Dierenorganisaties luiden de noodklok over grote asiels

Dierenorganisaties luiden de noodklok over grote asiels
Dierenorganisaties luiden de noodklok over grote asiels
5 oktober 2015
Nieuws | | De Dikke Blauwe

Het risico dat huisdieren worden gedumpt, illegaal verhandeld of voortijdig gedood, wordt groter door de komst van grote centrale dierenasiels ver weg. De asiels worden onbereikbaar voor de burger, waarschuwt de Nederlandse Federatie Dierenopvang Organisaties (NFDO) die vreest dat diertjes die niet worden gedumpt of gedood de rest van hun leven in een opvangcentrum zitten.
 
‘We luiden de noodklok’, zegt Ellen Jongerden van NFDO. ‘Deze mega-asiels vormen een grote bedreiging voor het dierenwelzijn. Door de komst van grote centrale dierenasiels ontstaat letterlijk en figuurlijk een grote afstand tussen de asiels en de (toekomstige) baasjes van huisdieren. Dit stimuleert dumpen en handel op internet. Tuurlijk reis je 50 kilometer voor je hond, maar bij andere dieren ligt dit vaak toch anders. Van de weggelopen konijnen en knaagdieren wordt slechts 10 procent opgehaald, bij katten komt een derde van de baasjes maar opdagen. Het aantal zwerfdieren zal weer flink gaan stijgen, terwijl het juist de goede kant op ging.’
 
Onder de kostprijs
In 2013 verrees het eerste grote dierenasiel van de Dierenbescherming in Amersfoort met een opvangcapaciteit voor 3000 dieren. Ook in het Limburgse Born staat er een door de samenvoeging van lokale en regionale opvangplekken, en in Breda wordt de laatste hand gelegd aan de centrale opvang. Hier kunnen dieren voor onder de kostprijs worden opgevangen, waardoor de lokale asiels worden weggeconcurreerd, stelt Jongerden.
 
‘Lokaal is meer binding’
De NFDO is eind vorig jaar opgericht. Inmiddels hebben ruim 30 van de 95 dierenopvanglocaties in Nederland zich hierbij aangesloten. Hieronder ook velen die zich hebben losgemaakt van de Dierenbescherming vanwege de komst van de mega-asiels. Stichting Dierenlot, die opkomt voor gezelschaps- en zwerfdieren, is ook tegen. ‘Wij zijn voor de instandhouding van een fijnmazig netwerk van opvangvoorzieningen’, zegt directeur Jan Krol van Dierenlot. ‘Lokaal voor honden en katten en regionaal voor knaagdieren, vogels, et cetera.’
De centrale opvangplekken die de Dierenbescherming neerzet, dragen niet bij aan de hulp aan dieren, stelt Krol. ‘Lokaal is veel meer binding met de dieren. Veel mensen benaderen ons dat zij vrezen voor het verdwijnen van de kleine asiels. De huisarts en fysiotherapeut in de buurt stuur je toch ook niet weg?’