In het akkoord is weinig aandacht voor het versterken van onderlinge solidariteit en sociale cohesie. Terwijl voor het samen leven in een divers land verbinding tussen mensen en solidariteit naar anderen belangrijk is. Ten eerste om te voorkomen dat scheidslijnen die zich aftekenen in de samenleving te groot worden. Ten tweede om te zorgen dat iedereen mee kan doen en kansen heeft.
En ten slotte omdat vrijwilligerswerk en mantelzorg belangrijk zijn in een tijd waarin juist in de zorg steeds meer gevraagd wordt van de onderlinge solidariteit. Investeren in sociale samenhang kan ervoor zorgen dat de samenleving de grote uitdagingen waar we voor staan beter kan dragen. Het is dan ook positief dat er in het akkoord in wordt gezet op de aanpak van discriminatie en veiligheid.
Structurele ongelijkheid
Het akkoord zet niet in op het verder nivelleren van ongelijkheden. Zo wordt onder meer accent gelegd op algemene maatregelen; maatregelen waar iedereen van profiteert in plaats van vooral burgers in kwetsbare situaties. Ook ligt de nadruk op het stimuleren van werk en bestaanszekerheid en minder op andere hulpbronnen van mensen, terwijl daar juist vaak de oorzaak ligt dat mensen niet mee kunnen komen. Het gevaar is dat de structurele ongelijkheid tussen groepen mensen daardoor verder toeneemt.Het vertrouwen in de politiek en overheid is al een tijd laag. De plannen van de formerende partijen rond huisvesting, migratie, verduurzaming, de zorg en het onderwijs komen tegemoet aan zorgen van veel mensen en bieden daarmee kansen om het (lage) vertrouwen van burgers te herstellen. Maar herstel van vertrouwen staat of valt met het behalen van concrete resultaten.
Een deel van de voorgestelde plannen is ambitieus, met positieve verwachtingen over technologische innovatie, juridische speelruimte en onderhandelingsruimte in de Europese Unie. Mochten plannen niet uitvoerbaar of financieel haalbaar blijken te zijn, dan kan het beperkte vertrouwen in de overheid juist verder onder druk komen te staan.