AMSTELVEEN (22 september) - “De hulpsector overleeft niet als hij niet gaat samenwerken met het bedrijfsleven, of in elk geval léért van die bedrijven. Wereldwijd lopen subsidies terug en worden donateurs kritischer over wat er met hun geld gebeurt. Een hulporganisatie moet daarmee kunnen omgaan.”
Dat zei Daniela Soares, directeur van het Engelse bedrijf Impetus Trust vorige week tijdens het debat ‘Zijn bedrijven betere armoedebestrijders?’ in de Rode Hoed in Amsterdam. Impetus Trust leert hulporganisaties op een meer bedrijfsmatige manier te werken.
Prestatiecontracten voor weeshuizen
Volgens het aanwezige panel, met deelnemers als Ton aan de Stegge, ex-topman van onder meer Telfort en PCM en ondernemer en ngo-baas Bart Hartman, kunnen hulporganisaties nog veel van ondernemers leren, qua efficiency maar ook formuleren en meten van doelen. Aan de Stegge: “Als donateur wil ik aan het eind van het jaar weten of de doelen zijn behaald, en zo niet, hoe ze dat volgend jaar wel denken te gaan doen.”
Hij verlangt dat ook van de organisaties die hij privé steunt. Zo sluit hij prestatiecontracten af met weeshuizen in Zuid-Amerika. Het gaat dan om het opleidingsniveau van de kinderen, een baan, en dergelijke. “Worden die doelstellingen niet gehaald, dan trek ik de stekker eruit. Dat geeft zo’n organisatie ter plekke ook een zekere verantwoordelijkheid. Een ondernemer geeft niets gratis weg, en dat zou een hulpverlener ook niet moeten doen. Daarmee geef je mensen trots en zelfvertrouwen.”
Crisis creëren bij goede doelen
Ook zei Aan de Stegge er een voorstander van te zijn om ‘crisis’ binnen organisaties te creëren. “De organisatie mag niet stil staan, moet altijd groeien, en de concurrentie voor zijn. Je mag eigenlijk nooit tevreden zijn en achterover leunen.” Hij zei ook dat hij vond dat top van (hulp)organisaties nooit langer dan vijf jaar achtereen op het pluche zou moeten mogen zitten.
Groot bedrag doneren lastig
De aanwezige panelleden constateerden verder dat het nog behoorlijk lastig is om een groot bedrag te doneren, omdat het moeilijk is om een geschikt project te vinden, dat meetbaar is en ook toegevoegde waarde heeft. Ondernemer Bart Hartman richtte daarom in 2002 zijn eigen ngo op, NOTS. Hij wilde toen een paar ton onderbrengen bij een aantal organisaties, verdiend met het handelen in bedrijven en medische producten, en kreeg toen geen bevredigend inzicht in het resultaat van deze clubs. Daarop besloot hij zelf aan de slag te gaan en uiteindelijk ook de Stichting Goede Doelen Test ontwikkelde. Hartman ziet in de hulpverleningswereld ook nog tal van ouderwetse conglomeraten. “Organisaties als Hivos, Icco en Oxfam Novib doen van alles tegelijkertijd. Die organisaties kunnen leren van wat in het bedrijfsleven al jarenlang een succes is: focus je op je kernactiviteiten. Wat je niet kunt, koop je in, of je gaat een joint venture aan met een andere organisatie. Voor ondernemers is dat heel gewoon, maar hulpverleners krijgen het nog steeds niet voor elkaar.”