Aandachtspunt 1: Wat drijft een bedrijf?
Als de motivatie vooral samenhangt met het positieve imago of omdat filantropie modieus is dan zal men vroeg of laat door de mand vallen. Dat werkt averechts zowel voor het bedrijf als voor de filantropie. Er zal daarentegen een oprechte wens moeten zijn om terug te geven aan de maatschappij. Het draait om het morele kompas dat wordt gehanteerd: een geloof, een wereldbeeld, een mensbeeld, SDG’s – de Sustainable Development Goals van de VN. Uiteraard zal er ook een component van eigenbelang zijn. Maar het gaat om de balans.Aandachtspunt 2: Publiek vertrouwen en legitimering
Het gaat om de harmonie tussen de waarden en normen van een bedrijfsfonds en die waarmee de core business van het bedrijf wordt uitgevoerd. Als een bedrijf een fonds heeft maar zich verder niets gelegen laat liggen aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid dan ontstaan er problemen. Er ontstaat een beeld van greenwashing. Dat hoeft niet te betekenen dat het bedrijf bijvoorbeeld volledig duurzaam moet zijn voordat het begint met filantropie want het gaat om een proces. Maar de intentie om duurzaam te worden moet er zijn en er moet serieus worden gewerkt aan dat proces. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat men met de rechterhand (filantropie) de problemen aan het oplossen is die met de linkerhand (bedrijf) zijn veroorzaakt.Aandachtspunt 3: Inhoudelijke missie en inrichting bedrijfsfonds
De missie moet niet een rechtstreekse relatie hebben met de core business, omdat het de vraag zou oproepen waarom de uitgaven hiermee gemoeid niet gezien kunnen worden als een gewone kostenpost zoals elk bedrijf die heeft. Als een voedingsbedrijf bijvoorbeeld een bedrijfsfonds heeft dat zich richt op onderzoek naar voedingsmiddelen die het bedrijf in productie wil nemen dan kan die twijfel worden geuit. Het eigen belang is dan groter dan het algemeen belang.Aandachtspunt 4: Onafhankelijk toezicht
Mijn vierde punt hangt samen met het vorige: juist omdat de bestuurders/leden van de raad van toezicht onafhankelijk zijn, is het van groot belang dat het bedrijf bij de oprichting van een fonds uitvoerig spreekt over missie, strategie en voorgenomen activiteiten van het fonds. Soms heb ik gezien dat een bedrijf van mening was dat haar belangen werden geschaad door initiatieven/werkzaamheden van het eigen bedrijfsfonds. De verhouding verkoelde dan en de mogelijkheden van het bedrijfsfonds om naar buiten te treden werden dan vaak beperkt.Aandachtspunt 5: financiering
Omdat de meeste bedrijfsfondsen niet werken met een eigen vermogen (endowment) gegeven door het bedrijf maar met afdrachten uit de winst, dreigt het gevaar dat deze afdrachten ‘met redenen omkleed’ worden gereduceerd. Net zo belangrijk is het overigens voor de foundation om zicht te hebben op de strategie van het bedrijf, om te voorkomen dat men als fonds belemmerd wordt in het functioneren of dat men zich gaat schamen voor het bedrijf waar men een band mee heeft.Tot slot
Dit alles pleit dus voor een constituerend beraad bij oprichting van het bedrijfsfond. Bedrijf en fonds moeten tot overeenstemming komen over de vraag binnen welke grenzen de onafhankelijkheid van het fonds wordt gerespecteerd. Het is goed om die overeenstemming periodiek maar niet te frequent tegen het licht te houden, zodat het fonds weet binnen welke marges kan worden geopereerd. Tot zover enkele vragen en dilemma’s die bedrijven moeten adresseren en beantwoorden.Lees het hele artikel in het DDB-magazine dat deze week verschijnt.