‘Gewoon geld geven is niet gewoon'

Winnaar DDB 100 over onorthodoxe aanpak armoede

Winnaar DDB 100.
Winnaar DDB 100.
20 december 2023

Wil je het maximale bereiken dan heb je elkaar nodig, weet Henriëtte Hulsebosch van Kans-fonds: ‘Je kunt elkaar enorm versterken.’ Ze is de invloedrijkste professional in de wereld van goeddoen. Een interview met Henriëtte Hulsebosch, een gedreven en nuchtere fondsbestuurder.



DDB100PortretHH[98] copy.png
Fotografie: Dirk Kome

Een herfstdag in Hilversum. Aan de lommerrijke ’s-Gravenlandseweg is het M-Mediagebouw niet te missen. Het is daar rond het middaguur een levendige boel. Honderden artistiekelingen en professionals hebben hun  studio’s, werkplekken en kantoorruimtes verlaten voor de lunch. In een van de kantoren huist Kansfonds. Dit hybride vermogensfonds helpt ‘thuisgeven’: een dak boven je hoofd, voldoende geld om van te leven en het diepe besef dat je erbij hoort.

Directeur Henriëtte Hulsebosch is dit jaar de nummer 1 van de DDB 100, de ranking van invloedrijke professionals in de filantropie. Deze lijst is voorbehouden aan mensen die in het afgelopen jaar zichtbaar zijn geweest en effect hebben gesorteerd met opmerkelijke initiatieven. Ze is sinds 2007 directeur van Kansfonds en heeft een achtergrond als senior projectadviseur van het Oranje Fonds en als budgetconsulent in de schuldhulpverlening.   

Hulsebosch komt uit een katholiek ondernemersgezin. Omzien naar elkaar werd haar met de paplepel ingegoten. Ze is begaan met het lot van mensen die pech hebben in het leven en gemotiveerd om deze mensen te helpen en perspectief te bieden. Ze te voorzien van primaire levensbehoeften zoals een menswaardig bestaan, een thuis, gezien worden. Vijf vragen over haar missie: streven naar een samenleving waarin er plaats is voor iedereen. 

1 Was u verrast toen u hoorde over de hoogste positie in de DDB 100?

‘Ik was ontroerd toen ik het hoorde en vind het voor ons fonds een enorme opsteker. Geweldig dat we worden gezien en gewaardeerd in het veld. We zijn trots en dankbaar. Fijn ook dat collega-fondsen van allerlei aard met ons mee willen doen. Het is een stimulans om door te gaan met ons werk voor de mensen waar het om gaat. Met mensen die zich met ziel en zaligheid inzetten voor de ander. Fantastisch als je daar je steentje aan kan bijdragen.’

‘Want je kunt het niet alleen. Je hebt anderen nodig om de dingen te doen die gedaan moeten worden. We hebben heel kritisch naar onszelf gekeken. Bijvoorbeeld door ons af te vragen: als wij er niet meer zouden zijn, wie zou dat dan merken? Hoe kunnen we de oorzaken van de problemen aanpakken in plaats van de gevolgen ervan te verzachten? Wij hebben ervoor gekozen om niet alleen pleisters te plakken maar ook goed te kijken naar waar het knelt in het systeem waardoor mensen buiten de boot vallen.’

2 ‘Gewoon geld geven’ is een bijzonder programma. Wat was de drijfveer?

‘Zo is het begonnen: het programma ‘‘Kinderen die opgroeien in armoede’’ stond aan de basis van ‘‘Gewoon geld geven’’. Dit programma voor kinderen betrof 53 projecten voor de duur van drie jaar. We zagen in de betrokken gezinnen veel stress om rond te komen met de beschikbare middelen. Uiteindelijk vroegen we ons af: zouden we deze gezinnen niet gewoon geld moeten geven in plaats van ze over te laten aan het armoedesysteem met een toeslag hier en een regeling daar.’ 

‘Onze invalshoek: de beste remedie tegen armoede is bestaanszekerheid – tevens een belangrijk thema tijdens de recente de Tweede Kamerverkiezingen. Verbeeld je dat we de armoede in Nederland doorbreken. Dan geven we aan circa 830.000 mensen die in armoede leven een kans op een menswaardig bestaan. Daarom koos Kansfonds voor een totaal andere aanpak: gewoon geld geven. In de overtuiging dat we als fonds leren van wat nodig is voor die doorbraak.’

