Binnenkort zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Ik mag hopen dat de politieke leiders en ook het toekomstige regeerakkoord een duidelijke plaats inruimen voor ontwikkelingssamenwerking. De coronapandemie laat zien dat dit niet alleen voor Nederland, maar voor iedereen van belang is.
We krijgen steeds meer zicht op de effecten van Covid-19 in ontwikkelingslanden. Niet alleen op de directe effecten. Met name de nefaste indirecte effecten baren grote zorgen. En vooral voor de meest kwetsbare groepen; zij krijgen de hardste klappen. Waar afgelopen decennia grote stappen zijn gemaakt, verliezen we door de pandemie terrein. Armoede, ongelijkheid, geweld en het wegvallen van essentiële diensten nemen versneld toe.
Alleen al daarom moet er een verbetering komen in de toegankelijkheid van vaccins in ontwikkelingslanden. Al is het begrijpelijk dat overheden in rijke landen goed voor eigen land zorgen, de minst kapitaalkrachtige landen hebben het nakijken bij de inkoop van vaccins. Het mondiale programma COVAX, gericht op betere toegang tot vaccins, ontvangt tot nu toe weinig steun. Willen we echt in een ratrace terechtkomen? Kunnen we het moreel rechtvaardigen, als we weten dat in ontwikkelingslanden de coronapandemie crisis op crisis stapelt? Kiezen we voor kortzichtig eigenbelang of geven we een grote impuls aan wereldwijde, effectieve samenwerking?
Duidelijk is dat vanuit de landen die achterblijven met vaccinatie, zoals nu in Afrika, besmettingen en (nog bedreigender) nieuwe varianten van het virus andere landen blijven bestoken. Hoe goed we het ook in eigen huis geregeld denken te hebben. Het is ook economisch kortzichtig. Onderzoek, zoals van de Internationale Kamer van Koophandel, toont aan dat het economische herstel in rijke landen ook aanzienlijk vertraagt als de aanpak van de coronacrisis in ontwikkelingslanden achterblijft. We zijn nu eenmaal verbonden via wereldwijde handels- en andere ketens. Als handelsnatie bij uitstek moet Nederland dat zich aantrekken. De coronapandemie vormt een morele, gezondheids- en economische kwestie voor de overheid, het bedrijfsleven en de maatschappij in het algemeen en moet vanuit een geïntegreerde visie worden opgepakt. Ik ben benieuwd welke politiek leiders dat doen, tijdens en vooral na de verkiezingen!
*Auteur Bart Romijn is directeur van Partos, en bezet in die hoedanigheid al jaren een prominente plaats op de DDB100, de ranglijst van influentials in de filantropiesector. Deze branchevereniging voor ontwikkelingssamenwerking verenigt meer dan 100 Nederlandse ontwikkelingsorganisaties. Hiermee vormt zij het grootste samenwerkingsverband van ontwikkelingsorganisaties in Nederland.
Deze column verscheen eerder op de website van koepel Partos.