Filantropie in Europa is goed voor minstens €100 miljard jaarlijks

16 mei 2017
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

Het totale bedrag aan filantropische bijdragen in Europa bedraagt €87,5 miljard euro jaarlijks. Dat is een geschatte ondergrens van de twintig Europese landen die hebben bijgedragen aan de unieke, wetenschappelijke studie Giving in Europe, die vrijdag officieel werd gepresenteerd in Brussel. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan Herman van Rompuy, voormalig voorzitter van de Europese Raad. Giving in Europe is gemodelleerd naar de longitudinale Nederlandse studie Geven in Nederland en volledig vanuit het Centrum voor Filantropische Studies (VU) gecoördineerd.

Huishoudens aan top

Giving in Europe is een eerste poging om filantropie in Europa in kaart te brengen door een schatting van bijdragen van huishoudens, fondsen, nalatenschappen, bedrijven en loterijen. De studie laat zien dat ‘huishoudens’ (inclusief nalatenschappen) de belangrijkste filantropiebron is (53%, €46 miljard), gevolgd door bedrijven (25%, €21.7 miljard), fondsen (19%, €16 miljard) and goede doelenloterijen (3%, €3 miljard).

Nederlandse eindredactie

Het studierapport Giving in Europe komt voort uit ERNOP: een samenwerking van meer dan 200 wetenschappers uit meer dan 25 Europese landen die lid zijn van the European Research Network on Philanthropy. ERNOP wordt aangestuurd door ERNOP Executive Director Barry Hoolwerf, verbonden aan het Centrum voor Filantropische Studies van de VU in Amsterdam. Samen met prof. dr. Theo Schuyt verzorgde hij de eindredactie van de studie, die werd uitgegeven door social enterprise Lenthe in Amsterdam.

Van Rompuy krijgt eerste exemplaar

De studie werd afgelopen vrijdag in Brussel feestelijk overhandigd aan Herman van Rompuy, voormalig voorzitter van de Europese Raad. Dat gebeurde tijdens het evenement ‘European Spring of Philanthropy’, georganiseerd door de Koning Boudewijn Stichting. Met de overhandiging aan (ex)Europees politicus Van Rompuy werd gesymboliseerd dat ERNOP vooral empirische data wil leveren die van invloed zijn op politieke besluitvorming, niet alleen op Europees niveau, maar ook op nationaal. Van Rompuy: 'There wouldn't be no Europe without philanthropy.'

Filantropie is modern geworden

Giving in Europe is een eerste poging om filantropie in Europa in kaart te brengen en beoogt een ‘reframing’ van de klassieke filantropie bij met name politici en beleidsmakers die menen dat hier om een ‘pre-verzorgingsstaat fenomeen’ gaat. ‘Moderne filantropie’ gaat tegenwoordig volgens eindredacteur en ERNOP-voorzitter Theo Schuyt verder dan alleen armenzorg, welzijn en onderwijs. Het omvat nu een breed spectrum van goede doelen, waaronder onderzoek, werkgelegenheidsprogramma’s, sociale ondernemingen en investeringen, maatschappelijke vernieuwing, natuurbehoud en behoud van cultureel erfgoed. Daarbij wordt filantropie gezien als zuurstof voor een democratische, pluralistische samenleving en toont ‘twee gezichten’: naast een privaat, ook een publiek profiel inzoverre er gebruik wordt gemaakt van fiscale voordelen die nationale overheden bieden om het burgerinitiatief te faciliteren.
Giving in Europe demonstreert dat filantropie een moderne ontwikkeling doormaakt, gebaseerd op een eeuwenoud Europees fundament. Schuyt schetst hierbij de moeilijke opdracht: overheid, markt en filantropie dienen te werken elk vanuit eigen kracht en legitimiteit voor het algemeen belang. Dominantie van geen van deze drie pijlers is wenselijk volgens hem.