‘De gezinnen zelf weten als geen ander hoe ze het geld willen besteden. Wie zijn wij om dat te bepalen? Dat vertrouwen geven wij ze met onze aanpak. Zaanstad meldde zich als eerste gemeente. Zo kwam van het een het ander: na Zaanstad volgden Tilburg en Amsterdam. En vervolgens wilden veel meer gemeentes meedoen, maar dat gaat niet zomaar. We hadden niet kunnen bedenken dat dit programma, dat op het punt staat om te starten, zoveel zou oproepen. Want gewoon geld geven is niet gewoon.’

3 Hoe kreeg u andere partijen mee?

‘Dat viel niet mee. De juridische afwikkeling was ingewikkeld. Hoe regel je het AVG-technisch? Hoe zorg je dat de Belastingdienst en de gemeente meewerken? Hoe voorkom je dat iemand niet gekort wordt op zijn uitkering, toeslagen of uitkering? Mede dankzij de samenwerking met en het vertrouwen van andere fondsen hielden we vol. Het heeft ruim twee jaar geduurd om het programma ‘‘Gewoon geld geven’’ voor elkaar te krijgen. Maar het is uiteindelijk gelukt.’

‘We zijn als gezegd een lerende organisatie. Met onze programma’s en initiatieven werken we hard aan oplossingen. Steeds meer mensen komen in de knel. Je kunt wel twee of drie baantjes hebben, maar als je het daarmee nog steeds niet redt, dan wordt het zorgelijk. Kansfonds heeft middelen nodig om de ambities blijvend waar te maken. Missie gerelateerd investeren met een deel van ons vermogen is één manier die werkt. Er zijn er meer.’

4 Waar komt armoede in een rijk land als Nederland vandaan?

‘Er is niet één oorzaak. Het is vaak een samenloop van omstandigheden waardoor je in de armoede geraakt. Uiteindelijk is het onvoldoende geld hebben om rond te komen. Soms bieden pijnlijke keuze soelaas. Maar als je het geld niet hebt, dan kun je het niet uitgeven. Ook niet als je een held bent in budgetteren. Daarnaast heeft het toeslagensysteem mensen enorm onzeker gemaakt. Het wantrouwen helpt mensen niet, maar duwt ze juist verder in de problemen.’

‘Als het gaat om armoede kijken we naar cijfers van instanties als het CBS, het SCP en het CPB. Bij dak- en thuisloze weten we: dat aantal ligt echt veel hoger dan de huidige schattingen. Een probleem oplossen begint met weten hoe het eruit ziet. Daarom doen wij de zogeheten ETHOS-telling, die in 2006 is ontwikkeld en in Europa wordt gezien als de meeste gezaghebbende manier om dak- en thuisloosheid te meten. De afkorting staat voor European Typology of Homelessness and Housing Exclusion.’

‘Uit de eerste Nederlandse telling dak- en thuisloosheid –  verricht in Noordoost Brabant samen met de Hogeschool Utrecht – blijkt dat het stereotiepe beeld van de oudere mannen op een bankje in het park niet klopt. Van de in totaal bijna 1.500 min of meer onzichtbare dak- en thuisloze mensen in het betreffende deel van Brabant bleek een derde vrouw; 40% betrof kinderen dan wel jongeren. De meerderheid leeft bij vrienden, familie, in een auto, garage of stacaravan.’

5 Waar wil Kansfonds in de komende jaren naartoe?

‘Wij blijven kijken naar wat we leren van wat we doen. Kijken naar de oorzaken in plaats van gevolgen. En hoe we dit kunnen gebruiken om ons werk voort te zetten. Vanuit een eerder programma gericht op de talenten van dak- en thuisloze jongeren vroegen we ons af: hoe komen jongeren toch dakloos? En waar knelt het in ons systeem. Dit leidde tot het huidige programma ‘‘Alle jongeren een thuis’’, waarin we met 23 organisaties samenwerken aan de oorzaken van ‘geen thuis’ en nieuwe oplossingen voor dak- en thuisloze jongeren in de praktijk brengen.’

‘We willen over vijf à tien jaar hét fonds zijn op het gebied van thuisgeven. Dat kan alleen in betekenisvolle coalities met anderen: overheden, bedrijven fondsen en andere partners. Zo krijg je zaken voor elkaar. Onze ambitie ‘‘Iedereen een thuis’’ is bij Kansfonds leidend op een aantal onderwerpen en deelgebieden: dakloosheid, armoede, mensen zonder geldige verblijfspapieren. Voor de laatste groep zijn we net een nieuw programma gestart.’
 

Iedereen verdient een kans

Kansfonds in cijfers:
 
Opgericht: in 1957 door de KRO
Rechtsvorm: Stichting
Aantal medewerkers: 30
Jaarbudget: € 13 mln
Aantal programma’s: 4
Aantal initiatieven: 467 in 2022