Baanbrekend onderzoek naar civil society

Socioloog Wittek over veerkracht van burgemaatschappij

Prof. dr. Rafael Wittek. 
Prof. dr. Rafael Wittek. 
28 november 2024
Interview | | Wetenschap

Aan de vooravond van ons Civil Power Congres – woensdagmiddag 11 december in Amsterdam – spreken we Rafael Wittek (Würzburg, 1965). Hij is als hoogleraar theoretisch sociologie verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Met een interdisciplinaire onderzoeksgroep doet hij al jaren fundamenteel onderzoek naar ‘het weefsel’ van de civil society.



Prof. dr. Wittek c.s. ontving onlangs een Summit Grant van wetenschapsfinancier NWO ter waarde van € 30 mln! De som werd toegekend op grond van de kwaliteit van het consortium, de langlopende interdisciplinaire samenwerking en de talentontwikkelingsplannen. Daarbij werd ook gekeken naar de overkoepelende onderzoeksvraag en de geïntegreerde ‘trans-disciplinaire’ benadering. Alle reden voor een vraaggesprek.

Hoe kunnen verbindingen tussen individuen, groepen en instituties worden versterkt zonder deze onbedoeld elders in de samenleving te ontrafelen? Kunt u deze onderzoeksvraag toelichten?

Wittek: ‘Sociale cohesie wordt vaak tot stand gebracht door een beroep te doen op solidariteit binnen een groep ten koste van solidariteit met andere groepen. Dit is bijvoorbeeld wat we nu zien in Nederland met het strengste migratieregime ooit. Los van de morele kant gaat dit ook ten koste van specifieke andere groepen in het land, zoals het bedrijfsleven of de zorg. In alle sectoren zitten werkgevers te springen om personeel, terwijl de overheid het steeds moeilijker maakt voor potentiële werknemers om in Nederland aan de slag te gaan.’

FotoRafaelWittek copy.png
Socioloog Wittek: ... diverse bedreigingen van de sociale cohesie ...

In uw onderzoek is sprake van een horizontale en verticale dimensie. Hoe zit dat?

‘Over de condities die cohesie bevorderen of bedreigen is al redelijk wat bekend. Maar het meeste onderzoek richt zich op wat we de horizontale dimensie van cohesie noemen: samenwerking of solidariteit tussen individuen of tussen groepen. Maar individuen en groepen zijn altijd onderdeel van grotere eenheden: denk aan een buurt die onderdeel is van een gemeente, en een gemeente die onderdeel is van een provincie et cetera. Dit is de verticale dimensie.’

‘We weten nog niet zo veel over de wisselwerking. Enerzijds tussen deze niveaus als het gaat om wat cohesie bevordert of ondermijnt; anderzijds met de horizontale dimensie. De migratiemaatregelen van de overheid zijn onderdeel van de verticale dimensie. Hoe werken dit soort interventies en beleid door op horizontale cohesie?’

Welke factoren zetten het weefsel van de samenleving, de sociale cohesie onder druk?

‘Elke samenleving heeft altijd te maken met druk op sociale cohesie. Men moet een balans zien te vinden tussen solidariteit binnen een groep en samenhang tussen groepen. De vraag is of de instituties in staat zijn om deze balans te realiseren als de omstandigheden veranderen. Momenteel worden een aantal ontwikkelingen als bedreigingen van de sociale cohesie gezien: migratie, klimaat, zorg. Maar ook toenemende ongelijkheid en autoritaire tendensen (democratic backsliding). Deze ontwikkelingen leiden vaak tot polarisatie – en hiermee tot een verzwakking van interne groepsrelaties – omdat men tegenovergestelde opvattingen heeft over de oorzaken en de oplossingen.’

De druk op sociale cohesie lijkt momenteel uitzonderlijk …

‘Dat er tegengestelde opvattingen zijn en dat deze geuit worden, hoort bij een open samenleving. In Nederland en de meeste Europese landen werken de democratische checks and balances gelukkig nog redelijk goed, ook al zien we nu een aantal ontwikkelingen die de democratische basis dreigen uit te hollen die tien of twintig jaar geleden nog niet mogelijk werden gehouden.’

Waar denkt u aan?

‘Aan de noodzaak om bij een regeringsformatie een discussie te voeren over het respecteren van de grondbeginselen van de rechtstaat, of aan neofascistische partijen en idem gedachtegoed in Italië. Er is geen monocausale verklaring. De opvatting dat ongelijkheden toenemen – niet alleen economisch tussen personen of regio’s, maar ook cultureel tussen elite en anderen, tussen buitenlanders en Nederlanders speelt mee. Sociale media kunnen hierbij een versterkend effect hebben, ook in het versneld vormen van negatieve beelden.’

