helmer noemt de reactie van de VFI ‘niet onverwacht'. De VFI vertegenwoordigt immers de landelijk wervende doelen en heeft als eis gesteld dat deze in het bezit zijn van het CBF Keurmerk. De doelgroep van Helmer is een andere. Hij richt zich niet op de ongeveer driehonderd doelen die in het bezit zijn van de CBF-stempel van goedkeuring, maar op de duizenden fondsen die niet in staat zijn of niet de wil hebben om de zware CBF-toets te ondergaan. Helmer: "Daaronder zijn vele nieuwe fondsenwervende instellingen. Denk aan ziekenhuizen en scholen. Zij worden niet op maat bediend door het CBF."
Helmer en zijn voorganger hebben geprobeerd er met het CBF uit te komen. "Maar die discussie draaide in cirkels rond. We hebben op een gegeven moment de conclusie moeten trekken dat we er op die manier niet kwamen."
Vervolgens is na een inventarisatieronde aansluiting gezocht bij twee partners: Stichting Nationale Goede Doelen Test en het European Certification Bureau Nederland (ECB), dat voor certificering en borging van het keurmerk zal gaan zorgdragen. Het eerste resultaat van deze gesprekken is een discussiestuk dat op het Civil Society-congres zal worden uitgedeeld. "Onze bedoeling is eerst en vooral het entameren van een sectorbrede discussie," zegt Helmer. "We willen terug naar het fundament: aan welke eisen moet een keurmerk nou eigenlijk voldoen? De reactie van de VFI is dan ook voorbarig."
Toegevoegde waarde(?)
VFI-directeur Gosse Bosma ontkent dat hij te snel uit de startblokken is geschoten. "We hechten eraan om onze positie zo duidelijk mogelijk kenbaar te maken. Als VFI hebben we immers al een hele geschiedenis achter de rug van overleg met het CBF en aanpassing van het keurmerk. Natuurlijk begrijpen we de behoefte van de kleine doelen aan een keurmerk dat meer is toegesneden op hun organisatorische kenmerken. De VFI ziet echter geen toegevoegde waarde in het nieuwe keurmerk. Overigens willen we ons graag inzetten voor de mogelijkheid om de lokaal en regionaal wervende doelen in overleg met het CBF binnen het bestaande keur te faciliteren."
Dan rest nog de vraag in hoeverre het echt de bedoeling is van de initiatiefnemers om tot een nieuw keurmerk te komen. De bekendmaking van het initiatief en het discussiestuk (concept-keurmerk) zou kunnen worden geïnterpreteerd als een manier om druk te zetten op het CBF. Vervolgens zou het ISF met een goede uitgangspositie weer aan de onderhandelingstafel plaats kunnen nemen. Peter Helmer lacht. "Ik zou het zo willen formuleren: we staan nog steeds open voor gesprekken met het CBF. We hebben afgesproken dat we elkaar op het congres zien en dat dan de agenda's worden getrokken. Het verdient natuurlijk de voorkeur om als sector met één keurmerk naar buiten te treden dat ook de kleinere fondsen bedient. Maar als het niet met het CBF lukt, wat voor alternatieven resteren dan nog?"
Het CBF tenslotte reageerde in het Financieel Dagblad opvallend laconiek. Adrie Kemps stelde dat het CBF achter de schermen nog steeds bezig is om een nieuw certificaat voor kleinere goede doelenorganisaties te creëren. "Dit blijkbaar ondanks het feit dat de kleine instellingen tijdens een CBF-onderzoek hebben aangegeven dat ze op een dergelijk certificaat niet zitten te wachten," zegt Helmer.
(wordt vervolgd)
Komende dinsdag gaat de web site www.keurmerkgoededoelen.nl online
