Bellen met... Gijs van Tuyl

24 mei 2006
Nieuws | | Sponsoring


Afgelopen week liet de SP een persbericht uitgaan waarin kamerlid Fenna Vergeer de vloer aanveegde met het samenwerkingsverband tussen het Stedelijk Museum en ABN Amro. “Dit is geen sponsoring meer. Dit is een wurgcontract,” stelde Vergeer. Het kamerlid beweerde bovendien dat de sponsoring in strijd zou zijn met de code cultuursponsoring. Is de onafhankelijkheid van het Stedelijk Museum inderdaad in het geding? FM vroeg directeur Gijs van Tuyl om een reactie.

 


Volgens de SP bent u een marionet van ABN Amro.

 


Van Tuyl: “Ik bestrijd dat we onze onafhankelijkheid hebben ingeleverd. Redactioneel heeft de bank geen enkele invloed. Dat is contractueel ook zo vastgelegd. De SP noemt als voorbeeld dat we ons verplicht hebben een aantal grote tentoonstellingen te organiseren – blockbusters – die minstens 50.000 bezoekers trekken. De partij zegt er echter niet bij dat we dit uitgangspunt al hanteerden voor de samenwerking met de ABN Amro. We zijn op zoek naar een goede mix. Dus: tentoonstellingen die wat minder toegankelijk zijn combineren met exposities die op flinke publieke belangstelling kunnen rekenen. Wanneer je met een belangrijk deel overheidsgeld werkt kun je je niet veroorloven om je te beperken tot marginale manifestaties.”

 


De sponsorovereenkomst zou ook in strijd zijn met de code cultuursponsoring.

 


Van Tuyl: “Ik zie de tegenstrijdigheid niet. Onze handen zijn op geen enkele manier gebonden. Ons uitgangspunt is dat sponsoren ons beleidsmatig vrij laten. In die zin is er meer te duchten van de overheid. Er zijn diverse subsidieverstrekkende organen die invloed willen uitoefenen op ons beleid. Daar ageert de SP niet tegen.”

 


Is het tegengeluid van de Socialistische Partij bestemd voor de bühne?

 


Van Tuyl: “Ik weet niet wat de overwegingen zijn van de SP. Ik weet wel dat ik twaalf jaar leiding heb gegeven aan een museum in Duitsland. Volkswagen speelde daar als hoofdsponsor een belangrijke rol. Daar is in al die jaren niemand over gevallen. Misschien zijn ze over de grens net wat ruimdenkender, waar hier de angst overheerst. En wat is eigenlijk het alternatief? Een socialistisch invulling van het cultuurbeleid waarin de overheid domineert? Of alles overlaten aan het particuliere initiatief, zoals in Amerika, waar de rol van mecenassen essentieel is? Ik denk dat we met de mengvorm zoals wij die hanteren minder kwetsbaar zijn, en onafhankelijker bovendien.”