De goede doelen opereerden in de afgelopen jaren ‘behoorlijk efficiënt’. Het CBF en de Radboud Universiteit leiden dit af uit hun nieuwe Goede Doelen Index. In de periode 2016 – 2021 bedroegen de doelbestedingen in de sector gemiddeld 88,7% van de totale uitgaven. De beheer- en wervingskosten bedroegen over dezelfde periode gemiddeld 11,3%. Het werven van één euro aan inkomsten kostte de goede doelen gemiddeld iets meer dan 7 eurocent. De wervingskosten bleven in de genoemde periode ‘vrij constant’. Wel zijn er verschillen tussen sectorsegmenten en inkomstengroepen, oplopend van 4,4% tot 14,1%.
De ontwikkelingen in de goede-doelensector gedurende de COVID-19-jaren (2020 en 2021) werden vergeleken met die tijdens de periode 2016 – 2019. Het gemiddelde van de index over laatstgenoemde tijdvak is daarbij als ankerpunt gekozen: 100. De nieuwe barometer kwantificeert de (potentiële) bijdrage van de sector aan de Nederlandse samenleving in twee indexcijfers. Zowel de index van de maatschappelijke waarde (104) als die voor de financiële gezondheid (136) noteerden in 2021 een plus.
COVID-19
De schade door COVID-19 is voor de sector beperkt gebleven, aldus de twee instsellingen in een gezamenlijk persbericht. Met als uitzondering het segment gezondheid. Daar zag men de doelbestedingen en het aantal vrijwilligers flink dalen. De 82 goede doelen in dit segment gaven in 2020 circa 40% minder uit dan in het voorgaande jaar, ze verloren 11% van hun individuele donateurs en hadden ruim 14% minder staf in dienst. Anders gezegd: gezondheidsorganisaties staan centraal in de 2020-dip.In het eerste ‘State of the Sector’ rapport kwantificeren en duiden het CBF en de Radboud Universiteit de waarde van goeddoen in Nederland. Dit gebeurt op basis van analyse van 641 goede doelen in de CBF-database over 2016 – 2021. CBF-directeur Harmienke Kloeze: ‘In een wereld waarin fictie en feiten soms verstrengeld raken, verschaft deze analyse duidelijkheid over belangrijke trends in de sector. Qua maatschappelijke waarde zet de sector in 2021 de stijgende lijn uit de periode 2016 – 2019 voort. Daarnaast is de sector in de afgelopen jaren financieel gezonder geworden.' Echter: resultaten uit het verleden geen garantie bieden voor de toekomst.
Plussen
Kijken we nog wat scherper naar de maatschappelijke waarde – een samenspel van de dimensies ideële, sociale en economische waarde – dan zien we het volgende. Drie sectorsegmenten behalen op alle drie van deze sectordimensies een plus: Dieren, Religie en levensbeschouwing alsook Onderwijs en wetenschap. Wat verder opvalt is dat de economische waarde voor alle segmenten – dus ook Internationale hulp en mensenrechten, Welzijn, Natuur en milieu alsmede Kunst en cultuur – een plus laat zien. Uitzondering is als gezegd Gezondheid.Wat ook opvalt bij maatschappelijke waarde is dat impact - een veel gebezigde term in de wereld van goeddoen - ontbreekt. Kennelijk is impact lastig te kwantificeren en beter te vangen in de vorm van storytelling. Darbij komt dat impact een problematisch begrip is. We weten het: maatschappeijke problemen zijn dorgaans complex en het is heel moeilijk om met één interventie impact te creëren. Zeker als er vele partijen betrokken zijn.
De State of the Sector en de onderliggende Goede Doelen Index bieden gerichte input voor ‘een gedegen en open discussie rondom maatschappelijke en ethische thema’s’, aldus Daniël Wigboldus, voorzitter van het college van bestuur van de Radboud Universiteit. ‘Voor een universiteit die is voorgekomen uit de katholieke emancipatiebeweging uit het begin van de twintigste eeuw, is betrokkenheid bij elkaar, bij de samenleving en bij de wereld vanzelfsprekend. Samenwerking met maatschappelijke partners hoort daarbij.’
Deze figuur toont de verhouding tussen doelbestedingen en beheer- en wervingskosten (in % van de totale uitgaven).
Voor meer informatie: www.CBF.nl