In het bijzonder in het discours over de coronavaccins deed het fenomeen, vooral online, grote opgang. Ik heb het over het veelgebezigde statement ‘ik stel alleen maar een vraag’. Een frase die frequent werd aangewend om een spervuur van vragen af te vuren op politici en beleidsmakers. In de antwoorden (die nu eenmaal niet altijd volledig te geven zijn; beleid maken is ook soms ‘fluiten in het donker’) waren de meeste vragenstellers niet echt meer geïnteresseerd. Het ging hen voor het grootste deel om twijfel zaaien, om het eigen gelijk, het eigen wereldbeeld bevestigd te zien: ‘zie je wel!’. En als de antwoorden uitblijven of antwoorden niet 100% sluitend zijn (wanneer is dat wel het geval?) ontstaat de ruimte om ‘alternatieve feiten’ (sic!) aan te dragen – en om deze salonfähig te maken. Ach, het lijkt zo onschuldig: ‘ik stel alleen maar een vraag’. Maar het is een kwaal die van complotdenkers overgesprongen is op populisten en nu zelfs in de mainstream-politiek opgang aan het maken is.
Een stijlvariant hierop is het #whataboutism. De drogreden waarmee iemand de beschuldiging van een ‘misstand’ niet weerlegt, maar zijn of haar opponent er met een retorische vraag: ‘hoe zit het met?’ van beticht schuldig te zijn aan een andere misstand. Donald Trump was een meester in het hanteren van deze jij-bakken, de ‘ja-maar’. Een voorbeeld uit de krochten van Twitter: minister Jetten mag de bevolking niet toespreken over klimaatmaatregelen, omdat hij zelf kennelijk van verre vliegvakanties geniet. What about in optima forma!
Waar je achter het ‘ik stel alleen maar een vraag’ en ‘whataboutism’ nog een zekere kwaadaardigheid kunt vermoeden, is er ook een stijlvariant waarvan je zou kunnen zeggen dat die onschuldiger is, maar die overigens dezelfde uitwerking heeft: de vertragingstactiek. Vasthouden aan de status quo vaak. Een nieuw plan, nieuw beleid, een reorganisatie kun je natuurlijk goed traineren door eindeloos vragen te blijven stellen. Maar het meest effectief is om te vragen of we niet éérst moeten wachten op, moeten we niet éérst voordat… Vult u maar in: een nieuw Kabinet, een wet die eerst door de Kamer moet, een cultuurtraject dat afgerond moet worden, enzovoort, enzovoort. Er zijn altijd zaken te bedenken die eerst gedaan of beslist moeten worden, voordat we ingrijpender zaken beetpakken. Voor we een verandering aandurven. Het inbrengen van de voorwaardelijkheid noem ik dat. Punt is dat de tegenhangers in theorie meestal gelijk hebben.
Het resultaat is echter de standstill of zelfs lethargie. Bestuurders, politici en managers moeten er voor waken om in deze valkuil te tuimelen. Als je echt iets wil bereiken moet je de bereidheid hebben om doelen te stellen, richting te bepalen, om onderweg te ontdekken hoe het moet, om het paard hollend te beslaan. Ja, veranderen en meer willen bereiken doet vaak pijn. Maar laat dat niet torpederen door de ‘retoriek der voorwaardelijkheid’ (in welke verschijningsvorm dan ook). Het is de dood in de pot. Omarm liever het gedachtengoed van de bekende filosoof Walt Disney (☺): “The way to get started is to quit talking and begin doing. ”
Beeld: Shutterstock
*****
Tweels Tweak wordt op persoonlijke titel geschreven door Marc van den Tweel. Van den Tweel is algemeen directeur van sportkoepel NOC*NSF en toezichthouder bij het Rijksmuseum van Oudheden, Congrescentrum Papendal en FREE Nature. Voorheen was hij algemeen directeur bij Natuurmonumenten en Ronald McDonald Kinderfonds en marketingdirecteur bij het Wereld Natuur Fonds. Hij schrijft en spreekt over ‘de marketing van idealen’.
Meer over goede doelen en de publieke zaak is te lezen in het boek Marktgericht, missiegedreven dat Marc van den Tweel schreef. Marktgericht, missiegedreven kost €19,99 en is verkrijgbaar via de boekhandel of in de webshop van Walburg Pers.