Deze mensen revolutionaliseren de sector waarin ze opereren. De vraag is, of de filantropische sector klaar is om deze mensen te bieden wat ze nodig hebben. Creatieve sociaal innovators vragen om creatieve financiële oplossingen, een uitgebreid netwerk over de grens, kennis en gelijkgestemden. (Moral) supporters tijdens hun gevechten tegen het establishment. Steun tijdens hun strijd tegen de bierkaai en niet pas steun als ze volgens de geijkte richtlijnen een stichting of social enterprise hebben opgericht waarbij de donatie of investering in een vast stramien past.
De radicalisering die de filantropische sector nodig heeft is het verleggen van de focus op de institutionele kant van filantropie en doneren (goed bestuur, transparantie, rapportage en meting) naar een volledig flexibele mind-set waarbij co-creatie met de meest relevante gamechangers centraal staat. De filantropische sector is de enige ‘community’ in Nederland die vanuit de juiste intenties (een drive voor een betere wereld) actief creativiteit, netwerk, geld, kennis en vaardigheden beschikbaar kan stellen om zinvol bij te dragen aan het werk van hen die volledig nieuwe wegen bewandelen om de wereld te verbeteren. Laten we het decennium van verdere institionalisering achter ons laten en de mogelijkheden van hybride doelgerichte samenwerking opzoeken: Solution based Agile Philantrophy of flexibele filantropie.
Binnen de filantropie is de laatste 10 jaar steeds meer nadruk komen te liggen op de bedrijfsvoering van het goed doen. Hoeveel overhead is er, hoe duurzaam is het verdienmodel en hoe meten we de impact. Daarna (of daardoor) is de nadruk enorm verschoven naar de achterkant van doing good en omdat duurzaam niet kan zonder businessmodel, is de populariteit van de sociale onderneming enorm gestegen. De sociale onderneming streeft een maatschappelijk doel na met een verdienmodel. Omdat jonge mensen geen stichtingen meer oprichten maar social ventures moet ook de filantropische sector zich aanpassen en het geefgeld omvormen tot first lost capital.
Geweldig dus, dat na tientallen jaren de filantropische sector zich nog steeds ontwikkelt, steeds beter georganiseerd wordt, steeds minder naïef en steeds realistischer wordt.
Maar hoe meer problemen er in de wereld bijkomen, hoe duidelijker het wordt dat er geen simpele oplossingen bestaan. En dat een goed georganiseerde filantropie sector echt niet genoeg is om wereldproblemen op te lossen.
Voor het oplossen van mondiale problemen ligt onze hoop bij de individuen die systemische oplossingen hebben. Die schaalbare sociale innovaties hebben om de meest hardnekkige problemen in onze maatschappij aan te pakken. Mensen (niet organisaties) die tegen de bierkaai en het establishment vechten en een alternatief ontwikkelen dat een hele sector kan revolutionaliseren. Of zij nu een stichting oprichten of ‘social entrepreneur’ zijn, de filantropische sector moet in staat zijn om échte systeemchangers vroegtijdig te ondersteunen met wat ze nodig hebben. Mensen als Jos de Blok, die jarenlang gesprekken voerde met de grote zorgverzekeraars en door hen werd tegengewerkt maar nu met buurtzorg internationaal een ware revolutie heeft ontketend in zorgverbetering. Of Lucas Simons, die de vergankelijkheid van de voedselindustrie (van productie tot handel) aan de kaak stelt en werkt aan een mondiale systemchange in deze sector, of als Mel Young oprichter van de Homeless World Cup die als enige ter wereld daklozenproblematiek op een mondiaal niveau aanpakt.
(Social) Impact