Kunnen burgerinitiatieven coöperaties, vrijwilligersorganisaties of sommige online communities tegenwicht bieden?

‘Een sterke civil society – gevormd door dit soort organisaties – speelt inderdaad een cruciale rol bij het kweken van en in stand houden van sociale cohesie. Ook het experimenteren met nieuwe en alternatieve vormen van samenleven, besluiten nemen, politieke processen vormgeven horen hierbij. Naast de markt en de staat zijn civil society organisaties een centrale pilaar voor een goede samenleving, omdat deze organisaties meer kracht hebben dan een individu of spontane bewegingen van individuen.’

Hoe scoort Nederland internationaal op het vlak van sociale cohesie?

‘Het hangt ervan af welke dimensie van sociale cohesie je kiest, maar over het algemeen scoort Nederland vrij hoog. Een recent onderzoek van het CBS laat zien dat Nederland na Zweden het hoogst scoort op een index van vier indicatoren. Zo heeft bijna 75% van de Nederlanders minimaal eens per week contact met familie, vrienden of buren. In Hongarije is dat slechts 20%. Ook scoren Nederlanders, met de Zweden, het hoogst als het gaat om vertrouwen in anderen.’

Uw onderzoeksgroep analyseert het maatschappelijk weefsel zoals een exacte wetenschapper dat wellicht zou doen. Hoe werk dat?

‘We gebruiken een brede reeks methodes, waaronder wat vaak onder de noemer “exact” wordt geschaard, zoals metingen van neurofysiologische processen. Daarnaast maken we gebruik van kwalitatieve benaderingen, zoals interviews, inhoudsanalyses, archiefonderzoek. De combinatie van methodes – mixed-method genoemd – hebben we nodig omdat we de hele cyclus – van het analyseren van een maatschappelijk probleem tot het ontwikkelen, implementeren en evalueren van een interventie – gaan doorlopen.’

‘Bij elke fase horen verschillende methodes. Zo ga je bijvoorbeeld bij het afbakenen van een maatschappelijk probleem in gesprek met maatschappelijke partners onder meer door focusgroepen te organiseren. Maar in de vervolgfase ga je dan bijvoorbeeld een survey bij een steekproef uitzetten, of een experiment ontwerpen, archiefonderzoek doen, of een conceptuele analyse. Inderdaad een combinatie van methodes.’

Afgelopen zomer in Soesterberg was er uw jaarconferentie. Wat leverde dit op?

‘Tijdens de jaarconferentie geven we steeds ruim baan aan jonge onderzoekers. De PhD-studenten in het derde en vierde jaar presenteren hun werk. Vervolgens vormen we groepen rond elk project, deze groepen gaan het project dan bespreken. Dit is altijd heel vruchtbaar. Er ontstaan bijvoorbeeld veel inzichten over hoe de verbinding met het algemene onderzoeksprogramma kan worden versterkt.’

Wat is het verband tussen het SOCION-consortium en het SCOOP-programma.

‘SOCION is een consortium dat wetenschap uit de psychologie, geschiedenis, demografie, filosofie en sociologie integreert, met behulp van geavanceerde methoden om nieuwe inzichten te genereren over hoe gedeelde waarden, complexe sociale en psychologische mechanismen en (historisch veranderende) institutionele voorzieningen individuen en groepen beïnvloeden alsook instellingen op verschillende niveaus en in de loop van de tijd.’

‘SOCION is gefinancierd door een zogeheten ‘‘NWO summit grant’’. Dit is een eenmalig financieringsinstrument dat was voorbehouden aan succesvolle internationaal vooraanstaande consortia zoals het onze. SOCION stelt ons in staat om het SCOOP onderzoeks- en trainingsprogramma – interdisciplinair onderzoek in de sociale wetenschappen – en onze samenwerkingsverbanden met maatschappelijke partners verder uit te bouwen. SCOOP bestaat sinds 2012 en heeft in 2017 een tienjarige NWO-Zwaartekrachtsubsidie van € 18,8 mln gekregen – een ideaal instrument voor onderzoekers die in hun vakgebied vernieuwend en baanbrekend onderzoek verrichten.’

Tot slot: wie van de klassieke sociologen inspireren u vandaag nog?

‘Ik denk aan sociologische klassiekers zoals Durkheim, Simmel en Weber. Maar toch ook aan iemand als Karl Polanyi (1886 – 1964), een Hongaars-joodse econoom bekend om zijn magnum opus The Great Transformation uit 1944.  Polanyi was voorstander van het ‘‘substantivisme’’ dat economie niet zag als een systeem gebaseerd winstmaximalisatie, maar als een stelsel waarin relaties en het sociaal kader veel belangrijker zijn.’