Grote 3: WNF, Natuurmonumenten, Greenpeace
Van de ‘grote 3' is alleen het Wereld Natuur Fonds gegroeid. Het WNF telt nu 920.000 donateurs. De groei was niet zo spectaculair als in 2005, maar het WNF staat zeer comfortabel op nummer één.
Nummer twee is Natuurmonumenten, dit jaar gedaald met 22.000 tot een nog steeds respectabel totaal van 873.000 leden.
Op nummer 3 staat Greenpeace, waar de daling van de afgelopen jaren gestopt lijkt. Greenpeace telt nu, net als vorig jaar, 580.000 donateurs.
Vogels, zeehonden en milieu populair, Dierenbescherming lijdt
De lijst laat opmerkelijke ontwikkelingen zien: internationale dierenorganisaties zoals IFAW en WSPA blijven stijgen. Grote stijgers in de top 10 zijn de Vogelbescherming (130.000) met 7.200 nieuwe leden, en Milieudefensie (92.000) met 6.400 nieuwe leden. Opmerkelijk is ook de stijging van de aanhang van Zeehondencrèche Pieterburen (58.000 leden, van wie 2.300 nieuwe). Want ging het niet juist veel beter met de zeehonden in de Waddenzee?
Grote verliezer in de top 10 is de Dierenbescherming (194.000) met een daling van 8.200 leden. Ook dat is opmerkelijk in een jaar waarin alle dierenthema's in snel tempo gemeengoed zijn geworden en nieuwkomer Partij voor de Dieren uit het niets 2 kamerzetels wist te veroveren.
Wat is er aan de hand bij Natuurmonumenten?
In 2001 bereikte Natuurmonumenten haar absolute top van 975.000 leden. Daarna is haar aanhang elk jaar verminderd. Hoe kan dat? De inkomsten zijn overigens niet gedaald: minder leden geven samen meer geld.
Trendbox-directeur Goos Eilander vermoedt dat Natuurmonumenten niet meedeelt in de klimaatveranderings-hype die dit jaar is doorgebroken. Natuurmonumenten is nu eenmaal een in Nederland opererende organisatie, terwijl klimaatverandering vooral een wereldwijd probleem is.
Volgens Natuurmonumenten nemen Nederlanders hun eigen natuur te veel als vanzelfsprekend aan. "Ze zien ons als een instelling die er altijd wel zal zijn, die gebieden beheert die er altijd wel zullen blijven."
De provinciale landschappen (Drents Landschap, Limburgs Landschap e.a.) doen het wél erg goed, dus deze verklaring lijkt niet helemaal op te gaan.
Waarom stijgen de stijgers?
Het Wereld Natuur Fonds was vorig jaar zeer succesvol met de introductie van een nieuwe peuterclub. Dit jaar is de groei iets minder, maar nog steeds indrukwekkend. Volgens Eilander is het WNF gewoon erg goed in marketing.
Er lijkt meer aan de hand. De door het WNF uitgedragen werkwijze (samenwerking met alle meer en minder voor de hand liggende partners en bedrijven) past uitstekend in de huidige tijdgeest, waarin bedrijven en filantropie elkaar steeds vaker weten te vinden. Het WNF is ook een van de weinige organisaties die er geen moeite mee heeft jonge gezinnen aan zich te binden.
Milieudefensie is wellicht een van de clubs die goed garen spinnen bij de toegenomen belangstelling voor klimaatverandering, denkt een woordvoerder.
Verderop in de lijst zien we nog een paar aardige stijgers: zoals de Partij voor de Dieren (hoewel je kunt betwisten of een politieke partij wel in deze lijst thuishoort) en de Vrienden van de Olifant, Proefdiervrij en Compassion in World Farming.
Voor de aardigheid ook nog even de hekkensluiter van de lijst: Nederlandse Milieugroep Alpen met maar liefst 15 leden. Als er nu toch één club voordeel zou moeten hebben van de belangstelling voor klimaat zouden het toch deze Alpenvrienden moeten zijn...
Lid van meer clubs?
Elk jaar krijgt de Vara kritiek op deze lijst: er is zonder enige twijfel sprake van dubbeltellingen. Veel Nederlanders zijn lid/donateur van meer organisaties.
Vroege Vogels-onderzoeker Joost Huising: "Er zijn zeker mensen die lid zijn van meerdere organisaties, maar het zijn er minder dan we denken. Naar schatting zijn er niet meer dan 100.000 mensen lid van drie of meer groene organisaties. Als je ook alle lokale natuurclubs zou meetellen, zou blijken dar ruim de helft van alle Nederlanders lid is van een groene organisatie."
Misschien kunnen ook de dubbellidmaatschappen een keer onderzocht worden?