DDB-columnist Henk van Stokkom stopt na 14 jaar bij De Dikke Blauwe. Van Stokkom is sinds 1995 onafhankelijk adviseur, onder andere op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, voor een aantal zuivere vermogensfondsen. ‘We moeten ophouden met denken dat ze daar niets kunnen.’
IK WERD VERLIEFD OP AFRIKA en andere ergernissen
Welke trends in ontwikkelingswerk heb je voorbij zien komen?
Ik heb veel trends in ontwikkelingssamenwerking voorbij zien komen, maar na al die jaren is het gek genoeg nog steeds zo dat wij in het Westen – of Noorden hoe je het ook wilt noemen – een oplossing ergens voor verzinnen waarvan we denken: daar zullen ze wel heel erg blij mee zijn in Afrika of Azië. Een voorbeeld uit de praktijk: Al tien jaar bestaat er een organisatie die rijdende operatiekamers wil realiseren in Afrika. Veel te duur natuurlijk, bovendien doen ze in Afrika dat soort ingrepen gewoon in de lokale kleuterschool, die dan tijdelijk wordt omgetoverd tot operatieruimte. Er is geen geld voor een ruimte met overdruk of onderdruk die steriel is en de weerstand van de gemiddelde patiënt is vaak hoog genoeg bij eenvoudige operaties. Ik begrijp dat we hier denken: deze patiënten hebben recht op dezelfde kwaliteit gezondheidszorg als bij ons. Helemaal waar, lijkt heel slim, maar dit werkt nu nog niet. Want wie gaat zo'n ding onderhouden en de 'running costs' betalen?
Voorbeeld twee: In coronatijd werd een miljoenenproject gestart waarbij containers als IC-ruimtes werden ingericht. Die containers worden vervolgens verscheept, maar dan blijkt er ter plekke een personeelstekort te zijn. Gevolg: die IC-ruimtes blijven grotendeels ongebruikt. Ik pleit voor een trendbreuk. We moeten rechtstreeks in contact komen met mensen in ontwikkelingslanden. Overal zitten lokale mensen met een uitstekende opleiding, kennis van zaken en het kennisniveau van alle anderen in de sector. Die moeten we benaderen en vragen: wat kunnen we samen doen om het leven hier aangenamer te maken. Maar dat gebeurt nog steeds nauwelijks.
Hebben trends in de filantropie invloed op ontwikkelingswerk?
Iedereen wil nu Bill Gates in het klein zijn. Wat ik veel hoor bij vermogensfondsen in ontwikkelingssamenwerking is de opmerking: we willen de wereld beter achterlaten dan we hem aantroffen. Daar kan ik erg om lachen, want met anderhalve ton of anderhalf miljoen per jaar te besteden, kun je op wereldniveau echt niet het verschil maken. Kan wel, maar dan moet je wel heel slim acteren en ook een beetje mazzel hebben. Net als Bill Gates willen vermogensfondsen zich nu ook met de uitvoering gaan bemoeien, maar ik vind dat vermogensfondsen zich tot hun taak moeten beperken: het meefinancieren van het werk van anderen die er al langer verstand van hebben. Overal ter wereld zijn mensen die oplossingen kunnen bedenken, je hoeft alleen te helpen met een beetje geld. We moeten ophouden met denken dat ze dat daar niet kunnen. Kijk naar een land als Ethiopië. Daar kun je van alles van vinden, maar boeken ze vooruitgang? Ja. Gaat dat snel? Nee, maar het gaat wél.
In navolging van Warren Buffett: ons soort mensen willen een probleem direct oplossen. Maar het heeft geen zin om een bak geld te storten. Je moet geduld hebben en overleg plegen. Voor sociale verandering moet je jaren rekenen. Buffett gebruikt dan het voorbeeld; als je over een maand een baby wil hebben, kun je niet negen vrouwen zwanger maken. Je moet gewoon die negen maanden wachten. En in onze sector denken mensen: als je er veel geld tegenaan smijt komt het goed. Met allerlei vervelende gevolgen ter plaatse, zoals een salarismarkt die instort. We weten dat het gebeurt, toch hebben we er nog altijd moeite mee om dit te implementeren in onze sector. Het is de afgelopen jaren eerder erger dan minder erg geworden.
Ontwikkelings samenwerking
DDB-afscheid Henk van Stokkom: 'Ik werd verliefd op Afrika' en andere ergernissen
Ben je daar cynisch van geworden?