Hoolwerf als aanjager

Giving in Europe is gemodelleerd naar de longitudinale Nederlandse studie Geven in Nederland. Met VU-aanjager Barry Hoolwerf vanuit Amsterdam en met financiering van de Postcode Loterij hebben meer dan veertig onderzoekers de filantropie van twintig Europese landen in kaart gebracht. Daarmee is Geven in Nederland nu ook een ‘exportproduct’ geworden. Theo Schuyt: ‘Het heeft lang geduurd voordat we het konden uitvoeren en tot uitvoer brengen. Begin van deze eeuw hadden wij vanuit de VU al plannen om het model Geven in Nederland (gestart in 1996, red.) ook op Europa toe te passen en twee belangrijke dingen te doen: data over bijdragen in kaart brengen en de maatschappelijke kracht zichtbaar maken. Dat is uniek in de wereld. Niet vergelijkbaar met Giving USA, een studie die zich beperkt tot een dataset en een macro-economisch model. Trouwens, hoe vaak moeten we uitleggen dat filantropie geen Amerikaanse, maar Europese uitvinding is?
We hebben stevig gelobbyd al in de tijd dat Balkenende nog premier was en wij via de Europese unie de handen op elkaar probeerden te krijgen voor financiering. Vooral de bankiers bleken geïnteresseerd. Ik was persoonlijk een vloeipapiertje verwijderd van een deal met Maurice Lippens van Fortis in Brussel; twee maanden later lag die bank op zijn gat. Weg kans. Daarna hebben we onze strategie gewijzigd. Met name Barry Hoolwerf heeft veel tijd gestoken in het benaderen van allerlei Europese koepels, ngo’s en en fundraisers. Daarna meldde zich nog een derde categorie geïnteresseerden: pollingbureau TNS NIPO. Met de oprichting van ERNOP, een samenwerkingsverband van Europese filantropie-onderzoekers, kwam alles in een stroomversnelling en begon het onderzoek vorm te krijgen. In die beginjaren heeft naast Barry - de spil in dit hele onderzoek - ook Pamala Wiepking (nu Erasmus, red.) een grote bijdrage geleverd.’

Het goede moment voor Giving in Europe

Schuyt en Hoolwerf leggen uit waarom het nu klaarblijkelijk wel een juist moment is om een grote studie als Giving in Europe te lanceren.
Schuyt: ‘De timing is nu goed. We hebben de wind politiek-maatschappelijk nu mee. Ik vergelijk het met de Nederlandse filantropiesector rond 1993 toen allerlei koepels en organisaties opkwamen. Op dit moment is er vanuit de politiek en de Europese Commissie veel belangstelling voor privaat geld.’ Hoolwerf: ‘De urgentie van betrouwbare data over maatschappelijke kracht wordt nu breed onderkend, ook door de recente dreigingen van ‘the closing space for philanthropy’. Het is goed als de vraag ‘wat en hoe doet filantropie ertoe?’ met empirische data beantwoord kan worden.’

Autonome kracht

Schuyt: ‘De wens om meer inzicht te hebben in civil power is niet alleen politiek gemotiveerd, maar het is ook een empirisch gegeven. Het aantal filantropische fondsen – zowel fondsenwervend als fondsgevend - in Europa is significant gegroeid. Dat geldt ook voor corporate social responsibility. En dat helemaal door autonome kracht! Ook in de schaduw van opkomende verzorgingsstaten is die burgerkracht blijven groeien.’
Hoolwerf: ‘Kijk naar de voormalige sovjet-satellieten waar de civil society vrijwel helemaal was weggemoffeld door de overheid: daar komt filantropie nu ook weer naar voren.’

