Een ‘moetje’

Corporate philanthropy staat in Nederland nog in de kinderschoenen.
Corporate philanthropy staat in Nederland nog in de kinderschoenen.
21 mei 2015
Opinie | | Vermogensfondsen

Zijn vermogensfondsen al niet zo communicatiedriftig, dat lijkt helemaal te gelden voor corporate foundations, zo concludeert NRC-Q (15 mei) na een ‘rondje langs de velden’. De kop boven het artikel - ‘Filantropie door bedrijven: niets meer dan een ‘moetje’? – is behalve suggestief ook een luie vorm van journalistiek. Vraagkoppen zadelen de lezers op met huiswerk dat de journalist verzuimd heeft te doen. Zeker als je weet dat deze kop is gebaseerd op de uitspraak van slechts één ‘deskundoloog van dienst’: geen kenner van corporate philanthropy, maar Zabeth van Veen, een imago-deskundige...
Daarbij ontbeert Van Veens conclusie – dat filantropie voor bedrijven een ‘moetje’ is – elke logica, want waarom zou je middelen alloceren voor een goed doel uit imago-overwegingen als je er verder geen publicitair gewin uit wilt halen? Sterker nog: het liever stil wil houden.
De reden die daarvoor door wél terzakekundigen wordt opgegeven wordt het best verwoord door FIN-voorzitter Rien van Gend: ‘Bedrijven zijn bang om van borstklopperij te worden beticht.’ Dat is gezien het huidige imago (even opletten mevrouw Van Veen) van met name banken ook wel plausibel. De vraag is: is dat een tijdelijk of structureel verschijnsel?
De ontwikkeling die wij zien in corporate philanthropy is dat deze in Nederland nog in de kinderschoenen staat. Al doende wordt door een voorhoede van bedrijfsfondsen geleerd dat corporate philanthropy in het hart van het bedrijf geborgd moet worden. Dat betekent concreet focus op doelstellingen die logisch in verband staan met de core business, met de bedrijfscultuur en gedragen door de werkvloer, bijvoorbeeld door werknemersvrijwilligerswerk.
En in die ontwikkeling past ook een streven naar openheid en transparantie over middelen, missie en resultaten. Die mogen terecht door de samenleving gevraagd worden, zeker als de fondsen fiscale voordelen genieten door hun ANBI-status. Dat is wat ons betreft in elk geval een ‘moetje’.