Over anderhalve maand, op 16 maart, zijn er gemeenteraadsverkiezingen. In de media worden deze steevast gekaapt door de landelijke politiek, zelfs als politici dat niet willen. Maar er bestaat in Nederland het rare idee dat alles in Den Haag wordt beslist en de Haagse politiek houdt dat idee graag in stand, ook al is veel wetgeving tegenwoordig Europees en uitvoering in handen van provincies en gemeenten. Vooral gemeenten!
Hoe kijken gemeenten eigenlijk naar de filantropie. En andersom: hoe kijken filantropische organisaties naar hun gemeente? Er is maar weinig over bekend. Het dikke rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid van twee jaar geleden noemt de gemeenten nauwelijks, alleen in relatie tot sociale ondernemingen. Geven in Nederland kijkt vooral naar wat burgers bijdragen en heeft in het laatste onderzoek van 2020 wel aandacht voor de relatie met de rijksoverheid, maar verder niet. Hoeveel dragen gemeenten via subsidies bij aan goede doelen? Werken ze samen met vermogensfondsen aan het oplossen van maatschappelijke problemen? Hierover is geen informatie te vinden, het is nog niet door iemand in kaart gebracht.
Misschien dat het nog gaat komen. In de laatste publicatie van filantropie hoogleraar Theo Schuyt, “Filantropie. Hoe maatschappelijke betrokkenheid ons helpt te overleven” is het voorwoord geschreven door Jan van Zanen, burgemeester van Den Haag en voorzitter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Wie weet is dit een eerste aanzet!
Uit mijn eigen praktijk als consultant weet ik dat gemeenten wel degelijk een belangrijke rol spelen in het ondersteunen van goede doelen. De afgelopen jaren heb ik voor diverse organisaties in een viertal gemeenten subsidie aangevraagd, daaronder twee grotere en twee kleinere (onder 100.000 inwoners). Een aantal observaties daarbij: gemeenten hebben online procedures om aanvragen te doen en deze zijn meestal behoorlijk duidelijk en klantvriendelijk. Niettemin loont het altijd om contact te hebben met betrokken ambtenaren en/of bestuurders om de aandacht op je aanvraag te vestigen.
De grote steden hebben exponentieel meer geld dan de kleinere gemeenten, ook als je corrigeert voor inwoneraantal en een groter aantal taken. Blijkbaar heeft decennialang lobbyen om geld zin gehad. De kleinere gemeenten zijn wel gemakkelijker te benaderen, je kunt bijvoorbeeld de verantwoordelijk wethouder te spreken krijgen, ook als kleine stichting. Het kunnen laten zien van steun van de gemeente is van niet te onderschatten belang voor het krijgen van steun van andere partijen, zoals vermogensfondsen.
Ik zou iedereen die voor een organisatie met lokale roots werkt, als medewerker of vrijwilliger en zeker als fondsenwerver, aanraden de komende weken de campagne in de gaten te houden en je er zo mogelijk in te mengen om jezelf zichtbaar te maken. Mijn oude club, Alzheimer Nederland, heeft een document gemaakt dat afdelingen kunnen gebruiken voor de lokale belangenbehartiging. Een goede actie en ik heb daar gebruik van gemaakt om een artikel over dementie in het verkiezingsprogramma van mijn lokale partij te krijgen. Gemeentepolitiek is heel concreet en tastbaar en er is best wat te halen of te brengen, al naar gelang waar je voor staat. Mar het zou ook aardig zijn de relatie met de filantropie wat nader in kaart te brengen!
Marc Wortmann