In deze editie kunt u uitgebreid lezen over het pleidooi dat Theo Schuyt heeft gehouden voor structureel wetenschappelijk onderzoek naar rijke, oudere gevers. Daar is gelijk ook een term voor: geronto-filantropie. Het roept een beeld op van onderzoek in witte jassen naar een bedreigde diersoort.
Nu gunnen wij ieder zijn academische plezier - en zeker dat van de onverschrokken pionier Schuyt – maar waar gaat geronto-filantropie nu eigenlijk over? Met wat common sense en basale mensenkennis zal de ‘Gouden Eeuw van de Filantropie’ ook voor fondsenwervers zonder wetenschappelijke analyses beslist aanbreken. Het mooiste voorbeeld gaf adviseur Diana van Maasdijk – o.a. auteur van het succesboek ‘Goed Geven’ over strategische filantropie – deze week in een interview met dagblad Trouw. Van Maasdijk kent vanuit haar eigen praktijk een goed doel dat onlangs verheugd reageerde op een erfenis van een donateur die al decennia €100 per jaar overmaakte. ‘Ze hadden hun donateurs nog nooit gebeld. Deze persoon was dus zelf op het idee gekomen om een fors bedrag te schenken.’
Beroemd is het voorbeeld van de puissant rijke Bremenaar Walther Johann Jacobs (van de gelijknamige koffie) die, tot ontsteltenis van zijn alma mater, een groot bedrag naliet aan de rivaliserende universiteit van Hamburg. Op de vraag waarom Jacobs zijn geboortestad niet had bedeeld in zijn nalatenschap, antwoordde Jacobs droog: ‘Ze hebben me het nooit gevraagd.’
De moraal van dit verhaal. Filantropie, geronto of niet, gaat essentieel over basiswaarden in menselijk verkeer: oprechte belangstelling, respect en – op basis van een goede relatie – een concrete vraag om bij te dragen aan het goede doel.
De witte jassen zullen na jaren van onderzoek met precies dezelfde aanbevelingen komen.
Wedden?
Wetenschap & Onderzoek