Een echte pioniersstudie

Giving in Europe is een echte pioniersstudie met nog veel ‘witte plekken’ op de Europese filantropische landkaart. Hoolwerf licht toe: ‘Het is een beginpunt. Geen benchmark of echte nulmeting, want je ziet dat alle landen hun eigen filantropische traditie en ontwikkeling hebben. Lang niet alle landen hebben hun filantropie zo goed in beeld als Nederland of bijvoorbeeld het VK. Maar we kunnen wel zeggen dat we een stevige empirische basis hebben. Voor al onze bronnen is er gekeken naar betrouwbaarheid en validiteit. Je zou kunnen zeggen dat we een goede thermometer hebben ontwikkeld die de temperatuur van het prosociale surplus in Europa aangeeft. Je hebt nu een prachtige, veelkleurige staalkaart van Europese filantropie in alle diversiteit. In elk land is geschiedenis, ontwikkeling en traditie anders. Kijk naar een groot land als Frankrijk: daar is nauwelijks een filantropische traditie.’

€87,5 miljard is de echte ondergrens

Schuyt: ‘Ons eindgetal geeft nu aan: 87,5 miljard euro. Dat is een ondergrens met bewijsbare gegevens, maar het is een onderschatting. Tweehonderd miljard zal het niet worden. We hebben zo’n 80% goed afgedekt. De belangrijkste bronnen uit de grootste Europese landen zitten erin. Gaan we alle witte vlekken invullen – dus alleen extrapoleren op betrouwbare en representatieve steekproeven en met de juiste context - dan komen we mogelijk in de richting van 93, vooruit 100 miljard euro. In absolute zin is dit bijvoorbeeld net zoveel als wat een land als Hongarije in een jaar verdient, maar het zit niet alleen in het geld. Van filantropie kan namelijk ook een hefboomwerking uitgaan. Macro-economisch is het misschien eerder ‘swimmingpool money’ dan ‘ocean money’, maar het is ‘seed capital’.

De roots van het continent

Hoolwerf en Schuyt leggen uit dat de studie met zoveel verschillende landen en wetenschappers geen sinecure was. Hoolwerf: ‘Zonder de ‘seed money’ van de Postcode Loterij was dit niet mogelijk geweest. Maar bovenal is het een sterk staaltje van vrijwillige samenwerking door wetenschappers - de leden van ERNOP. Er ontstond feitelijk een collectiviteitstheorema: je creëert een groep en interne kracht die gesterkt wordt in de missie: ‘we’re not alone!’ Schuyt vult aan: ‘ERNOP is een uniek samenwerkingsverband. Je maakt de overtuigingskracht van al die onderzoekers zichtbaar. De overtuiging te laten zien dat filantropie in de roots van dit continent zitten en dat het zichtbaar maakt hoe burgers zich met elkaar organiseren om zich in te zetten voor een algemeen belang.’

►Giving in Europe. The State of Research on Giving in 20 European Countries.
Barry Hoolwerf & Theo Schuyt (eds.). Lenthe Publishers. Amsterdam, 2017. ISBN 9789075458862
U kunt Giving in Europe als e-book en als gedrukt exemplaar bestellen. De uitgave is Engelstalig.
Bestellen? Klik hier.
 
►Giving in Europe bevat gegevens over filantropie in de volgende Europese landen:
Oostenrijk, België, Kroatië, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Ierland, Italië, Lithouwen, Nederland, Noorwegen, Portugal, Slowakije, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
 
♦Voor de hoofdpunten en opzet van Giving in Europe: Klik hier.
♦Wilt u alle data en alle landenrapporten, inclusief honderden tabellen en overzichten lezen? Bestel dan het complete, Engelstalige studierapport ‘Giving in Europe’: Klik hier.
♦Wilt u meer informatie over ERNOP? Klik hier.
♦Wilt u het hoofdredactionele commentaar lezen? Klik hier.
 
2/2
Page description
Over Edwin Venema
Edwin Venema is meer dan tien jaar hoofdredacteur en het gezicht van De Dikke Blauwe geweest. Sinds 1 september 2018 is hij eigenaar van zijn redactiebureau De Kopijmeester geworden en teruggetreden als hoofdredacteur. Wel blijft hij aan De Dikke Blauwe verbon... >>