Interview: Lodewijk Ridderbos

4 april 2007
Nieuws | | Personalia

Op 1 mei volgt Lodewijk Ridderbos (54) terugtredend directeur Junte de Savornin Lohman op als voorman van het Reumafonds. Ridderbos is nu nog lid van de directie van Fonds 1818. Een prachtig fonds, vindt hij. Maar de uitdagingen bij het Reumafonds zijn te groot om te laten liggen. "De overheid moet ervan overtuigd worden dat zij haar verantwoordelijkheid dient te nemen bij de reumabestrijding."


Waarom vertrekt u bij Fonds 1818? Was uw houdbaarheidsdatum verstreken?

 


Ridderbos: "Nee, hoor. Ik heb 4,5 jaar met veel plezier bij Fonds 1818 gewerkt. Het is een hele interessante periode geweest, waarin de organisatie een flinke transitie heeft doorgemaakt. Het vermogensbeheer is aangepast. Ook hebben we veel energie gestopt in het verbeteren van de kwaliteit van het toekenningsbeleid. Jaarlijks keert Fonds 1818 op een vermogen van 470 miljoen tien miljoen euro uit aan een gemêleerd gezelschap projectaanvragers."

 


Meer dan het Reumafonds jaarlijks in reumaonderzoek stopt.

 


Ridderbos: "Dat klopt, maar het bedrag van 6 tot 7 miljoen euro dat het Reumafonds jaarlijks toekent is bij lange na niet voldoende. Als het Reumafonds alle projectaanvragen zou honoreren, zou daarvoor 35 miljoen euro per jaar nodig zijn. Er gaapt een groot gat tussen vraag en aanbod. Of al dat onderzoek ook echt nodig is? Jazeker, in feite weten we nog maar heel weinig over reuma. Dit terwijl reuma een volksziekte is met enorme maatschappelijke implicaties."

 


Die maatschappelijke implicaties heeft het Reumafonds onlangs samen met TNO in kaart gebracht. Hoe groot is het prijskaartje dat aan reuma hangt?

 


Ridderbos: "Het blijkt dat een op de vijf volwassen Nederlanders reumatische klachten heeft. In totaal gaat het om 2,3 miljoen mensen. Daarvan is 1,6 miljoen chronisch ziek. Tweederde van de reumapatiënten is jonger dan 65 jaar, waaronder dus veel werkenden. Reuma brengt voor de maatschappij grote kosten met zich mee. Ziekteverzuim en arbeidsongeschikt kosten 11 miljard euro. De zorgkosten bedragen 2,1 miljard. Des te belangrijker dat we door onderzoek grip op deze ziekte en de uit de ziekte voortvloeiende maatschappelijke kosten krijgen. Het Reumafonds financiert 60% van het onafhankelijke Nederlandse reumaonderzoek, de academische ziekenhuizen 25%. De overheid is de grote achterblijver."

 


Wat ziet u de komende jaren als uw belangrijkste opgave?

 


Ridderbos: "Ik zie er in grote lijnen twee voor me. Een belangrijke vraag is: hoe positioneer je reuma? Hoe zet je het onderwerp - dat niet echt als ‘sexy' wordt gepercipieerd - nu eens echt op de kaart? Zowel bij het grote publiek als in de media en bij bestuurders. Bij politiek en bestuur ligt nog een tweede belangrijke taak. De overheid moet ervan overtuigd worden dat zij haar verantwoordelijkheid dient te nemen bij de reumabestrijding. Reuma is een maatschappelijk probleem dat de draagkracht van een enkel fonds overstijgt."

 


Denkt u dat de overheid naar u zal luisteren?

 


Ridderbos: "Garanties zijn er niet. Maar ik weet de weg in Den Haag. In een vorige hoedanigheid heb ik bij VNO/NCW ervaring opgedaan met de Haagse lobby. Ook in dit aspect van de functie zie ik een mooie uitdaging, die ik graag vanaf 1 mei aanga."

 


Lees hier de samenvatting van het TNO-rapport