Achterlijk

4 februari 2009
Opinie | | Politiek en overheid

Ik sluit maar even aan op het jargon van bepaalde politieke partijen om aan te geven hoe het staat met de ontwikkeling van hun fondsenwerving: ‘achterlijk'. Ik heb ter voorbereiding op dit stukje nog even gegoogled op de jaarverslagen en jaarrekeningen van de landelijke politieke partijen en die hebben ze heel goed verstopt. Geen partij die met z'n cijfers te koop loopt via internet. Dat is niet erg, want er staat niets spannends in. De jaarrekening van de plaatselijke scouting biedt meer inspiratie voor nieuwsgierige fondsenwervers. Er gebeurt in Nederland helemaal niets op dit gebied. We doen het liever met subsidies en contributies. Oké, de VVD haalt in verkiezingstijd € 15.000 op met galadiners, daar kan je heel veel posters voor drukken, en de PVDA meldt € 3.937 over 2007 te hebben geworven met donateursacties. De SP is een uitzondering: Zij halen 8 miljoen euro(!) op doordat ruim 500 vertegenwoordigers in landelijke en regionale colleges een deel van hun inkomen verplicht zijn af te dragen. In ons vak noemen we een campagne met een dergelijk resultaat een ‘grote giften campagne'. Maar dit is er wel een uit het Sovjettijdperk. Zouden deze genereuze donateurs dat blijven doen, ook na hun politieke carrière, als ze bestuurder worden van de regionale jeugdzorg of een woningcorporatie, vraag ik me oprecht af? En wat nu SP als jullie straks zetels moeten inleveren?


De Nederlandse politiek is zó correct, dat fondsenwerving hier eigenlijk ‘not done' is. Het is ook best een beetje vreemd als je steeds moet uitleggen wat je met dat geld van plan bent. Vooraf en achteraf. En donateurs hebben een ijzeren geheugen.

Bestuurders van politieke partijen vinden het niet fatsoenlijk om hun leden te bellen voor een extra gift. Ik heb het ze vaak horen zeggen. ‘Mensen stellen dat niet op prijs', weten ze. Dan is het ook begrijpelijk dat ze het bel-me-niet-register met grote meerderheid wettelijk hebben laten verankeren. Het onderstreept andermaal nog eens de heersende opvatting in Den Haag dat bellen met je achterban onwenselijk is. Vervallen straks al die PVDA-lidmaatschappen nu dezelfde partij het verbod op automatische verlenging van abonnementen en lidmaatschappen tot wet heeft weten te verheffen. Nee, zo zegt een PVDA-woordvoerder: ‘Minder strenge regels liggen hier voor de hand omdat de leden via de verenigingsdemocratie zelf invloed hebben op de contractvoorwaarden, terwijl bij commerciële bedrijven alleen met de voeten kan worden gestemd.' Wat fijn toch als je zelf de spelregels mag opstellen.

 


Hoe anders gaat dat in de Verenigde staten, het land waar de democratie nog echt leeft. Waar de inwoners graag financieel bijdragen aan de politieke arena. Barack Obama wist $ 750 miljoen te verwerven onder ruim 4.000.000 donateurs. Gemiddeld $ 188 per donatie. Voor meer dan 80% waren dat ‘kleine' donateurs, gewone burgers. Hij haalde in z'n eentje meer geld op dan alle andere kandidaten tezamen bij de vorige verkiezingen. Hij versloeg daarmee McCain die slechts een schamele $ 240 miljoen wist te vergaren. Er waren twee belangrijke redenen voor dit verschil. McCain koos voor ‘Public financing', ofwel subsidie, zeg maar het voorkeursmodel van onze Nederlandse politieke elite. Daarmee limiteerde hij volgens de Amerikaanse regelgeving zijn recht op grootschalige particuliere fondsenwerving tijdens het slotgevecht tussen beide kandidaten. Het is of het een of het ander. En Obama maakte een andere, meer visionaire afweging, was ook in dat opzicht de man van het volk. Hij toonde oprechte interesse en had een sterk geloof in de kracht van de particuliere fondsenwerving. En dan de tweede reden: Obama ontdekte internet als middel om de massa te bereiken. Het grootste deel bestond uit kleine giften geworven door middel van Online Social Network Fundraising via Barackobama.com. Naast geld wist Obama zijn achterban ook online tot andere steunbetuigingen te bewegen, zoals huiskamerbijeenkomsten, lokale debatten en adhesie acties. Het werd daarmee één groot PR-spektakel. Omdat hij driemaal meer dan McCain wist op te halen onder zijn steeds enthousiaster wordende achterban was de mediadruk van zijn campagne vele malen groter en werd hij zo op voorhand een winner in de ogen van de kiezers.

 


De meeste maatschappelijke en economische ontwikkelingen komen hier meestal vijf jaar later dan in de Verenigde staten. De goede en ook slechte dingen. We hebben een haat/liefde verhouding met het land van ‘Uncle Sam'. Maar geloof me: zij zijn de grote stad en wij de achterhoek.

 


Het zal niemand verbazen als wakkere partijen van buiten het politiek establishment straks in Den Haag de kiezers massaal aan hun zegekar weten te binden. Dat is zuur als je het nu al had kunnen zien aankomen. Niet voor mij, want ik houd wel van verandering.

 


Fons van Rooij is directeur van communicatie adviesbureau WWAV

 


Reageren? Mail: fons@wwav.nl