Tegenover een aantal mensen wel. Pasgeleden las ik de motivatie van een bestuurslid van een bepaalde stichting op de website, iets in de trant van: in het dagelijks leven ben ik interimmanager en heb een eigen bedrijf, maar donker en geheimzinnig Afrika heeft altijd mijn belangstelling getrokken. Dan denk ik: onder welke steen heb jij gelegen? Ja, daar ben ik cynisch over geworden. De groep mensen die denkt dat ze het beter weten en het wel even snel gaan regelen.
Waar word je blij van?
Nou, ik heb bijvoorbeeld net met Segni gezoomd. Hij woont in het Westen van Ethiopië, is superslim, werkt zich uit de naad met allerlei gezondheidsprojecten, gewoon als burger voor de katholieke kerk. Lokale mensen die weten hoe het moet en hoe het kan. Op allerlei niveaus. Daar word ik blij van. Of van het One Acre Fund dat kleine boeren helpt. Lokaal verankerd, lokaal getest met lokale mensen. Of No means no worldwide waar jongeren in Afrika andere jongeren leren dat als een meisje nee zegt, dan bedoelt ze nee. Of Barefoot Law in Oeganda die mensen digitaal juridische hulp verleent.
Heb je een speciale band met Afrika?
Nee, geen speciale band. Ik ben niet een van die mensen die zegt: ik stapte uit het vliegtuig in Afrika en ik rook die geur en was op slag verliefd. De vroegere eigenaar van HIJ Herenmode had een stichting opgericht en was actief in Zuid-Amerika. Ik vroeg hem: waarom Zuid-Amerika? Hij zei: ‘Azië helpt zichzelf, iedereen helpt Afrika en ik spreek Spaans.’ Soms kan het zo eenvoudig zijn. Of ik nou een euro geef aan een blinde in Congo, Cambodja of Chili, ik ken ze alle drie niet. Ik heb geen voorkeur. Uit puur pragmatische overwegingen zijn we met de stichting Dioraphte in Oostelijk-Afrika gebleven; men spreekt er Engels, er is geen tijdsverschil en er is genoeg werk te doen. Klaar is Kees. Niets melodramatisch aan.
Wat levert ontwikkelingssamenwerking je op als mens?
Je zit niet in dit specifieke vak als je veel geld wil verdienen. Ik kom uit de financiële sector: het enige wat daar telt is geld. Daar was ik klaar mee in de jaren negentig. We hebben het hier alleen over 100 euro die 110 euro moet worden. Waarom eigenlijk? Ik vond dat geld ook anders kon worden ingezet. Via die vroegere eigenaar van HIJ Herenmode kwam ik in contact met ontwikkelingshulp. Je brood verdienen met iets nuttigs doen voor een ander is veel meer ‘rewarding’. Het levert meer op dan alleen salaris. Je hebt je tijd nuttig besteed, je hebt iets voor iemand anders kunnen betekenen. Ooit toen mensen nog netjes naar de kerk gingen, riepen ze daar: hou van een ander zoals van je zelf. Dat dus. Als je zelf goed in je vel zit; je hebt een dak boven je hoofd, een boterham, ga dan wat voor een ander doen.
Tegenover een aantal mensen wel. Pasgeleden las ik de motivatie van een bestuurslid van een bepaalde stichting op de website, iets in de trant van: in het dagelijks leven ben ik interimmanager en heb een eigen bedrijf, maar donker en geheimzinnig Afrika heeft altijd mijn belangstelling getrokken. Dan denk ik: onder welke steen heb jij gelegen? Ja, daar ben ik cynisch over geworden. De groep mensen die denkt dat ze het beter weten en het wel even snel gaan regelen.
Waar word je blij van?
Nou, ik heb bijvoorbeeld net met Segni gezoomd. Hij woont in het Westen van Ethiopië, is superslim, werkt zich uit de naad met allerlei gezondheidsprojecten, gewoon als burger voor de katholieke kerk. Lokale mensen die weten hoe het moet en hoe het kan. Op allerlei niveaus. Daar word ik blij van. Of van het One Acre Fund dat kleine boeren helpt. Lokaal verankerd, lokaal getest met lokale mensen. Of No means no worldwide waar jongeren in Afrika andere jongeren leren dat als een meisje nee zegt, dan bedoelt ze nee. Of Barefoot Law in Oeganda die mensen digitaal juridische hulp verleent.
Heb je een speciale band met Afrika?
