Arjen de Wit (VU, Geven in Nederland) promoveert op 30 januari. Zijn proefschrift bekijkt het effect van veranderende overheidsuitgaven op donaties aan maatschappelijke organisaties. Kunnen donateurs in het gat springen dat de overheid achterlaat? Dat kan, maar het gebeurt vrijwel niet, zegt De Wit. En zelfs als particuliere giften toenemen, kunnen ze de afnemende overheidsbijdragen nooit volledig compenseren.
Er is veel onderzoek naar het argument dat toenemende overheidsuitgaven donaties aan goede doelen ‘verdrijven’, terwijl afnemende overheidsuitgaven juist zouden leiden tot meer donaties. Het is maar de vraag of deze verdrijvingshypothese klopt, zegt Arjen de Wit in zijn proefschrift. ‘Het meeste bewijs komt van laboratoriumexperimenten in de gedragseconomie, terwijl sociologische studies meestal geen verband vinden.’
Zijn dissertatie probeert het gat tussen de gedragseconomie en de sociologie te overbruggen. ‘Er zijn allerlei mediërende en modererende factoren die de uiteenlopende resultaten kunnen verklaren. Het onderzoek in deze dissertatie bekijkt een aantal van deze factoren met experimentele en niet-experimentele methoden’, aldus De Wit.
‘Verdrijvingshypothese weinig overtuigend’
Volgens De Wit is het bewijs voor de verdrijvingshypothese weinig overtuigend. Analyses met landenvergelijkende data, een longitudinale enquête en scenariovragen laten onder de streep ofwel geen, ofwel een positief verband zien tussen overheidsbestedingen en donaties aan goede doelen. Het terrein waar substitutie tussen overheidsbestedingen en donaties het meest waarschijnlijk is, is natuurbescherming. De Wit: ‘Het sterkste bewijs voor een positief verband is te zien op de terreinen milieu, onderwijs en onderzoek, en internationale hulp. De bevindingen voor gezondheid en sociale doelen zijn niet eenduidig.’
Wisselwerking
Er is een wisselwerking tussen donaties in verschillende sectoren. ‘Zo lijkt het erop dat overheidsbestedingen op het gebied van gezondheid en sociale voorzieningen donateurs naar meer ‘expressieve’ doelen drijven, zoals internationale hulp of kunst en cultuur. Over het algemeen zijn filantropie en overheidsbestedingen geen substituten, en dat is een belangrijk inzicht voor beleidsmakers en professionals in de filantropische sector.’
‘Aandacht voor bezuiniging levert donateurs op’
De Wit: ‘Mensen moeten wel weten dat overheidsbestedingen veranderen voordat ze hun donatie daarop kunnen aanpassen. Dit lijkt een open deur, maar de rol van informatie is grotendeels onbenoemd gebleven in het academische debat. Veranderingen in overheidsbestedingen worden vaak niet genoemd in de media, waardoor het onwaarschijnlijk is dat ze een direct effect hebben op geefgedrag. Als mensen op de hoogte worden gebracht van bestaande bezuinigingen bij een specifieke organisatie kan dat leiden tot een toename van het aantal donateurs met zo’n twintig procent.’
Vertrouwen in de overheid: minder donaties
Verder blijken niet alle sociale groepen op dezelfde manier te reageren op veranderingen in overheidsbestedingen. De Wit: ‘Mensen die een hogere opleiding hebben afgerond, die sterkere prosociale waarden hebben, die meer vertrouwen hebben in goede doelenorganisaties en die vaker gevraagd worden om te geven, zijn eerder geneigd om bezuinigingen te compenseren. Mensen die meer empathisch zijn en meer vertrouwen hebben in de overheid zijn juist minder geneigd hun donaties te verhogen na overheidsbezuinigingen. Organisaties die geconfronteerd worden met afnemende overheidssubsidies, kunnen dit soort donorprofielen gebruiken in de fondsenwerving.’
‘Voorzichtig met bezuinigingen’
Het advies van De Wit voor beleidsmakers is duidelijk: wees voorzichtig met bezuinigingen als je de particuliere financiering van een gezonde filantropische sector wilt bevorderen. Zelfs als particuliere giften toenemen, kunnen ze de afnemende overheidsbijdragen nooit volledig compenseren. Maar in specifieke gevallen kunnen burgers geactiveerd worden om te geven. Door te overleggen met maatschappelijke organisaties, de beleidscontext zorgvuldig te bestuderen en nota te nemen van het beschikbare onderzoek, kan duidelijk worden wat de mogelijke gevolgen zijn van verschillende budgettaire keuzes.
Wetenschap & Onderzoek