Hoewel het consumentenvertrouwen in juni daalde tot een historisch dieptepunt van -40, wist het donateursvertrouwen met -36 twee punten hoger uit te komen dan de meting van maart. Met name donateurs van 55-plus laten een groter vertrouwen zien. Het donateursvertrouwen laat daarmee voor de derde keer op rij een lichte stijging zien, na het dieptepunt in september 2011 (-49). Ook is het imago van goede doelen licht verbeterd. Dit blijkt uit de juni-meting van het Nederlands Donateurspanel van WWAV.
Hoewel de uitkomst van het laatste Donateurspanel als ‘anti-cyclisch’ en hoopvol voor de goede doelenbranche kan worden gekwalificeerd, meet de index niet het daadwerkelijke geefgedrag van donateurs. De index van het donateursvertrouwen is qua methodiek afgeleid van het consumentenvertrouwen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en wordt bepaald op basis van vijf vragen over het geefklimaat, over de geefbereidheid en over het imago van goede doelen. De respondenten kunnen bij deze vragen vinden dat het beter gaat (‘de optimisten’), dat het slechter gaat (‘de pessimisten’) of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten.
Lokaal rukt verder op
Opvallend in de meting van juni is de uitkomst van de vraag over het verdelen van €100,- over landelijke dan wel lokale/regionale goede doelen. Respondenten verdelen hun fictieve donatie ongeveer fifty-fifty. “Dit geeft aan dat de positie van de lokale goede doelen in Nederland niet onderschat moet worden”, aldus de onderzoekers van WWAV.
Het is moeilijk vast te stellen hoeveel gelden er precies naar lokale initiatieven of regionale goede doelen gaat. Vooral landelijke goede doelen zijn vaak aangesloten bij het CBF, lokale doelen lang niet altijd. In deze meting van het Nederlandse Donateurspanel is niet gevraagd naar een inschatting van de daadwerkelijke besteding, maar naar een voorgenomen besteding (wat zou men nú doen als men €100,- zou mogen verdelen). WWAV: “Er kan dus niet gesteld worden dat de gemiddelde Nederlander nu evenveel geld aan landelijke als aan lokale goede doelen geeft, maar er tekenen zich wel contouren af van een geefintentie. De lokale/regionale goede doelen doen hierbij zeker niet onder voor de landelijke goede doelen. Het bevestigt de volwaardige positie van de lokale/regionale goede doelen in de fondsenwervende markt in Nederland waar grote(re) goede doelen rekening mee zullen moeten houden.”
Welzijn, cultuur en OS in de gevarenzone
Wanneer mensen gevraagd wordt welk type goede doel men het belangrijkst vindt, steekt de categorie ‘Gezondheid’ er met kop en schouders bovenuit. 51 Procent van de mensen plaatst deze categorie bovenaan en bij nog eens een kwart komt het op de tweede plek. Vrouwen zetten deze categorie vaker op de eerste plaats (57 procent) dan mannen (44 procent).
Natuur & Milieu wordt vooral op de tweede (29 procent) of derde (29 procent) plaats gezet en Internationale hulp doet het nog iets minder goed, 35 procent van de mensen zet Internationale Hulp op een vierde en laatste plaats. Dit doet slechts 14 procent van de mensen bij Natuur & Milieu. De categorie Welzijn & Cultuur is in de ogen van mensen het minst van belang.
Als mensen verder moeten bezuinigen, en daarbij ook op hun uitgaven aan goede doelen, komen goede doelen op het gebied van Welzijn & Cultuur en Internationale Hulp het eerst in de gevarenzone. Gezondheidsfondsen lijken het meest bestendig tegen economisch moeilijke tijden, 44 procent zou dit type goede doel blijven steunen. Vrouwen (49 procent zet Gezondheid op de eerste plaats) zijn hierbij nog loyaler dan mannen (38 procent zet Gezondheid op de eerste plaats). Verder is opvallend dat 36 procent van de vrouwen Internationale Hulp op de vierde plaats zet, wat betekent dat goede doelen uit deze categorie het eerst bij hen zouden afvallen.
Geefverwachting
Voor zowel landelijke goede doelen als lokale/regionale goede doelen is de verwachting dat men niet méér geld zal gaan geven het komende jaar. Eerder minder. 29 Procent denkt namelijk minder aan landelijke goede doelen te zullen geven, versus 27 procent dat verwacht minder te zullen geven aan lokale/regionale doelen. Met andere woorden, men denkt sowieso minder te zullen geven aan goede doelen. Of een goed doel lokaal/regionaal is of landelijk maakt hierbij geen verschil. Het bevestigt het algemene gevoel van de donateur: eerder minder dan meer donaties het komende jaar waarbij het gros denkt toch hetzelfde te zullen geven.
Met ingang van december 2011 worden de metingen voor het Nederlands Donateurspanel uitgevoerd door Peil.nl op basis van een voor Nederland representatief aantal van minimaal 1.200 respondenten van 18 jaar en ouder.
Voor de volledige uitkomsten en infografics van de juni-meting van het Nederlands Donateurspanel: klik hier.
Wetenschap & Onderzoek