Nee, geen speciale band. Ik ben niet een van die mensen die zegt: ik stapte uit het vliegtuig in Afrika en ik rook die geur en was op slag verliefd. De vroegere eigenaar van HIJ Herenmode had een stichting opgericht en was actief in Zuid-Amerika. Ik vroeg hem: waarom Zuid-Amerika? Hij zei: ‘Azië helpt zichzelf, iedereen helpt Afrika en ik spreek Spaans.’ Soms kan het zo eenvoudig zijn. Of ik nou een euro geef aan een blinde in Congo, Cambodja of Chili, ik ken ze alle drie niet. Ik heb geen voorkeur. Uit puur pragmatische overwegingen zijn we met de stichting Dioraphte in Oostelijk-Afrika gebleven; men spreekt er Engels, er is geen tijdsverschil en er is genoeg werk te doen. Klaar is Kees. Niets melodramatisch aan.
Wat levert ontwikkelingssamenwerking je op als mens?
Je zit niet in dit specifieke vak als je veel geld wil verdienen. Ik kom uit de financiële sector: het enige wat daar telt is geld. Daar was ik klaar mee in de jaren negentig. We hebben het hier alleen over 100 euro die 110 euro moet worden. Waarom eigenlijk? Ik vond dat geld ook anders kon worden ingezet. Via die vroegere eigenaar van HIJ Herenmode kwam ik in contact met ontwikkelingshulp. Je brood verdienen met iets nuttigs doen voor een ander is veel meer ‘rewarding’. Het levert meer op dan alleen salaris. Je hebt je tijd nuttig besteed, je hebt iets voor iemand anders kunnen betekenen. Ooit toen mensen nog netjes naar de kerk gingen, riepen ze daar: hou van een ander zoals van je zelf. Dat dus. Als je zelf goed in je vel zit; je hebt een dak boven je hoofd, een boterham, ga dan wat voor een ander doen.
Welke grote dossiers gaan de komende tijd spelen bij vermogensfondsen?
Het grote probleem in Nederland is dat een vermogensfonds bijna altijd gestructureerd is in een stichting. Die stichting is een rechtspersoon en heeft z’n eigen belangen en doelstelling. De oprichter en het bestuur van zo’n stichting moeten niet denken: dit is mijn stichting, maar: het is onze taak om de stichting te organiseren zodat ze de doelstelling kan halen. Om de onafhankelijkheid van een stichting te implementeren moeten we naar een systeem waarbij de oprichter niet het volledige bestuur mag aanwijzen. Een vermogensfonds krijgt fiscale voordelen met zijn anbi-status. Jij en ik betalen mee aan de fiscale voordelen van vermogensfondsen, maar hebben er niets over te zeggen. Eigenlijk is zo’n vermogensfonds ondemocratisch.
Als ik dit stel, krijg ik vaak de opmerking: ben jij nu een verdwaalde communist ofzo? Maar het geld komt ook uit de gemeenschap, dus daar moeten we iets mee. Wat weet ik nog niet. De overheid ziet dat nu ook in en intensiveert de controle. Maar uitsluitend met formuliertjes en protocolletjes, en kijkt niet naar de structuur. Daar wordt overheen gekeken.
In de afgelopen vertien jaar heeft Henk van Stokkom een grote hoeveelheid uiterst prikkelende columns geschreven. Wie eenmaal begint te lezen op de pagina waar ze (grotendeels) zijn verzameld, kan niet meer stoppen.
Ga nu naar Henks pagina: DDB Select Page.
Het grote probleem in Nederland is dat een vermogensfonds bijna altijd gestructureerd is in een stichting. Die stichting is een rechtspersoon en heeft z’n eigen belangen en doelstelling. De oprichter en het bestuur van zo’n stichting moeten niet denken: dit is mijn stichting, maar: het is onze taak om de stichting te organiseren zodat ze de doelstelling kan halen. Om de onafhankelijkheid van een stichting te implementeren moeten we naar een systeem waarbij de oprichter niet het volledige bestuur mag aanwijzen. Een vermogensfonds krijgt fiscale voordelen met zijn anbi-status. Jij en ik betalen mee aan de fiscale voordelen van vermogensfondsen, maar hebben er niets over te zeggen. Eigenlijk is zo’n vermogensfonds ondemocratisch.
Als ik dit stel, krijg ik vaak de opmerking: ben jij nu een verdwaalde communist ofzo? Maar het geld komt ook uit de gemeenschap, dus daar moeten we iets mee. Wat weet ik nog niet. De overheid ziet dat nu ook in en intensiveert de controle. Maar uitsluitend met formuliertjes en protocolletjes, en kijkt niet naar de structuur. Daar wordt overheen gekeken.
In de afgelopen vertien jaar heeft Henk van Stokkom een grote hoeveelheid uiterst prikkelende columns geschreven. Wie eenmaal begint te lezen op de pagina waar ze (grotendeels) zijn verzameld, kan niet meer stoppen.
Ga nu naar Henks pagina: DDB Select Page.