De Commissie Dijkstal kwam met haar rapport ‘Normeren en Waarderern' op verzoek van minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Naast het advies over de topbeloningen is ook een poging ondernomen om de semi-publieke sector beter af te bakenen. Volgens de commissie vallen de volgende deelgebieden onder deze sector: cultuur, onderwijs, water, media, openbaar vervoer, woningcorporaties, zorg- en welzijn, infrastructuur, medefinancieringsorganisaties en regionale ontwikkelingsmaatschappijen.
In het rapport maakt de commissie duidelijk dat de goede doelensector in principe geen deel uitmaakt van de semi-publieke sector, omdat zij vrijwel geheel met privaat geld wordt gefinancierd. Er worden dan ook geen voorstellen gedaan voor het inperken van de topbeloningen. De commissie wijst in dit kader op de Code Wijffels en het feit dat de sector zelf haar verantwoordelijkheid heeft genomen.
Wel stelt Dijkstal een indirect salarisplafond voor medefinancierings- organisaties (MFS's) voor. Deze organisaties - waaronder ICCO, Cordaid en Hivos - worden immers grotendeels met publiek geld gefinancierd. Of, zoals de commissie het verwoordt: ‘De minister heeft ten aanzien van de salarisnormering van MFS-organisaties geen specifieke verantwoordelijkheid. De salarissen zijn, als onderdeel van de subsidiebegroting, wel onderdeel van de begroting. Bij een subsidieaanvraag vindt beoordeling plaats naar redelijkheid en billijkheid.'
Waarmee de commissie de gelden uit de medefinancieringspot blijkbaar als drukmiddel ziet waarmee de medefinancieringsorganisaties aan het voor semi-publieke organisaties geldende salarisplafond kunnen worden gehouden.
Zie voor meer informatie dit persbericht